erfgoedobject

Sociale woonwijk Sparrenhof

bouwkundig element
ID
302114
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302114

Juridische gevolgen

Beschrijving

Laagbouw parkwijk met gezinswoningen, bejaardenwoningen en een gemeenschapslokaal, tussen 1962 en 1965 gerealiseerd door de sociale huisvestingsmaatschappij Tuinwijk naar ontwerp van de architecten Jos Van Driessche en Paul Van Winckel, met een bekroonde groenaanleg van Ronald Clays.

Bouwgeschiedenis

Van 1962 tot 1965 bouwde de sociale huisvestingsmaatschappij Tuinwijk te Lokeren het Sparrenhof, een wijk bestaande uit 41 woningen en een gemeenschapslokaal naar ontwerp van de architecten Jos Van Driessche en Paul Van Winckel. Eén van de architecten (waarschijnlijk Van Driessche) had reeds succesvol deelgenomen aan een wedstrijd voor een gelijkaardige wijk waarop burgemeester Prosper Thuysbaert hem aanstelde voor deze wijk. De uitvoering liet echter op zich wachten omdat de administratie (waarschijnlijk de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting) terugdeinsde voor dergelijke nieuwe modellen in sociale woningbouw. De aannemer was E. Saey en zoon uit Lokeren, de groenaanleg werd ontworpen door Ronald Clays uit Lokeren (Daknam) en ontving in 1967 de prijs "Groenruimten en bebloemde wijken (categorie B)" van het Nationaal Instituut voor de Huisvesting. Anno 2015-2016 wordt de wijk gerenoveerd.

Typering en beschrijving

Het Sparrenhof kadert in de veranderende parkwijkgedachte tijdens de jaren zestig, waarbij hoogbouw en rationele strokenbouw onder invloed van Zwitserse en Scandinavische modellen ingeruild werden voor dense laagbouw met vernieuwende inplanting zoals schakelingen in zaagtand. De wijk werd in de contemporaine literatuur vooral geprezen omwille van de aanleg: het betreft een afgesloten geheel, van de straat gescheiden door een stenen muurtje. Het autoverkeer is beperkt tot de rand en gescheiden van het voetgangersverkeer. De groenaanleg heeft maximale ruimte gekregen (met zowel gemeenschappelijke als private tuinen) en de plantenkeuze is aangepast aan het type grond, er is veel aandacht besteed aan details zoals kleurafwisseling, en de wisselwerking tussen architectuur en groenaanleg is maximaal. Zo kijkt bijna elke woning uit op het groen en zijn de architectonische elementen in de groenaanleg (zoals zitbanken) in dezelfde materialen opgetrokken als de huizen. De zaagtandinplanting van de woningen zorgt voor een optimale oriëntatie, voldoende privacy en een benadrukking van de individualiteit van de woningen, en geeft het geheel een opvallend architecturaal aspect. Anno 2016 wordt de groenaanleg gedomineerd door ruwe berk, met enkele gewone essen.

De architecturale vormgeving wordt verder gekenmerkt door één- en tweelaagse bakstenen, witgeschilderde gekoppelde panden onder plat dak. In de oksel van de tweelaagse gebouwen werd op de benedenverdieping een erker gerealiseerd. Deze huizen kenmerken zich aan de voorzijde tevens door inspringende voorgevels ten opzichte van de zijgevels. De achtergevels zijn zeer sober uitgewerkt. Historische foto’s tonen het kleurrijke, contrastrijke karakter van de wijk met niet alleen witgeschilderde muren maar ook houten schrijnwerk en ‘friezen’, en (deels) donkerbruin geschilderde voorgevels.

Wat de planindeling betreft, zijn er drie types woning te onderscheiden: twaalf bungalows met twee slaapkamers, zestien bungalows met één slaapkamer en dertien woningen van twee bouwlagen met drie slaapkamers, bedoeld voor jonge gezinnen die de wijk moesten verlevendigen. Daarnaast telde de wijk oorspronkelijk ook één gemeenschapslokaal(nummer 25A) in een aansluitende vormgeving, dat later omgebouwd werd tot woning. Technisch was de wijk vooruitstrevend door de aanleg van één centrale verwarming en de voorziening van een opvallende televisiemast in het midden van de wijk (ingenieur O. Geerts uit Wilrijk).

Evaluatie

Deze wijk werd binnen de thematische inventarisatie van het sociale woningbouwpatrimonium zeer hoge tot uitzonderlijke erfgoedwaarde toegekend (top van de selectie).

Het Sparrenhof heeft een hoge architecturale en stedenbouwkundige waarde als een vroeg en kwalitatief voorbeeld van een laagbouw parkwijk waarin een inventieve schakeling van woningen leidt tot een genereuze groenaanleg, een hoge woningdensiteit en de benodigde privacy. Zowel de groenaanleg (met inbegrip van architecturale elementen zoals banken,...), de inplanting van de woningen, de architecturale volumes, de materialen als het oorspronkelijk kleurenpalet dragen hiertoe bij.

  • Archief Tuinwijk, dossier Sparrenhof.
  • Onroerend Erfgoed, Archief Inventaris sociale woningbouwpatrimonium (2011-2016), Sitenaam LOKERE_SPARRENHOF_4220 en LOKERE_BERGENDRIES_4220.
  • Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, fotoarchief, map 16, nummers 2767-2801.
  • Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, Dienst Onroerende Transacties, registratiefiches, SHM 4220, wijk Bergendries “Parkwijk”.
  • DELPORTE R. e.a. 1993: Architectuur in de provincie. Realisaties in Oost-Vlaanderen 1963-1993, Gent, 142.
  • DE MEULDER B., DE DECKER P., VAN HERCK K., RYCKEWAERT M. & VANSTEELANT H. 1999: Over de plaats van de volkswoningbouw in de Vlaamse ruimte. In: Huiszoeking. Een kijkboek sociale woningbouw, Brussel, 56.
  • DESOMBRE P., SPITAELS K. EN HERREGODTS K. 1997: Architectuur, in: S.n., Bouwstenen van sociaal woonbeleid ’45-‘95. De VHM bekijkt 50 jaar volkshuisvesting in Vlaanderen. Deel 1, Brussel, 359.
  • MAEREVOET L. 2015: Sociale huisvesting anders bekeken. Monumentale kunst in sociale huisvesting 1945-1985, onuitgegeven masterproef UGent, Vakgroep Kunstwetenschappen.
  • La Maison 1966, 9, 316-318.
  • S.N. 1997: Monografieën erkende bouwvennootschappen, in: S.N., Bouwstenen van sociaal woonbeleid ’45-‘95. De VHM bekijkt 50 jaar volkshuisvesting in Vlaanderen. Deel 2, Brussel, 95.
  • S.N. 1969: Société nationale du logement, Bruxelles, 55 en 87.
  • VAN CAMPENHOUT N. 2011: Prosper Thuysbaert en de vragen van zijn tijd, Sint-Niklaas.
  • VAN HERCK K. 2012: Wonen in een park: sociale woningbouw in de golden sixties, in: DE BONDT Y. en STRAUVEN F. (ed.), Architectuur in de golden sixties. De Turnhoutse School, Tielt, 229-244.
  • VERSTRAETE I. 2005: Tussen theorie en praktijk: De evolutie van de woningen uit “Wonen” van het NIH tussen 1958-1980, onuitgegeven verhandeling KULeuven, Vakgroep burgerlijk ingenieur architect, 119-151.
  • Wonen 1968, nummer 41, 17 & 20-21; 1972, nummers 55-56, 44-46; 1983, nummer 95, 11.
  • Informatie over groenaanleg verkregen van Herman van den Bossche (18 juli 2016).

Auteurs: Mertens, Joeri; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sociale woonwijk Sparrenhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/302114 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.