is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Heilig Kruis met kerkhof
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Parochiekerk Heilig Kruis
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk van het Heilig Kruis
Deze vaststelling was geldig van tot
omvat de aanduiding als beschermd monument Parochiekerk Heilig Kruis: kerkhofmuur
Deze bescherming was geldig van tot
Gotische kruiskerk, omringd door het gedesaffecteerde kerkhof met gedeeltelijk bewaarde muur en hekstijlen van arduin, uit het derde kwart van de 18de eeuw. In het plantsoen: oorlogsgedenkteken en vroegere schandpaal.
Reeds voor het jaar 1183 (overdracht van de kerk aan de Sint-Pietersabdij te Gent) bestond hier een romaanse kerk: driebeukig, zonder transept en zonder toren. Door bevolkingstoename en gewijzigde stijlopvatting wordt in de 15de eeuw beslist deze door een gotische te vervangen. In 1448 wordt het koor door Jan van der Haseldonc aangezet naar ontwerp van architect Everaert Spoorwater. Daarna volgt de benedenkerk: men bouwt nieuwe zijbeukmuren en de romaanse pijlers worden vervangen door gotische zuilen met koolbladkapiteel. Alle romaanse sporen boven de scheibogen worden door pleisterwerk verstopt. Een vierkante westtoren en transeptarmen vervolledigen de gotische vensters van de benedenkerk vervangen door renaissance segmentboogramen die in 1885 echter weer in hun oorspronkelijke vorm worden hersteld door architect Edmond Serrure. Tevoren, namelijk In 1877 had hij de kerk uitgebreid met twee zijkoren, een sacristie en een doopkapel en de hele binnenruimte in neogotische stijl aangekleed en gepolychromeerd. Sinds 1977 grondige restauratie aan de gang onder leiding van architect Jos Gabriëls (Brasschaat), opgevolgd door architect Rutger Steenmeyer.
Driebeukige kruiskerk met ingebouwde westtoren en polygonaal oostkoor, geflankeerd door twee zijkoren; sacristie in de noordoostelijke oksel, kleine doopkapel in de zuidoostelijke oksel. Pseudobasilicale opstand in zandsteen. Vierkante voorgeveltoren van vier geledingen met steunberen en slanke, achtkantige ingesnoerde naaldspits. Korfbogig portaal met gotisch profiel; spitsbogig doksaalvenster met maaswerk en erboven kleine beeldnis; blinde geleding onder de luikamer met in elke zijde twee spitsbogige galmgaten onder waterlijst, horizontaal over de penanten doorlopend.
Benedenkerk van vier traveeën gemarkeerd door steunberen en verlicht door ruime spitsboogvensters; lijkdeurtje in de eerste noordelijke travee. Rechthoekige transeptarmen van twee traveeën. Koren van drie rechte traveeën met driezijdige sluiting.
Binnenruimte overwelfd door bakstenen kruisribgewelven (netgewelven in de noordelijke transeptarm). Spitse scheibogen op zuilen met achtkantige sokkel en aanvankelijk koolbladkapiteel. Volledige neogotische polychromie (op vele plaatsen in slechte staat).
Schilderijen: "Christus aan het kruis", "Christus tussen de twee moordenaars" (Jacob Jordaens, 17de eeuw). Neogotisch koormeubilair, voornamelijk van Mathias Zens.
In de transeptarmen: barokaltaren (1613), gedeeltelijk van W. Pompe. Classicistisch doksaal, lambrisering, biechtstoelen en kansel (1792-97) door J.J. Montoisi (Rupelmonde) en E. de Cauwer (Temse). Grafsteen: "Joris Braderic en Lysbette van Masseme" (noordelijk zijkoor, 15de eeuw)".
Bron: DEMEY A. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Sint-Niklaas, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 7n1 (B-L), Brussel - Gent.
Auteurs: Demey, Anthony
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
De lage 18de-eeuwse arduinen afsluiting omheen het gedesaffecteerde kerkhof werd in de jaren 1980 grotendeels verwijderd omwille van de bouwvallige toestand van de muur. De kerkhofmuur bestond uit arduinen platen van elk circa 2,50 meter lengte, aan de voorzijde versierd met een verdiept vlak met uitgeronde hoeken en gevat tussen korte pijlers waarop oorspronkelijk een bolornament stond. Sommige vakken waren opgevuld met arduinen balusters. Het kerkhofhek bevond zich tussen hoge pijlers met een bekronend vlammotief. Nu zijn nog slechts enkele (vijf aan de noordzijde, één aan de zuidzijde) sterk gescheurde platen en pijlertjes aanwezig evenals de hekpijlers aan de noordzijde.
De rondboog boven de beeldnis aan de voorgeveltoren is versierd met drie heiligengezichten met name Sint-Eligius, Sint-Amandus en Sint-Ursmarus. De oorspronkelijke heiligengezichten waren volledig verdwenen. Omstreeks 1985 werden drie nieuwe heiligengezichten ontworpen en gebeeldhouwd in witte steen door Gerard Thienpont, beeldhouwer (Eke-Nazareth). Het middelste heiligengezicht is circa 0,25 meter hoog, het linker en rechter heiligengezicht is circa 0,15 meter hoog.