Gelegen langs de Noordstraat, aan de omheining rond de Sint-Walburgakerk, ten noorden van de Grote Markt.
Historische achtergrond
Dit gedenkteken herinnert aan Karel Cogge. Karel Cogge is vooral bekend omwille van zijn rol in de onderwaterzetting. Over het precieze verloop van de onderwaterzetting van de IJzervlakte die een einde maakte aan de IJzerslag is reeds veel geschreven. In elk geval rijpte de idee bij kapitein-commandant Nuyten om via een gecontroleerde onderwaterzetting de Duitse opmars te stuiten. Hij liet de Veurnse onderzoekrechter Emeric Feys een document tonen aan Kolonel Wielemans, de onderchef van de Generale Staf, waaruit bleek dat Nieuwpoort in 1793 de Franse revolutionaire troepen een tijdlang op afstand had weten te houden door een onderwaterzetting. Diezelfde dag nog, op zondag 25 oktober 1914, werd Karel Cogge (° Veurne, 1855 - + Veurne, 1922), toezichter van de Noordwatering van Veurne, op het stadhuis ontboden om de mogelijkheden van een inundatie te bespreken. Een eerste poging via het Oud-Veurnesas, uitgevoerd door Karel Cogge en kapitein Thys, bleek niet toereikend genoeg. Vervolgens werd gefocust op de idee van Karel Cogge om via de Noordvaart de IJzervlakte onder water te zetten: hij wist namelijk dat het debiet van de Noordvaart driemaal hoger was dan de Oude-Veurnevaart. Dit voorstel werd eerst tegengehouden, omdat de Noordvaart te dicht lag bij de Duitse stellingen. In de nacht van 29 op 30 oktober werd uiteindelijk toch beslist om het verlaat van de Noordvaart te openen. Dit werd uitgevoerd door kapitein Umé, korporaal Balon, soldaten Cop en Van Belle met medewerking van schipper Hendrik Geeraert. Door dit manoeuvre vier nachten na elkaar te herhalen, steeg het water in het beoogde gebied met 10 à 30 centimeter.
Na de onderwaterzetting stabiliseerde het front zich tussen de Noordzee en Diksmuide. De IJzerslag was ten einde. De Belgen hadden de controle over de afwatering van de streek (via een compagnie Sapeurs-Pontonniers), maar de Duitsers bleven de sluizen met hun zware artillerie bestoken. Karel Cogge en commandant Nuyten werden reeds op 5 november 1914 door koning Albert eretekens op de borst gespeld.
Het borstbeeld werd onthuld op 7 augustus 1927. Het werd opgericht met een regeringstoelage van 5.000 oude Belgische Frank en een provincietoelage van 2.500 oude Belgische Frank.
De buste is van de hand van beeldhouwer Jules Lagae (Roeselare 1862 - Brugge 1931). Hij begon zijn carrière als beeldhouwer aan de Stedelijke Academie der Schone Kunsten (SASK) in Roeselare. Daarna ging hij naar de SASK in Brussel. In 1888 kreeg hij de Prijs van Rome en verbleef in Italië tot 1892. Gevormd door het eclecticisme, koos hij voor een romantische, realistische stijl. Lagae was buitengewoon bekwaam, veelzijdig, actief en ook internationaal geëerd. Hij realiseerde veel oorlogsgedenktekens, borstbeelden, standbeelden, dieren, allegorieën en medailles. Zijn werk was op vele internationale tentoonstellingen te zien. Lagae's eigen stijl, een mengeling van realisme en romantiek, komt goed tot uiting in deze Karel Cogge.
In Veurne herinnert ook een straatnaam aan deze figuur.
Kenmerken
Op een hoog en sterk geprofileerd hardstenen voetstuk met doorlopende kroonlijst staat een kleine sokkel met concaaf gebogen zijkanten. Hierop is het bronzen borstbeeld van Karel Cogge geplaatst.
Bovenaan op het voetstuk staat in hardsteen het wapenschild van Veurne. Daaronder een bronzen plaat met eenvoudige geprofileerde lijst. "De stad Veurne aan Karel Cogge 1855-1922", "Dankbare hulde".
Hoogte: 373 centimeter, breedte: 120 centimeter, diepte: 90 centimeter.
- S.N. 1997: Lexicon van Westvlaamse Beeldende Kunstenaars", Brugge.
- DEN BAES J. (eindred.) 2004: Momenten van Oorlog in Vredestijd. Een tocht langs Oorlogserfgoed in Veurne-Ambacht, s.l.
- JACOBS M. 1996: Zij die vielen als helden... Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, deel 2, Brugge.
- VAN PUL P. 2004: Oktober 1914. Het koninkrijk gered door de zee, Erpe.
- VANACKER L. 2003: De IJzer, oktober 1914. Een slag te veel? Het idee en de timing van de eerste onderwaterzetting, Westvlaamse Gidsenkring Westhoek, XXXIX.3, 1-26.