Eerste vermelding in 1078 (Freires). Taalgrensgemeente, de bewoning geconcentreerd aan de weg van Vreren naar Nerem, de steenweg naar Luik en enkele straten rondom de dorpskern; nieuwe woonwijk ten zuidwesten van de kern. Woonforenzengemeente met landbouw (voornamelijk graan, meer recent ook suikerbieten en fruitplantages) als belangrijkste activiteit.
De oudste bewoningssporen dateren uit het neolithicum. Nabij de grens met Paifve werden substructies van een Romeinse villa en een tumulus gevonden; sporen van centuriatio. De Romeinse wegen Tongeren-Herstal-Aken en Rutten-Vreren-Millen-Herderen lopen door de gemeente.
Het dorp maakte deel uit van de goederen door Frederik Barbarossa in 1174 aan de bisschop van Luik in pand gegeven. Sindsdien steeds Luiks gebied, waarvan de heerlijke rechten in handen waren van de Bisschoppelijke Tafel en waarover de hertogen van Brabant in de 12de en 13de eeuw het voogdijschap probeerden te bemachtigen.
De schepenbank sprak Luiks recht en ging in beroep bij de Luikse schepenbank. Op het grondgebied bevonden zich een groot aantal laathoven en cijnshoven, grotendeels Luiks.
De stichting van de Sint-Medardusparochie klimt waarschijnlijk op tot de Karolingische periode. Het was een zeer uitgestrekte parochie, waartoe tot de 18de-19de eeuw ook Nerem, Paifve, Wihogne en Dietsheur behoorden. Het begevingsrecht was in handen van het Heilig-Kruiskapittel van Luik, de tienden werden verdeeld tussen dit kapittel en het Onze-Lieve-Vrouwekapittel van Tongeren.
Oppervlakte: 693 hectare. Aantal inwoners (1970): 1.210.
- BAUWENS-LESENNE M., Bibliografisch repertorium van de oudheidkundige vondsten in Limburg, behoudens Tongeren-Koninksem (vanaf de vroegste tijden tot de Noormannen), Brussel, 1968, p.370-372.
- PAQUAY J., Les paroisses de l'ancien concile de Tongres, (Bulletin de la Société d'Art et d'Histoire du Diocèse de Liège, 18, 1909, p.106-112).
- SEVERIJNS P., Een greep uit de geschiedenis der kerkdorpen, in: 2000 jaar Tongeren. 15 vóór Chr. tot 1985. Hasselt, 1988, p.213-214.
- VAN DOORSLAER A., Repertorium van de begraafplaatsen uit de Romeinse tijd in Noord-Gallië, Brussel, 1964, vol.I, p.149.