Neogotische pastorie opgetrokken naar totaalontwerp van architect Geirnaert in een sobere vormgeving eigen aan de late 19de - begin 20ste eeuw als centrum van de nieuwe stadswijk Heirnis.
Historiek
De ontwikkeling van de Zuidwijk tot treinknooppunt van de stad zette de verstedelijking van deze landelijke wijk in gang. Vanaf 1878 wordt een totaal nieuwe wijk aangelegd. De Forelstraat werd afgewerkt in 1881. Het doel was in het centrum van de nieuwe wijk een kerk te bouwen en een nieuwe parochie op te richten. De parochie zou pas op 9 mei 1896 opgericht worden. Er worden drie gebouwen opgetrokken (kerk, pastorie en zondagsschool) door architect H. Geirnaert. De huidige perceelsverdeling ontstaat in 1897. De pastorie is zeker in 1901 afgewerkt. De school wordt op hetzelfde ogenblik gebouwd en reeds tussen 1901 en 1904 uitgebreid.
De kracht van de site schuilt in de samenhang van de pastorie, kerk en zondagsschool, allen van de hand van architect H. Geirnaert, en de verwevenheid met de stedelijke ontwikkeling op de wijk Heirnis. De site is beeldbepalend voor de wijk én is nog steeds het centrale (religieuze / economische / sociale) punt van de wijk Heirnis.
Beschrijving
Bakstenen dubbelhuis in late Sint-Lucas neogotiek, van vier traveeën en twee bouwlagen onder een tweesnijdend zadeldak belegd met natuurleien. Het pand werd gezamenlijk met de kerk opgetrokken op de daartoe voorziene site in 1898-1901 en vormt de overgang tussen de private architectuur rechts van de pastorie en de kerk die ingeplant werd op de hoek van beide straten.
De pastorie heeft een hardstenen plint met geprofileerde afschuining. Contrasterende horizontale muurbanden en sierankers accentueren het gebouw. De linker risaliet van drie traveeën in de voorgevel eindigt op een trapgeveltop met overhoeks topstuk bekroond door een smeedijzeren bekroning. Rechthoekige muuropeningen zijn ingeschreven in tudorboogvormige muurvelden. De linker zijgevel van twee traveeën loopt uit op twee getrapte dakvensters boven de kroonlijst belijnd door een rechte muizentand. Op de hoek bevindt zich een hoeknis over twee bouwlagen met daarin een natuurstenen beeld van Onze-Lieve-Vrouw met kind.
De zijgevel telt twee traveeën onder een kroonlijst en twee getrapte dakkapellen in het dakvlak. De achtergevel heeft een identieke opbouw als de voorgevel.
Achteraan aansluitend bij de pastorie - en gelijktijdig gebouwd – staat het kantoor van de pastoor. Het is een éénlaags gebouwtje van één travee met een schilddak. Het is afgewerkt met neogotische houten dakkapel met smeedijzeren bekroning. Aan de andere zijde nog enkele bijgebouwen (zelfde periode als hoofdvolume) met secundaire functies. Tussen de pastorie en de kerk sluit een hek de toegang tot de achterliggende tuin af. De tuin behoort tot het oorspronkelijke concept van de site en is ingesloten tussen de pastorie, kerk en zondagsschool en vormt als dusdanig het verbindende element.
In het interieur heeft de pastorie de authentieke traditionele opbouw van een dubbelhuis met centrale gang, twee salons, wachtkamer, ontvangstkamer, keuken en een bijkomend salon met bureau in de aanbouw, behouden. De bovenverdieping telt een centrale gang en vier slaapkamers. De interieuraankleding met onder andere tapijttegelvloeren in de circulatieruimtes en de oude bel in de gang bleven bewaard. De salons zijn rijkelijk gedecoreerd met authentieke parketvloeren, marmeren schouwmantels, stucdecoratie en schijnwerk met houtimitatie. Tussen de verschillende salons en in het tochtportaal hangen deuren met gezuurd glas. Het schrijnwerk behield zijn authentiek hang- en sluitwerk. Het kantoor van de pastoor werd ingericht met verzorgd neogotisch wandmeubilair (hoekkast en schouwmantel). Vermoedelijk stond hier ook een neogotisch bureau dat jammer genoeg verloren is gegaan. Een trap uit de bouwperiode leidt naar de bovenverdieping. Hij is naar vormgeving eigen aan de periode circa 1900. In de achtergevel verlicht een raam (gezuurd glas met de verstrengelde letter A en P van Antonius van Padua) de traphal. De bovenverdieping is sober uitgewerkt doch met de voor deze periode typische zwart-wit marmeren schouwen.
- Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DO002318, Pastorieën (S.N. 2008).