is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sociale woonwijk Berchemlei
Deze vaststelling is geldig sinds
Sociale woonwijk opgericht in meerdere fasen in opdracht van sociale huisvestingsmaatschappij De Goedkoope Woning van het Arrondissement Antwerpen (heden De Ideale Woning, Arrondissement Antwerpen). De wijk omvat typerende arbeidershuizen in rijbebouwing met opvallende hoekhuizen uit het interbellum, aangevuld in de naoorlogse periode met een volkswijk.
De oudste kern van de sociale woonwijk omvat 48 rijhuizen (Berchemlei nummers 182-232 en Bouwhandelstraat nummers 96-138), volgens een bouwaanvraag van 1927 ontworpen door architecten Vincent Cols en Jules De Roeck. In de tweede fase werden 34 eengezinswoningen in rijbebouwing gerealiseerd (Berchemlei nummers 238-258 en Bouwhandelstraat nummers 85-127 en 94), in combinatie met twee hoekhuizen opgevat als meergezinswoningen (Berchemlei nummers 234-236), die zich onderscheiden ten opzichte van de straatwanden qua schaal. Elke meergezinswoning omvatte volgens plan acht wooneenheden en een winkel. De bouwplannen van 1928 waren opgesteld door de Antwerpse bouwmeester en landmeter Arthur Smet, die in 1929 de gevelplans nog licht wijzigde. Eind jaren 1930 werd de wijk verder uitgebreid langs de Frans De Vriendtstraat met 21 eengezinswoningen (nummers 3-41 en Bouwhandelstraat nummer 129) en drie meergezinswoningen op de hoeken met elk vier appartementen. Deze bouwfase werd ontworpen door architect Emiel Janssens volgens bouwplannen van 1936. In de tweede helft van de jaren 1950 werd de wijk uitgebreid ten zuiden met drie appartementsgebouwen met samen 64 wooneenheden op de hoeken van de Berchemlei met de Bouwhandelstraat en de Herman Van den Reeckstraat, en verder langs de Spillemansstraat. Deze complexen zijn heden echter volledig verbouwd. Ook ten noorden volgde een uitbreiding aansluitend bij de interbellumwijk, meer bepaald aan de Frans De Vriendtstraat (nummers 2-22) en Berchemlei (nummers 162-180), en de hoeken met de Stan Ockersstraat (nummers 1 en 2) en Lode Cantensstraat (nummer 1). Ook deze fase omvat eengezinswoningen in rijbebouwing (20 woningen), in combinatie met vier grootschaligere hoekhuizen, opgevat als meergezinswoningen met samen 32 wooneenheden.
Hoewel de woningen van de eerste bouwfases ontworpen werden door verschillende architecten en de stijl evolueert van een traditionalistische tot eerder zakelijke baksteenarchitectuur, vertonen ze een aantal gemeenschappelijke kenmerken.
Kleinschalige enkelhuizen van overwegend twee traveeën en dito bouwlagen, gecombineerd met enkele woningen van drie traveeën of drie bouwlagen. De doorlopende kroonlijst van de lijstgevels wordt sporadisch doorbroken door puntvormige gevelverhogingen (bouwfases 1927-1930) of door strak uitgewerkte dakvensters (bouwfase 1937-1938). De gevels zijn opgetrokken in baksteen, verlevendigd door bepleisterde accenten, gevelvlakken en lateien, die eventueel werden doorgetrokken tot horizontale banden. Het geheel wordt bijkomend gevarieerd door enkele gevels met een bepleisterd parement met schijnvoegen, decoratieve metselverbanden en een variatie in de vorm van de muuropeningen (overwegend rechthoekig, soms rondbogig of mijtervormig). De oorspronkelijk geambieerde ritmering wordt echter verstoord door aanpassingen van parementen en schrijnwerk.
De rij woningen daterend van 1937-1938 vertoont nog enkele specifieke kenmerken. Het zakelijke karakter van de woningen wordt versterkt door de gevelopbouw, waarbij de bovenverdieping in de meeste gevallen geopend wordt door een centraal geplaatst, breed venster, eventueel uitgewerkt in een rechte of driezijdige erker, of geplaatst boven een licht uitkragend bakstenen vlak, gevat tussen een onderbroken, geprofileerde puilijst. De toegangsdeuren zijn gevat in een uitspringende bakstenen omlijsting, die in sommige gevallen deels voorzien werd van een decoratieve bepleistering.
Achter de variatie in de uitwerking van de gevels gaat een beperkt aantal typeplans schuil, hoofdzakelijk opgevat als traditionele enkelhuizen met lichte variaties in de plattegronden.
De hoeken van de straten worden gemarkeerd door hoger uitgewerkte hoekpanden.
De uitstraling van de hoekpanden uit de tweede bouwfase (1928-1930), gelegen op de hoek van de Bouwhandelstraat met Berchemlei, is sterk verstoord door renovatie. Deze twee hoekhuizen van vier bouwlagen worden geritmeerd door erkers en bepleisterde gevelvlakken, uitgewerkt als horizontale en verticale accenten. Naast de gevelafwerking ging bij een ingrijpende renovatie ook de oorspronkelijke, strak uitgewerkte winkelpui in de hoektravee verloren.
De hoekhuizen uit de late jaren dertig, gelegen op de hoeken van de Frans De Vriendtstraat, zijn relatief gaaf bewaard en vormen monumentale volumes met voorgevels van vier of drie traveeën en een zijgevel van twee traveeën, onder een plat dak. De bakstenen lijstgevels zijn verlevendigd met bepleisterde horizontale banden, lateien en gevelvlakken. Uitkragende gevelvlakken, rechte, doorlopende erkers in de zijgevels en rechthoekige vensteropeningen ritmeren de gevels. Gemarkeerde rondbogige toegangsdeur gevat in een bepleisterd gevelvlak en een bakstenen omlijsting.
Volgens de bouwplannen beschikten de vroegste hoekhuizen over een winkel in de hoektravee, die in verbinding stond met één van de twee appartementen op de gelijkvloerse verdieping. De latere appartementsgebouwen omvatten per verdieping één appartement.
De naoorlogse een- en meergezinswoningen zijn ontworpen in een sobere, zakelijke architectuur. De huizen Frans De Vriendtstraat nummers 4-14 springen in ten opzichte van de rooilijn en bezitten door bakstenen muurtjes begrensde voortuintjes. De eengezinswoningen zijn gekoppelde enkelhuizen van twee traveeën en dito bouwlagen onder een doorlopend zadeldak met dakkapel. De onderbouw van de bakstenen gevels is afgewerkt met een cementering met schijnvoegen. Eenzelfde materiaalgebruik is gehanteerd voor de hoekhuizen. Deze bakstenen meergezinswoningen van vier bouwlagen onder platte daken worden geleed door horizontaal afgelijnde, doorlopende gevelvelden ter hoogte van de vensters, die van een cementering met schijnvoegen zijn voorzien. Ook de plint, de omlijsting van de rechthoekige toegangsdeur en van het verticaal doorlopende venster in de toegangstravee zijn gecementeerd.
De sociale woningen aan de Berchemlei vormen een interessante combinatie van arbeiderswoningen uit het interbellum, met naoorlogse bebouwing aansluitend bij de typologie van de volkswijken. Karakteriserende erfgoedelementen zijn de schaal en volumewerking van de bebouwing (tweelaagse rijbebouwing gemarkeerd door monumentale hoekgebouwen), evenals de homogeniteit in materialiteit (baksteenarchitectuur). Per bouwfase evolueert de stijl van het ontwerp tot een meer zakelijke architectuur en treedt variatie op in de decoratieve afwerking en bepleistering van gevelvlaken, de muuropeningen en de detaillering van de gevels. Ondanks enkele aanpassingen aan de parementen en verbouwingen, voornamelijk de hoekgebouwen van de Berchemlei met de Bouwhandelstraat, is de kwaliteit van het geheel bewaard.
Auteurs: Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Borgerhout
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sociale woonwijk Berchemlei [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/127222 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.