Bonapartedok en Willemdok. Tot 1903 respectievelijk zogenaamd Klein Dok en Groot Dok, ontworpen en aangelegd in 1803-1812 door ingenieur Joseph N. Mengin ingevolge decreet van 26 juli 1803 van Napoleon.
De oriëntering is nauwkeurig west-oost. Een 5 meter hoge gedenkzuil aan de Veurnekaai, graniet met brons door A. Van Mechelen, herdenkt de verdoping tot de huidige namen, honderd jaar nadien: respectievelijk naar Napoleon, die het bevel gaf tot het graven van Antwerpens eerste twee besluisde dokken (zie inscriptie) en koning Willem I, die ze in 1815 aan de stad schonk.
Gegraven binnen de 16de-eeuwse stadsomwalling ter plaatse van het Boerenkwartier van de zogenaamde Nieuwstad. Dertienhonderd woningen dienden opgeruimd, de voormalige Graan- en Timmervliet drooggelegd en de Kleine Schijn afgeleid naar de vestinggracht. Alleen het grote Hansahuis, opgetrokken in 1564-1568 als verblijf-en opslagplaats voor het Noordduitse koopliedenverbond Hansa, bleef gespaard. Daardoor ontstond de landtong tussen de twee dokken en werd de geul asymmetrisch geplaatst. Door de brand van 10 december 1893 werd het voormalige Hansahuis volledig verwoest.
In 1807 werd met het graven van het Bonapartedok begonnen en op 1 januari 1811 werd het ingevaren; het Willemdok aangevat in 1808 werd voor de scheepvaart geopend in 1812. Alleen het eerste had twee kaaimuren; de overige kaaimuren, van baksteen met arduinen boord- of deksteen, werden pas in 1815-1837 gebouwd.
Aan de oostzijde van het Willemdok waren tot circa 1825 twee 93 meter lange droogdokken met schipdeuren (vergelijk droogdok nummer 7 en te Hellevoetsluis, 1806). Ze waren aangelegd door generaal L.C. Boistard in 1813-1814; het noordelijke werd echter nooit voltooid. In het erbij horende pomphuis halverwege tussenbeide, stond een "vuurpomp", één der eerste stoommachines in Vlaanderen.
In 1875-1878 werden de door het fel toegenomen goederenverkeer te klein geworden zuid- en oostkaaien van het Willemdok verbreed. Deze nieuwe kaaimuren zijn op ijzeren verzonken caissons gebouwd en met arduin bekleed over gans de hoogte. Aan de Godefriduskaai werd 18 meter op het water ingewonnen en aan de Entrepotkaai 24 meter. Een gedenksteen in de zuidwesthoek van het Willemdok is gedateerd 1 februari 1878, als "laatste steen". In 1885 werd op dezelfde wijze 10 meter kaaiverbreding uitgevoerd aan een ingestort gedeelte van de Napoleonskaai.
BOISTARD L.C. 1822: Recueil d'Expériences et d'observations sur différents travaux (...), Parijs, 136-162.
HIMLER A. 1974: Het Hanzahuis te Antwerpen, Antwerpen XX.3-4, 99-111 en 166-175.
HIMLER A. 1987: Ir. Joseph MENGIN (1760-1842), schepper van Antwerpens' oudste dokken voor Napoleon, Kon. Havenwerktuigen S.K., XXXXI.5 15-20 en XXXXI.6 10-15.
HIMLER A., LOMBAERDE P., MENGIN LECREULX P. 1989: Anwerpen tijdens het Franse keizerrijk 1804-1814, Anwerpen, 8-15, 56-81, 100-127.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout. Auteurs: Plomteux, Greet; Himler, Albert Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)