Parochiekerk van Nieuwmunster, gelegen centraal in het straatdorp, omgeven door ommuurd kerkhof, met ten westen daarvan een kerkplein met vrijheidsboom. Bij de ingang van het kerkhof, arduinen roepsteen, symbool voor de openbare macht van de gemeente, vermoedelijk afkomstig van de oude Romaanse kerk (teerlingkapiteel).
Historiek
Volgens pastoor Steylaers (1953) zou dit kerkje zijn gesticht door de Tempeliers, die het noordwesten van de oude parochie 'Ukesham' (ontstaan in 981), in 1128 hadden gekregen van Diederik van den Elzas, graaf van Vlaanderen, die er zijn gezag wou handhaven. De Tempeliers zouden de paters augustijnen van de Eeckhoutabdij in Brugge hebben gevraagd om de nieuwe parochie te bedienen. De paters zouden dan de patroon van hun abdij, de heilige Bartholomeus, als patroon voor de nieuwe parochiekerk hebben gekozen. De benaming 'Ukesham' zou op dat moment zijn vervangen door 'Novum Templum' of nieuwe kloosterkerk (Nieuwmunster). Het is niet duidelijk in hoeverre deze theorie historisch correct is.
De eerste historisch gefundeerde vermelding van de parochie dateert van 1200 als "Novum Templum". De huidige benaming "Nieuwmunster" duikt pas op in 1214. De abdij van Sint-Andries had het patronaat over de kerk en dit zeker sinds 1221. De huidige Sint-Bartholomeuskerk gaat terug op een vroeggotische kruiskerk met eind 13de of begin 14de-eeuwse vieringtoren. Het veldstenen metselwerk van de torenvoet wijst erop, dat hier ook in de romaanse periode al een bidplaats was. Enkel de noordelijke kruisbeuk en de eind-13de- of begin-14de-eeuwse vieringtoren zijn van deze periode nog bewaard. Zoals vele bedehuizen uit de omgeving wordt het gotische gebouw tijdens de tweede helft van de 16de eeuw (vermoedelijk in 1578) door de geuzen geplunderd. De koorpartij, de kruisbeuk en de toren worden grondig gerestaureerd in 1627, de benedenkerk wordt in 1666 afgebroken. Zo behoort de laatgotische vieringtoren, die in 1715 wordt hersteld en van nieuwe galmgaten wordt voorzien, sindsdien tot de westbouw. In 1883 is het hoogkoor verlengd en krijgen beide zijkoren een rechthoekige aanbouw, die als sacristie dienst moet doen. De neogotische aanpassingen blijven niet beperkt tot het exterieur: de overwelving van de middenbeuk en van het hoogkoor dateert eveneens uit die periode. In 1909 wordt tijdens een grondige herstelbeurt onder andere het spitsboogvenster boven de ingang gerestaureerd. De recentste restauratie dateert van 1998.
Beschrijving
Georiënteerde, driebeukige bakstenen hallenkerk met westtoren, omgeven door een ommuurd kerkhof en gelegen centraal ten noorden van de Doelhofstraat.
Verankerde baksteenbouw met leien bedaking. Plattegrond ontvouwt driebeukig schip van drie traveeën, resterend gedeelte kruisbeuk met kleine aanbouw ten noorden, westtoren, vooruitspringend, vlak afgesloten koor, verlengd in 1883 en vlak afgesloten zijbeuken, met twee rechthoekige aanbouwen uit zelfde jaar. Vlakke westgevel toont sporen van dichtgemetselde spitsboogvormige doorgangen naar de verdwenen 13de-eeuwse benedenkerk. Eind 13de-, begin 14de-eeuwse toren, met vierkante, gedeeltelijk Romaanse torenromp, gaat bovendaks over naar een achtkant door middel van met halve piramiden afgedekte trompen, bekroond door ingesnoerde, achtzijdige spits. Steigergaten boven korfboogvormige galmgaten (1715), net onder de dakrand. Noordelijke transeptarm met puntgevel, gestut door twee zwaar verspringende steunberen. Zijbeuken verlicht door spitsboogvensters met gevarieerd bakstenen maaswerk. Aanbouwen naast koor duidelijk herkenbaar aan donkerder baksteenmetselwerk en spitsboogvenstertjes met maaswerk in witte natuursteen.
Interieur
Grotendeels witgepleisterd interieur. Onbepleisterde bakstenen spitsboogvormige scheibogen met zuilen op achtzijdige basis, waarvan één in witte natuursteen en één in baksteen. Spitsboogvormige scheiboog, rustend op twee half ingewerkte zuilen met dubbel haakkapiteel in Doornikse kalksteen tussen oorspronkelijke viering en zuidelijke arm van de kruisbeuk vormt restant van de 13de-eeuwse kerk. Middenbeuk en hoogkoor overkluisd met neogotisch bepleisterd kruisribgewelf op gepolychromeerde consoles, versierd met hogels (1883). Zijbeuken en transept voorzien van eenvoudiger houten tongewelf. Zwart en wit marmeren vloer.
Mobilair
Houten portiekaltaar gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw in barokstijl (noordelijke zijbeuk, 1640-1641), naar ontwerp van schrijnwerker Hiëronymus Stalpaert (Brugge) en met schilderijen van Jan Bartholomeus (Brugge). Eikenhouten communiebank naar ontwerp van beeldhouwer Adriaen Masyn uit dezelfde periode. 18de-eeuwse eikenhouten biecht- en preekstoel en marmeren doopvont met koperen deksel. Orgel uit 1952 naar ontwerp van Jos en Pieter II Loncke (Esen).
- Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg, West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, Archief nrs. W00601-W00715 en Levend Archief.
- FAUCONNIER, A., ROOSE, P., Het Historisch Orgel in Vlaanderen, deel IVa, Brussel, 1986, pp. 472-473.
- Gemeente Zuienkerke, Praktische informatiegids voor Groot-Zuienkerke, Zuienkerke, 1986 en 1990, p. 11.
- Gemeente Zuienkerke, Praktische informatiegids voor Groot-Zuienkerke, Zuienkerke, 1986 en 1990, p. 11.
- Open Monumentendag Vlaanderen, Monumenten en Tijd, Zuienkerke, 2000, pp. 15-16.