Oorlogsmonument Eerste Wereldoorlog voor de gesneuvelden en burgerlijke slachtoffers van Zottegem.
In mei 1919 werd door de gemeenteraad het comité opgericht dat 'zich [ging] bezig houden met de verheerlijking der gesneuvelden'. Na de indrukwekkende begrafenis van twee terechtgestelde burgers, werd het duidelijk dat er zeker een monument ging komen. In 1921 klonk het als volgt: "Na de buitengewoone lijkplechtigheden die te Sottegem plaats hadden den 27 july 1919 ter eere van onze terechtgestelde medeburgers H.H. Léonce Roels, notaris en Disideer Vanden Bossche, ijzerenwegbediende(…) en waartoe een stroom van volk als in bedevaart was toegelopen, is onze Commissie thans van oordeel bij ons gemeentebestuur aan te dringen om door haar milde tusschenkomst het daarstellen van het ontworpen praalmonument ter eere onze gesneuvelde medeburgers te bespoedigen." De gemeenteraad besliste om financieel ruim toe te dragen. Er werd een wedstrijd georganiseerd, maar van de 12 ingezonden tekeningen en 11 maquettes kwam er niets in aanmerking. In 1921 werd het ontwerp dan maar toegewezen aan de jonge beeldhouwer Jules Vits uit Melle tegen een kostprijs van 54.000 frank. "De notarissen van België en Parijs" droegen 20.000 frank bij, 5000 frank werd opgehaald door vrijwillige inschrijvingen en de overige 29.000 nam de gemeente voor haar rekening.
Jules Vits beschreef zelf zijn beeld als volgt: "Een voetstuk in blauwe of witte steen. Waar, op het voorplan een strijdende soldaat, gekwetst, vallende op zijn verbrijzeld kanon, met gebroken zweerd zich nog verdedigende tot dat zijne krachten hem begeven. Neven hem een opgeëischte werkman, afgebeuld en al werkende bezweken. Op beide zijkanten, de beeltenissen van M.M. Roels en Vanden Bossche, die tijdens de vijandelijke bezetting, trots alle gevaar, voor vaderlandsche diensten gefusilleerd zijn. Boven het voetstuk komt de engel van vrede en liefde voor 't vaderland (gevoelens waarin de jongens gestorven zijn), nevem hem het nakomelingenschap die hulde brengt aan de Helden. Langs achter, de armoiries, waarboven de namen prijken der roemrijke gevallenen. Alles wordt in uitvoering naar de natuur gestudeerd".
De notarissen die een groot deel van het gedenkteken hadden gefinancierd mochten in ruil daarvoor beslissen welke tekst onder de beeltenis van Léonce Roels zou aangebracht worden. Hoewel de gemeenteraad liever een tweetalige tekst had, werd het: 'HOMMAGE DES NOTAIRES BELGES ET FRANCAIS A LEUR CONFRERE, LEONCE ROELS. MORT POUR LA PATRIE, FUSILLE A CASTEAU LE 2 MARS 1916. Onder de beeltenis van Désiré Vanden Bossche staat GESTORVEN VOOR 'T VADERLAND. DOODGESCHOTEN TE MASNUY ST JEAN DEN 2 MAART 1916. Op de achterzijde kwamen de namen van de gesneuvelde soldaten en de 6 opgeëisten. In 1933 werden hier op beslissing van de gemeenteraad nog twee namen van 'opgeëischten, gestorven ten gevolge van ziekte opgedaan in wegvoering' aan toegevoegd.
In 1921 werd de locatie beslist en in augustus 1921 werd het "comiteit tot onthullingsfeesten" opgericht. Op 25 september 1921 gebeurde de feestelijke onthulling op grootse wijze.
De beide Wereldoorlogen vergden in Zottegem (en deelgemeenten) zeker 251 doden, waarvan 185 in de Eerste en 66 in de Tweede Wereldoorlog. Volgens het onderzoek van historicus Danny Lamarcq sneuvelden in de Eerste Wereldoorlog tenminste 148 jonge mannen aan het IJzerfront of elders. 37 mannen en vrouwen vielen als burgerslachtoffers. In de periode tussen 1940-1945, telde men 14 gesneuvelden en 42 burgerslachtoffers.
Op het grondgebied van de stad Zottegem (met inbegrip van de later toegevoegde deelgemeenten) werden dan ook heel wat oorlogsmonumenten opgericht. Niet in het minst 11 huldemonumenten voor de helden en gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog werden opgetrokken. In elke deelgemeente, met uitzondering van Elene, werden veelal gedenkzuilen, gedenkstenen of huldeplaten opgericht. Twee huldeplaketten werden opgericht voor de burgerlijke helden. Slechts één monument voor de gesneuvelden van de Tweede Wereldoorlog werd apart opgericht, naast de 9 andere huldemonumenten voor de niet-militaire slachtoffers.
In de Eerste Wereldoorlog sneuvelden er 34 soldaten afkomstig uit de hoofdgemeente Zottegem (40 à 41 volgens archivalische bronnen); 2 burgers werden wegens spionage gefusilleerd en 1 burger werd doodgeschoten. Zeven mensen stierven als opgeëisten.
Op het voetstuk staat een levensgrote engel in brons als symbool van vrede en de liefde voor het vaderland. In de rechterhand steekt hij een vaandel in de lucht; in de neergestrekte linkerhand houdt hij een lauwerkrans. Naast hem een droevig, jong kind als symbool voor het nakomelingenschap, dat hulde brengt aan de helden. Op het voorplan van het voetstuk een bronzen expressieve beeldengroep, voorstellende een strijdende soldaat, gekwetst en vallende op zijn verbrijzeld kanon, met gebroken zwaard zich nog verdedigend tot zijn krachten het begeven. Naast hem ligt neergevallen een opgeëiste werkman, afgebeuld en al werkende bezweken. Op beide zijkanten van de sokkel hangen de halfverheven beeltenissen in brons van de gefusilleerden Roels en Vanden Bossche. Aan de achterzijde liggen de "armoiries", een bronzen compositie van de soldatenuitrusting, en waarboven de namen prijken van de roemrijke gevallenen.
Tekst voorzijde onder de engel: SOTTEGEM/ TER VERHEERLIJKING/ VAN ZIJN/ HELDEN
Op de sokkel: PRO PATRIA
Tekst zijkanten: HOMMAGE DES NOTAIRES BELGES ET FRANCAIS A LAUR CONFRERE, LEONCE ROELS. MORT POUR LA PATRIE, FUSILLE A CASTEAU LE 2 MARS 1916
Onder de beeltenis van Désiré Vanden Bossche staat: GESTORVEN VOOR 'T VADERLAND. DOODGESCHOTEN TE MASNUY ST JEAN DEN 2 MAART 1916.
Op de achterzijde staan de namen van de gesneuvelde soldaten en de 6 opgeëisten.
Staande in plantsoen afgeboord en omringd met ijzeren hekwerk.
De WILDE P., 'Een korte levensloop', Jules Vits: kruisweg met gedichten van Anton Van Wilderode, p. 9-12.
LAMARCQ D., 'Oorlogsmonumenten te Zottegem. Stille getuigen van twee wereldbranden. Een inventaris van de tastbare getuigenissen en een poging tot biografie van alle gesneuvelden en slachtoffers', Zottegems genootschap voor geschiedenis en oudheidkunde, 1995(7), p. 13-136.
LAMARCQ Danny, "Oorlogsmonumenten te Zottegem. Stille getuigen van twee wereldbranden. Een inventaris van de tastbare getuigenissen en een poging tot biografie van alle gesneuvelden en slachtoffers." in Zottegems Genootschap voor Geschiedenis en Oudheidkunde. Handelingen, VII, 1995, p. 13-136.
MARX M. & ENGELEN C., 'Jules Vits', Beeldhouwkunst in België vanaf 1830, uitgave Algemeen Rijksarchief, 2002, deel 3, p. 1772-1773.
'De afdeling rond beeldhouwer Jules Vits' [online], Gemeentelijk museum, archief en documentatiecentrum Melle:, http://users.skynet.be/museum.melle/jules_vits.htm [geconsulteerd op 5 mei 2015].
Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DO002348, Oorlogsmonumenten in Oost-Vlaanderen. Auteurs: Van Branden, Gudrun Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Oorlogsmonument ontworpen door Jules Vits [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/212482 (geraadpleegd op ).