erfgoedobject

Bloemmolens Société Minoterie et Huilerie de Dixmude

bouwkundig element
ID
77926
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/77926

Juridische gevolgen

Beschrijving

Zogenaamde "Bloemmolens" van de "Société Minoterie et Huilerie de Dixmude". Industrieel-archeologische site gelegen aan de samenvloeiing van IJzer en Handzamevaart, circa 2000 geïntegreerd in het stadsuitbreidingsproject "Hof ter Bloemmolens", waarbij de 'Bloemmolens' zelf werden omgebouwd tot het cultureel-toeristisch centrum "Westoria".

1836: "Van Hille frères, destillateurs" richten een suikerfabriek op aan de Bloemmolenkaai ten zuidoosten van de Hoge Brug, waar thans het 'Hotel Sint-Jan' is gesitueerd.
1891: aankoop van de sedert 1880 leegstaande gebouwen van de oude suikerfabriek aan de IJzer door de Diksmuidse nijveraar Eugène Devos-Quatannens, die ze de komende jaren ombouwt tot een moderne stoommaalderij of 'Minoterie'.
1914-1918: na de val van Diksmuide (10 november 1914), wordt de stevige betonnen 'Minoterie' door de Duitsers omgebouwd tot een oninneembaar arendsnest op nauwelijks 20 m van de Belgisch-Franse linie op de linkeroever van de IJzer. Kort na de Eerste Wereldoorlog wordt de 'Minoterie' een ware attractie in het ontluikende fronttoerisme.
1921: E. Devos draagt bij notariële akte al zijn rechten op oorlogsschadevergoeding over aan de "Société Anonyme Minoterie et Huilerie de Dixmude", waarin hij de functie van dienstdoend directeur waarneemt.
1922: de uiteindelijke bescherming van de voormalige 'Minoterie' als "site de guerre" door het Ministerie van Defensie in 1922 verhindert de wederopbouw van de "Bloemmolens" op dezelfde plaats. De Société krijgt een nieuw bouwterrein toegewezen bij de samenvloeiing van de Handzamevaart en de IJzer. Met de financiële steun van de Dienst der Verwoeste Gewesten wordt door de firma "Schneider-Jaquet" een nieuw industrieel complex opgetrokken, met o.m. de twee bewaarde bloemmolentorens, een olieslagerij, een machinekamer, een meststoffenmagazijn, bureaus, een conciërgerie, de haveninfrastructuur, enz.
1923 - 1932: omwille van moeilijkheden worden de "Bloemmolens" in de eerste jaren niet in werking gezet. Circa 1932 wordt het geheel verkocht aan "N.V. Florizoone en Cloet", meststoffen- en graanhandelaars uit Veurne.
Circa 1960: de olieslagerij wordt ontmanteld en het machinepark als schroot verkocht.
1996: oprichting van de "vzw Bloemmolens 2002" met als doelstelling de industrieel-archeologische site om te vormen tot een educatief streekmuseum.
1998-2000: restauratie van de twee torenvolumes naar ontwerp van "B.V.B.A. Studiebureau Ir. Ch. Lobelle". De westelijke toren wordt voornamelijk herbestemd als tentoonstellingsruimte, terwijl voor de oostelijke toren geopteerd wordt voor een industrieel-archeologisch maalderijmuseum met het behoud van het integrale machinepark.

Industrieel-archeologisch complex van twee torens, voorheen voor overslagfuncties met elkaar verbonden door een zadelvormig afdak. Thans afgesloten door een hedendaagse, zadelvormige constructie voor de onthaalfunctie van het cultureel-toeristisch centrum (zie restauratie 1998-2000).
Westelijke toren. Rechthoekige toren van zes bouwlagen onder plat dak. Respectievelijk vier en tien traveeën. Voortijds hoofdzakelijk silofunctie en aanverwante taken.
Oostelijk toren. Eigenlijke maalderij. Rechthoekige toren van zes bouwlagen onder plat dak. Respectievelijk twee en tien traveeën. Beide torenvolumes zijn opgetrokken in een zichtbaar gelaten betonnen skeletstructuur, ingevuld met rode bakstenen gevelwanden verlevendigd met siermotieven in gele baksteen.
Lijstgevels afgesloten met een zware geprofileerde betonnen kroonlijst en hoger oplopende borstwering in gele baksteen, telkenmale bekroond met centraal gebogen fronton, met ter hoogte van de voorgevels het opschrift "N.V. BLOEMMOLENS DIKSMUIDE". Twee bovenste bouwlagen van de voorgevel eveneens in gele baksteen. Muuropeningen: enkelvoudig, gekoppeld of geschrankt in de hoogte; bovenverdieping met drievoudig gekoppelde ramen.
Interieur: betonskeletstructuur met hoofdzakelijk houten vloerconstructies en integraal bewaarde elektrisch aangedreven maalinrichting.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief nr. 626.
  • Inventarisatie van Relicten uit de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek (Provincie West-Vlaanderen, "Oorlog en Vrede in de Westhoek", en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen).
  • S.N. s.d.: Kultureel-toeristisch centrum "De Westhoek" in de torens van de voormalige maalderij "De Bloemmolens van Diksmuide", onuitgegeven toelichtingsnota N.V. Desimpel.
  • DEBAEKE S. 1998: Het drama van de dodengang, Koksijde, 128.
  • DEMOEN H. 1997: Inleiding tot de geschiedenis van de Bloemmolens van Diksmuide, ongepubliceerde historische nota.

Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. & SCHEIR O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Diksmuide, Deel I: Deelgemeenten Diksmuide, Beerst, Esen, Kaaskerke, Keiem en Lampernisse, Deel II: Deelgemeenten Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL18, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Inrichting

Van de oorspronkelijke inrichting door Schneider, Jaquet & Cie (Straatsburg) van de Bloemmolens van Diksmuide bij de wederopbouw na de Eerste Wereldoorlog zijn nog vrij veel relicten bewaard. Deze bestaan in het bijzonder uit van houten mantels voorziene vijzen en elevatoren, een houten builmolen, een deels houten deels metalen ziftmachine, houten borstelmachine met ventilator, een graanbevochtiger, een stofzuiginstallatie, een magneetscheider, zeven walsenstoelen (waarvan drie breekwalsen en vier fijnwalsen) en twee centrifugale builmolens.

De Ateliers Léon Michel-Simonis (L.M.S.) waren betrokken bij de vermoedelijk kort na de Tweede Wereldoorlog doorgevoerde modernisering van de Bloemmolens van Diksmuide in Diksmuide. Van het bedrijf zijn er nog twee walsenstoelen, vier voorzifters, twee metalen builtoestellen (zogenaamde Forsters), twee houten builmolens, een houten builmolen, een houten zekerheidsbuil, twee dubbele plansichters en een patentmolen bewaard. Door Bühler uit het Zwitserse Uzwil werd de maalderijuitrusting aangevuld met drie breekwalsen en een gecombineerde fijnwals.

Het Engelse constructiebedrijf Henry Simon Ltd. stond na de Tweede Wereldoorlog in de Bloemmolens van Diksmuide in voor een deel van de herinrichting van de reinigings- en de maalafdeling. Van deze firma zijn in de reinigingsafdeling nog een schijvensorteerder en in de maalafdeling nog vier ‘entoleters’ en een plansichter (met zes passages) bewaard.

Ook de Oostenrijkse Maschinenfabrik Heid A.G. produceerde sorteer- en reinigingsmachines voor de Diksmuidse Bloemmolens.

De Angefer-haverpletter in de Bloemmolens van Diksmuide is van Theunynck-makelij. Redler Ltd. installeerde er transportbanden. De fijnwals van het type ‘Supernovo’ is van het Zwitserse bedrijf Daverio & Cie.

De ijzeren droogsorteerinstallatie (steenuitlezer) in de Bloemmolens werd geproduceerd door het Duitse M.I.A.G.

De vijf A.E.G.-motoren in deze grootmaalderij zorgden voor de aandrijving van de reinigings- en maalinstallaties in de oostelijke toren. De drie nog bewaarde A.S.E.A.-motoren vertonen nog het swastika-logo, wat aangeeft dat ze dateren van vóór 1933. De C.E.B.-elektromotor zorgde voor de aandrijving van de maalstoel met pletstenen die het graanafval vermaalden. Ook bewaard is een A.C.E.C.-elektromotoren die voor de mechanische aandrijving zorgde.

  • BECUWE F. 2007: De Bloemmolens van Diksmuide (West-Vlaanderen). Het industrieel erfgoed van een grootmaalderij, in: Relicta 3. Archeologie, Monumenten- en Landschapsonderzoek in Vlaanderen, Brussel, 321-328.
  • BECUWE F. 2009: In de ban van Ceres. Klein- en grootmaalderijen in Vlaanderen (ca. 1850 - ca. 1950), Brussel, 216-218, 221, 225, 236 & 252.
Auteurs: Becuwe, Frank
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Herbestemming

Westoria sloot in oktober 2003 definitief de deuren en is op 5 mei 2004 failliet verklaard. Sinds 2017 hebben de bloemmolens een nieuwe eigenaar. Het complex werd herbestemd tot een combinatie van appartementen, kantoren en horeca.

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Bloemmolens Société Minoterie et Huilerie de Dixmude [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/77926 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.