is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteeldomein van Bossuit
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Kasteeldomein van Bossuit: landhuis, oranjerie, paardenstal, koetshuis en personeelswoning
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Kasteeldomein van Bossuit: park en dreef
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteel van Bossuit
Deze vaststelling was geldig van tot
Kasteeldomein met zogenaamd kasteel van Bossuit, in het noorden en oosten begrensd door de Bouvriestraat, in het zuiden door de Doorniksesteenweg en in het westen deels begrensd door de Vierabeelstraat. Hoofdingang van het domein gelegen aan de Doorniksesteenweg. Andere toegangen in de Vierabeelstraat en de Bouvriestraat. Domein bestaande uit kasteel, oranjerie, afhankelijkheden en kapelletje, gelegen aan de ingang van de Bouvriestraat. Park met Engels geïnspireerde aanleg bestaande uit verschillende (beuken)dreven, vijver centraal op het kasteeldomein.
Historiek
Kasteel gebouwd op zogenaamd Kasteelleen (22 bunder groot), een achterleen van de dorpsheerlijkheid Bossuit; zeker sinds 1629 in bezit van de heren van Bossuit (achtereenvolgens de familie Hovine en het huis Luytens). Voorheen in eigendom van de heren van Gruuthuse, tevens heren van Avelgem. De site is de zetel van de voormalige heerlijkheid van Bossuit, later had ze een functie als Frans bolwerk van waaruit de belegeringen van Oudenaarde en Kortrijk, kaderend in de overwinningspolitiek van Lodewijk XIV, werden bestuurd. Eerste vermelding van gebouwen op het kasteelleen in 1629, het rapport vermeld "ung fief consistant en une maison, granges et estables".
In de loop van de 17de eeuw, bouw van eerste kasteel in opdracht van de heren van Hovine. Het kasteel wordt opgetrokken na het samenbrengen van de dorpsheerlijkheid van Bossuit (afhankelijk van de Franse koning) en het kasteelleen. De eerste eigenaar, de familie Hovine, verkoopt beide in 1710 aan de familie Luytens. Huidig kasteel opgetrokken in 1764 door burggraaf Maximiliaan-Frans-Jozef Luytens naar ontwerp van de Rijselse architect Le Saffre. Na de familie Luytens volgt de Rijselse familie d’Hangrin als eigenaar, gevolgd door familie de Beauffort. Zij laten het kasteel in 1867 verbouwen, het wordt vermoedelijk verhoogd en uitgerust met vier hoektorens, de omwalling aan het voorplein wordt gedempt. Ook het interieur wordt aangepast. Oranjerie (1850), afhankelijkheden (1862), Engels geïnspireerde parkaanleg en beukendreef dateren uit dezelfde periode. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt de zuidoostelijke hoektoren vernield, later heropgebouwd.
Kasteelsite reeds aangegeven op de Ferrariskaart (1770-1778) als "Chateau de Bossuit", centraal staat vermoedelijk het neerhof aangeduid, tevens is de drevenstructuur duidelijk weergegeven. Kasteel en koetshuis aangeduid als "Château d'Engrain" op de Atlas der Buurtwegen (circa 1843).
Beschrijving
Deels omwald classicistisch kasteel met 17de-eeuwse kern, huidig uitzicht bekomen in de 19de eeuw. Imposant, symmetrisch gebouw op rechthoekige plattegrond, drie op zeven traveeën en drie bouwlagen. Hoeken geaccentueerd door overhoeks geplaatste torens van vier geledingen op achtzijdige basis. Volume van rode baksteen op verhoogde begane grond met sokkel van breuksteen met opgelegde voegen, arduinen plint. Gebruik van natuursteen voor de omlijsting van muuropeningen en frontons, sluitstenen, hoekbanden, kordons en andere decoratieve elementen. Leien bedaking, doorbroken door meerdere dakkapellen in de vorm van oeils-de-boeuf, veelal met frontonbekroning en rolwerk. Afgeronde torenhoeken voorzien van natuurstenen spiegels met slingermotief. Voorgevel benadrukt door middenrisaliet van drie traveeën, gevat tussen geblokte hoekbanden, en uitlopend op een halsgevel onder gebogen fronton, waarin het wapenschild en de leuze "in bello fortis" van de familie de Beauffort - d'Hangrin. Horizontale belijning door doorgetrokken waterlijsten. Getoogde vensters in een vlakke omlijsting met oren en sluitsteen, meer uitgewerkt ter hoogte van het middenrisaliet (sluitstenen als hoofden uitgewerkt). Linkse travee met blinde vensters van gekapte natuursteen. Begane grond geritmeerd door rondbogige muuropeningen, verdiept in een geprofileerde omlijsting met druiplijst en fraaie sluitstenen. Breed bordes van arduin. Achtergevel op gelijkaardige wijze uitgewerkt: middenrisaliet met frontonbekroning, voorzien van wapenschild van de familie Luytens. Balkon met balustrade, rustend op consoles. Oostelijke zijgevel, terras met balustrade boven een tweedelige korfbogenbrug met breuksteen. Noordelijke zijgevel bekroond door ballusters, dak doorbroken door twee dakkapellen onder gebogen fronton.
Interieur. Gelijkvloers aangekleed bij de herbouw van het kasteel in 1764 vermoedelijk eveneens naar ontwerp van Le Saffre. Voornamelijk Lodewijk XVI-stijl met hier en daar rococo-invloeden. Traphal, torenkamers en verdiepingen aangekleed na de verbouwingen van 1867. De torenkamer van de na de Eerste Wereldoorlog heropgebouwde toren (ten zuidoosten) met classicistisch interieur. Het meubilair dateert uit de tweede helft van de 18de- en uit de 19de eeuw en werd grotendeels bewaard.
Kelderverdieping met restanten van 17de-eeuwse voorloper van het kasteel; bijna volledig heringericht bij verbouwing van 1867. Gelijkvloers met volgende indeling: traphal met achtergelegen ontvangstzaal geflankeerd door het zogenaamd rode en grijze salon aan de linkerzijde en de eetkamer met naastgelegen keuken van de dienstboden en diensttrap aan de rechterzijde. De torenkamers worden ingevuld door een bibliotheek (ten zuidoosten), een tweede bibliotheek behangen met goudleder (ten zuidwesten), de huiskapel (ten noordwesten) en een opslagruimte (ten noordoosten). Monumentale traphal met houten steektrap, leidend naar L-vormig bordes, dat uitgeeft op centrale gang; bepleisterd casettenplafond. Rechthoekige ontvangstzaal met afgeronde hoeken. Classicistisch wandbeschot met tweeledige opbouw met rechthoekige panelen gescheiden door plint van rechthoekige panelen versierd met lijstwerk met bekronende schelp. In een nis gevatte deuren met drieledige opbouw. Roodgevlekte marmeren lavabonis in de buitenhoeken. Zogenaamd "Grijze Salon" of "Salon des Grisailles": nagenoeg vierkante ruimte met afgeschuinde hoeken en een witmarmeren schouw met rococoversiering tegen de oostwand. Tweeledig wandbeschot. Noordwand en supraporta’s van oostwand versierd met vier in trompe l’oeil geschilderde medaillons met gouden omranding en cameeënvulling als voorstelling van de vier elementen; vermoedelijk van de hand van de Doornikse schilder Piat Sauvage (1768-1818). Boven deuren en spiegels, trofeeën met landbouwwerktuigen en jachtattributen. Zogenaamd "Rode Salon": roodmarmeren schouw tegen de oostwand met sobere rococo-versiering en spiegel, die evenals de deuropeningen bekroond wordt met een vaas met ranken en kransen. Wanden bekleed met rood fluweel. Ruime rechthoekige eetkamer van vier traveeën. Tweeledig wandbeschot en dito deuren. Deuren en spiegel versierd met bekronende afbeelding van een in een medaillon gevatte vaas met sierlint rustend op een palm. Bibliotheek (ten zuidwesten): met goudlederbehangsel beklede torenkamer. Rechthoekige vellen met een voorstelling in reliëf: krullende bladranken waartussen vijf cupido’s, voorstellend de vijf zintuigen, in goud tegen een bruine fond. Boekenrekken tot 3/4 hoogte. Huiskapel (noordwestelijke torenkamer). Rechthoekige ruimte met afgeronde hoeken, wanden met marmerimitatie op houten panelen en aflijnende kroonlijst. Houten altaar (scheepsaltaar) bekroond door engelen met schilderij van Christus aan het kruis. Tevens verschillende heiligenbeelden en religieuze schilderijen. Eerste verdieping met centrale traphal omgeven door zes kamers. Dienstvertrekken aan de rechterzijde. Vermeldenswaardige zogenaamd "Groene Kamer" en "Blauwe Kamer". Tweede verdieping opgedeeld in meerdere slaapkamers. Derde verdieping met grote zolder en verschillende opslagruimten. Vierde verdieping opgedeeld in drie ruimtes.
Ten noordwesten, binnen een ommuurde moestuin, oranjerie van 1850. Traditioneel rechthoekig gebouw van vijf traveeën en één bouwlaag onder schilddak (eternietschaliën). Roodgeschilderde baksteenbouw op arduinen plint. Empire-getinte tuingevel, geritmeerd door rondboogvensters en centrale rondboogdeur onder arduinen druiplijst. Aflijnende geprofileerde kroonlijst en hoekpilasters van arduin. IJzeren ramen en deuren met roedeverdeling. Binnenruimte overspannen door tongewelf met steekkappen.
Afhankelijkheden ten noorden, omvattende koetshuizen, paardenstallen en woonvertrek der knechten. Fraai ensemble in een eclectische, landelijke stijl, gedateerd 1862 door middel van jaarsteen boven doorgang. Gebouwen gegroepeerd rondom gekasseide binnenkoer met ovalen wasput voor de paarden. Behouden armpompen met arduinen drinkbak. Rode baksteenbouw onder overkragende zadeldaken, rustend op schoorstukken en doorbroken door fraaie houten dakkapellen. Getoogde vensters met behouden schrijnwerk onder doorgetrokken druiplijstjes. Verschillende blinde vensters. Stallingen met bewaarde bakstenen troggewelven.
Kapelletje gelegen ter hoogte van de ingang aan de Bouvriestraat. Bedehuisje op rechthoekige plattegrond, rode baksteen verfraaid door muurbanden in arduin onder pannen zadeldak. Puntgevel met cartouche van witte natuursteen in geveltop doorbroken door licht getoogde houten deur. Interieur. Bepleisterde en beschilderde wanden.
Eveneens ter hoogte van de ingang aan de Bouvriestraat, restant van bakstenen ommuring, geritmeerd door steunberen.
Bron: DE GUNSCH A. & DE LEEUW S. met medewerking van CALLENS T. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Avelgem, Deelgemeenten Avelgem, Bossuit, Kerkhove, Outrijve en Waarmaarde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL23, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: De Gunsch, Ann; De Leeuw, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
De verbouwingen van het kasteel en de bouw van het koetshuis omstreeks 1862-1867 zijn uitgevoerd op basis van plannen van architect Aimable Désiré Limbourg. De gelijktijdige aanpassingen aan het park, met heraanleg van de vijver, zijn uitgevoerd op basis van de inbreng van landschapsarchitect Louis Fuchs. Ook de kasteelomwalling werd in die periode aangepast.
In de moestuin bevinden zich ook nog twee serres die tegen de moestuinmuur zijn aangebouwd. Aan de achterzijde van de oranjerie bevindt zich een open annex, vroeger waarschijnlijk gebruikt als pottenschuur.
Aan de Doorniksesteenweg, de Bouvriestraat bevinden zich ornamentele smeedijzeren toegangshekken, het eerste gevat tussen met natuursteen beklede bakstenen pijlers. Aan de Vierabelenstraat is een eenvoudig smeedijzeren hek opgesteld, gevat tussen gietijzeren hekpijlers. In de moestuin zijn twee smeedijzeren hekkens geplaatst, gevat tussen bakstenen hekpijlers. De beukendreef is op twee plaatsen afgesloten met kettingpalen.
Bij de vijver bevindt zich een tuinbrug met bakstenen bruggenhoofd afgedekt met natuursteen, uitgerust met een ornamentele smeedijzeren leuning.
De kasteelomwalling is uitgerust met een schuifconstructie.
Is deel van
Bouvriestraat
Is deel van
Doorniksesteenweg (Bossuit)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein van Bossuit [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/79040 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.