Gelegen langs de Brouwerijstraat, ten westen van de N8, ten zuidwesten van de kerk van Hoogstade, aan de rand van het dorp.
Historiek
Op 26 april 1915 schreef een kloosterzuster van Hoogstade over de aanleg van een ‘nieuw kerkhof’, waarbij 19 soldaten begraven werden. Hoogstwaarschijnlijk gaat het om deze begraafplaats, niet ver van de kerk en het klooster gelegen. Tot aan het einde van de oorlog zouden hier begravingen plaatsvinden.
De doden waren grotendeels afkomstig van het militaire hospitaal Clep, dat anderhalve kilometer naar het zuidoosten toe gelegen was (nu: een bejaardeninstelling). Op 29 januari 1915 was namelijk beslist om het ‘Belgian Field Hospital’, dat uit het Bisschoppelijk College van Veurne moest verdwijnen omwille van veiligheidsoverwegingen, in het ‘Godshuis Clep’ onder te brengen. Vanaf 15 mei 1916 werd het een Belgisch militair hospitaal, met hoofdzakelijk Belgisch personeel. Dokter Willems zou gedurende gans de oorlog het hospitaal leiden. In het hospitaal werden vooral zwaargewonde militairen geopereerd. In het totaal zouden er ongeveer 1320 militairen in het hospitaal overlijden ten gevolge van dodelijke verwondingen.
Na de oorlog vonden zowel ontgravingen (in het kader van repatriëren) plaats als herbegravingen van lichamen die gevonden waren in de omgeving, bij de effening van de frontstreek. In 1920-1921 telde deze begraafplaats 972 Belgische graven naast 150 Franse en een aantal Britse en Duitse graven.
De begraafplaats werd vermoedelijk in de periode 1924-1925 heraangelegd, met het plaatsen van de officiële Belgische grafstenen. Toen de Belgische militaire begraafplaats van Reninge in 1968 werd ontruimd, werden 117 graven naar Hoogstade overgebracht. De 123 andere graven werden op de begraafplaats van Westvleteren herbegraven.
Nu liggen er 825 doden begraven, waarvan 805 Belgen en 20 Britten (“Hoogstade Belgian Military Cemetery”). 17 Belgen konden niet meer geïdentificeerd worden. 6 Belgen liggen onder een Vlaamsgezind heldenhuldezerkje.
Wat de 788 geïdentificeerde Belgen betreft: het gaat om 1 dode van 1914 (hier aangebracht), 180 + 71 (uit Reninge) van 1915, 193 + 32 (uit Reninge) van 1916, 172 + 13 (uit Reninge) van 1917 en 125 + 1 (uit Reninge) van 1918. De 20 geïdentificeerde Britten stierven in 1915 (3), 1917 (4) en 1918 (13).
Kenmerken
Min of meer rechthoekige plattegrond van ongeveer 123 op 39 m, met inbegrip van de parking vooraan links.
Aan straatzijde (noordwestkant) wordt de begraafplaats afgesloten door gele bakstenen voormuur met pilasters onder ezelsrug. Centraal bevindt zich een toegangspoort onder rondbogige opening met schilddak, bedekt met rode leien. In de poort zit een tweeledig houten hekken. De rest van begraafplaats wordt omzoomd door een afsluiting en groen. Op de begraafplaats zijn onder meer Japanse kerselaars, linden, knotwilgen, berken, coniferen, buxus en laurierkers terug te vinden.
Rechts vooraan staat een houten schuilgebouwtje, met grondplan, registerkastje en bezoekersboek. Vanaf toegangspoort loopt een centraal pad in rode steenslag tot aan de vlaggenmast centraal achteraan op de begraafplaats. Ook de symmetrisch aangelegde kleinere paadjes, tussen de rijen grafstenen, zijn in rode steenslag aangelegd. De rijen grafstenen staan rug aan rug opgesteld, met bloemperken (rozenstruiken en narcissen in de lente) of grasstroken ervoor of ertussen. Behalve zes heldenhuldezerkjes en 20 Britse grafstenen (‘headstones’) bestaan de grafstenen uit het officiële Belgische type.
- DEN BAES J. (eindred.) 2004: Momenten van Oorlog in Vredestijd. Een tocht langs Oorlogserfgoed in Veurne-Ambacht, Koksijde.
- Informatie verzameld door Roger Verbeke
- Informatie afkomstig van de Dienst Oorlogsgraven (Algemene Directie Material Resources – Divisie CIS en Infrastructuur – Sectie Infrastructuur – Bureau Real Estate)
- Informatie afkomstig van de Commonwealth War Graves Commission, te raadplegen op: http://www.cwgc.org/