erfgoedobject

Geheel van twee burgerhuizen en een meergezinswoning in beaux-artsstijl

bouwkundig element
ID
300407
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300407

Juridische gevolgen

Beschrijving

Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen (nummers 79-81) en een meergezinswoning (nummers 83-85) in beaux-artsstijl, naar een ontwerp door de architect Jacques De Weerdt uit 1912 (gevelinscriptie). Opdrachtgever van dit vastgoedproject was Pierre De Lathouwer, over wie verder niets bekend is. Het oorspronkelijke programma omvatte behalve de twee eengezinswoningen, twee winkels met woonst en vermoedelijk acht huurkwartieren.

Het vastgoedproject De Lathouwer maakt deel uit van een grotere groep van zeven aaneengesloten bouwprojecten die door Jacques De Weerdt tussen 1911 en 1914 werden ontworpen, in opdracht van vijf verschillende bouwheren (Plantin en Moretuslei 69 tot 91, hoek Provinciestraat 228). Samengesteld uit drie burgerhuizen, negen meergezinswoningen en twee bedrijfsgebouwen, beslaat het monumentale ensemble zowat een derde van het bouwblok gevormd door Plantin en Moretuslei, Provinciestraat, Wipstraat en Van Immerseelstraat. Met een uitbundige vormgeving laverend tussen beaux-arts en art nouveau, is het geheel representatief voor het oeuvre van de architect uit de periode vanaf omstreeks 1905 tot aan de Eerste Wereldoorlog. In nauwelijks tien jaar tijd realiseerde De Weerdt alleen al op het toenmalige grondgebied van de stad Antwerpen meer dan honderd panden, vaak van eenzelfde standaardtype. Zijn architectuur is herkenbaar aan de voorkeur voor natuursteen als parement, de vloeiende lijnvoering, de plastische volumetrie en het sierlijke smeedijzer in zweepslagstijl. Begonnen als tekenaar in dienst van de Belgische Spoorwegen vóór de eeuwwisseling, liep zijn carrière tijdens de minder productieve jaren 1920 ten einde.

Gekoppelde burgerhuizen

Met een gevelbreedte van elk twee ongelijke traveeën omvatten de volgens spiegelbeeldschema gekoppelde rijwoningen, een souterrain en vier bouwlagen onder een plat dak. Zoals voorgeschreven hebben de lijstgevels een parement uit witte natuursteen, met een plint en puilijst uit blauwe hardsteen. Uniform behandeld, beantwoordt het gevelfront aan een volkomen symmetrische compositie, die de klemtoon legt op beide zijrisalieten. Horizontaal volgt de opstand een drieledig schema, opgebouwd uit de pui, de twee hoofdverdiepingen in kolossale orde met een klassiek hoofdgestel, en een attiekverdieping. De risalieten worden gemarkeerd door een balkon met balustrade op leeuwenkopconsoles, pilasters en een driehoekig fronton. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, op de hoofdverdiepingen in oplopende omlijstingen. Het decor van guirlandes en medaillons gaat terug op de Lodewijk XVI-stijl. Van het houten schrijnwerk zijn in beide panden de inkomdeuren van verschillend type en de benedenvensters bewaard, en in nummer 81 ook de bovenvensters; fraaie smeedijzeren keldertralies met guirlandes.

Identiek in spiegelbeeld, beantwoordt de plattegrond aan de klassieke typologie van het burgerhuis. Op de begane grond wordt de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht, geflankeerd door de vestibule en traphal, de office met ‘monte plats’ en het toilet; ontbijtkamer en keuken bevinden zich in het souterrain. De eerste verdieping omvat twee kamers in enfilade en een badkamer in de achterbouw, de tweede en derde verdieping drie kamers en een ‘cabinet de toilette’.

Meergezinswoning

Het brede rijhuis met een gevelbreedte van vier traveeën, omvat vijf bouwlagen onder een plat dak. In de bouwplannen wordt de constructie afgedekt met een pseudo-mansarde met dakkapellen, waarvan niet duidelijk is of deze niet werd uitgevoerd dan wel later verwijderd. Zoals voorgeschreven heeft de lijstgevel een parement uit witte natuursteen, op een pui uit blauwe hardsteen. Het monumentale gevelfront ontleent zijn compositieschema aan het Parijse ‘immeuble’, met een decor teruggaand op de Lodewijk XVI-stijl. De opstand beantwoordt aan een drieledig schema, opgebouwd uit de pui, de drie hoofdverdiepingen in kolossale orde gemarkeerd door het gevelbrede balkon op leeuwenkopconsoles en het klassieke hoofdgestel, en de als attiek uitgewerkte topgeleding waarvan de geplande mansarde ontbreekt. Volkomen symmetrisch van opzet, ligt de klemtoon op de twee zijrisalieten, die een brede middenpartij met pilasterordonnantie en terugwijkende attiek flankeren. De risalieten worden gemarkeerd door een rondboogportaal, geblokte pilasters, een balkon met balustrade, een medaillon met putti in het hoofdgestel en een topstuk als bekroning. Verder bestaat de opstand uit registers van rechthoekige vensters met smeedijzeren borstweringen, en als decor medaillons en guirlandes. Van de winkelpui zijn enkel de portalen en de middenpilaster bewaard; het schrijnwerk is op twee vensters na vernieuwd.

Volgens de bouwplannen bestaat de begane grond uit twee gescheiden winkels, waarbij telkens een eetkamer, veranda en keuken met pomphuis en WC aansluiten; de gemeenschappelijk vestibules en traphallen van de huurkwartieren bevinden zich in de uiterste traveeën. De L-vormige plattegrond van de huurkwartieren, twee aan twee gegroepeerd op de verdiepingen, omvat twee kamers, een 'cabinet de toilette' en een keuken met wc.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1912#904.
  • VANHOVE B. 1978: De Art Nouveau-architectuur in het Antwerpse: een doorsnede, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, 94-96.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Geheel van twee burgerhuizen en een meergezinswoning in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300407 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.