is aangeduid als beschermd monument Duits militair erekerkhof
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als unesco werelderfgoed kernzone Duitse militaire begraafplaats Langemark
Deze aanduiding is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Duitse militaire begraafplaats Langemark
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als unesco werelderfgoed bufferzone Duitse militaire begraafplaats Langemark: buffer
Deze aanduiding is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Duits militair erekerkhof
Deze vaststelling was geldig van tot
Gelegen langs de Klerkenstraat, op circa 750m ten noorden van de kerk van Langemark. Op de begraafplaats zijn onder meer een massagraf, een beeldengroep en drie betonnen bunkers aanwezig. Vanaf de begraafplaats is er een panoramisch zicht op de vallei van de Broenbeek, met onder meer het gedenkteken voor de '34th British Division' en een Duitse bunker.
Het zogenaamde 'Studentenfriedhof' was één van de 17 Duitse begraafplaatsen, die na de Eerste Wereldoorlog op grondgebied Langemark lag en 'Langemarck-Nord' of 'Nr. 123' genoemd werd. Deze was ontstaan op de plaats van een Britse begraafplaats, die hier in oktober 1914 aangelegd was. Na de gasaanval van 22 april 1915 kwam de omgeving van de begraafplaats in handen van Duitse troepen, tot in de zomer van 1917. In het voorjaar van 1918 namen de Duitsers opnieuw Langemark in (Duitse Lente-offensief). Na de oorlog lagen er 859 doden begraven, waaronder 627 Duitsers. De andere doden behoorden tot het Franse, Belgische en Britse leger.
Na de oorlog werden hier doden van andere begraafplaatsen uit de omgeving 'geconcentreerd', zodat er in het totaal 10.143 doden begraven werden, waarvan er 6.313 geïdentificeerd kon worden. Met de hulp van oud-strijdersverenigingen (van heel wat regimenten afkomstig) en studentenorganisaties werd de begraafplaats in de jaren '30 ingericht door de 'Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge e.V.'. De begraafplaats kon op 10 juli 1932 ingewijd worden. Ze werd toen gekenmerkt door een zwaar poortgebouw in de omheiningsmuur, opgetrokken in rode zandsteen. Het poortgebouw deed aan een bunker denken en bevatte drie ruimtes, waaronder een 'ereruimte', waar de namen van de 6.313 geïdentificeerde doden van de begraafplaats opgesomd werden. Tussen het poortgebouw en de eigenlijke begraafplaats was een open ruimte, met een muur tussen de open ruimte en de eigenlijke begraafplaats. Hier konden kransen gelegd worden en toespraken gehouden worden. De tekst 'Deutschland muss leben, und wenn wir sterben müssen', uit het 'Soldatenabschied' van H. Lersch, hing in een krans aan de muur. De begraafplaats zelf werd getooid met eiken. Op het hoger gelegen gedeelte werden klaprozen gezaaid. Dit zogenaamde 'papaverveld' moest het vroegere front symboliseren en was gedeeltelijk omringd met knotwilgen en een brede sloot, die moest herinneren aan de onderwaterzetting van het IJzerfront. De drie aanwezige Duitse bunkers werden met elkaar verbonden via grote betonblokken, zodat deze verdedigingslijn meer benadrukt kon worden. Op deze blokken werd vooraan een granietblok geplaatst waarop de namen van de legerafdelingen en studentenverenigingen vermeld werden, die hadden meegeholpen met deze herinrichting van de begraafplaats.
Toen de Duitse begraafplaatsen van de Eerste Wereldoorlog in West-Vlaanderen vanaf 1955 op vier grote begraafplaatsen werden samengebracht, werden nog eens 9.257 geïdentificeerde doden begraven op het klaprozenveld. Zij lagen oorspronkelijk begraven in Staden, Westrozebeke, Passendale, Poelkapelle, Moorslede, Zonnebeke en Zillebeke. Alle niet-geïdentificeerde doden uit België werden in een 'Kameradengrab' bijgezet. De begraafplaats van Langemark bleek hiervoor de meeste plek te bieden. De open ruimte vóór het poortgebouw werd groter gemaakt. In dit massagraf zouden maar liefst bijna 25.000 onbekende Duitsers bijgezet worden. Aan de achterzijde van het massagraf werd de beeldengroep van E. Krieger geplaatst, een sobere uitbeelding van vier treurende militairen. In 1971 werden de oorspronkelijke nummerstenen van het oudste grafveld en de eiken blokken met koperen naamplaatsjes op het klaprozenveld vervangen door liggende platen uit natuursteen, met daarop naam, rang en overlijdensdatum. In 1984 werd de oorspronkelijke afscheidingsmuur tussen het toegangsgebouw en de eigenlijke begraafplaats afgebroken. De zin van Lersch werd achteraan het poortgebouw bevestigd. De beeldengroep van Krieger werd achteraan op de begraafplaats geplaatst. Rond het massagraf werden blokken geplaatst met ondertussen al 70 bronzen panelen, met de namen van bijna 17.000 doden, waarvan men zeker is dat ze in het massagraf begraven liggen. In de voorbije jaren werden nog stoffelijke resten van Duitse doden, gevonden op de voormalige slagvelden, in het 'Kameradengrab' bijgezet. Het onthaalpaviljoen naast de begraafplaats werd officieel ingehuldigd op 26 augustus 2006.
De begraafplaats heeft de bijnaam 'Studentenfriedhof' en de naam 'Langemarck' is een begrip geworden dankzij de Duitse propagandamolen. Op 11 november 1914 was een communiqué van de Duitse legerleiding verspreid, waarin vermeld stond dat jonge 'regimenten' ten westen van 'Langemarck' de eerste linies van de vijand doorbroken hadden terwijl ze 'Deutschland, Deutschland über alles' zongen. Dit bericht werd in nagenoeg elke krant op de voorpagina afgedrukt. Een mythe was geboren. De 'jonge regimenten' werd algauw geïnterpreteerd als 'hoofdzakelijk Duitse studenten' (vandaar de naamgeving 'Studentenfriedhof'). In werkelijkheid zou minder dan 18% van de manschappen in de betrokken eenheid student of leerling zijn. Dat ze tijdens hun stormloop het 'Deutschlandlied' zongen is een leugen, evenals de bewering dat ze de vijandelijke stellingen veroverden. De legerleiding wou voorlopig verzwijgen dat de 'Flandernschlacht' vastgelopen was in de modder en het water van de IJzervlakte en meende dat het thuisfront nood had aan een opkikker in de berichtgeving. De naam 'Langemarck' zou tijdens het interbellum en de Tweede Wereldoorlog een eigen leven leiden binnen de nazistische propaganda.
De begraafplaats werd reeds beschermd in 1943-1945 en dan opnieuw vanaf 2002.
De Duitse militaire begraafplaats van Langemark werd ontworpen door architect Robert Tischler. De begraafplaats heeft een rechthoekig grondplan, is gedeeltelijk omringd door grachten en is aan vier zijden omgeven door een brede, lage muur in rode zandsteen van de Weser, afgedekt met aarde en gras. Op de rechterhoek staat een kruis. Buiten de omheining staat een monoliet 'Deutscher Soldatenfriedhof 1914-1918 Langemark' met drie kruisen in verschillende groottes.
Vooraan is er een centraal, zwaar, ongeveer rechthoekig toegangsgebouw opgebouwd uit steenblokken met dunnere lagen ertussen in dezelfde rode zandsteen. De ingang heeft twee vooruitspringende steunen, waarop een brede architraaf rust. Op de zijkanten staat links 'Langemarck' en rechts 'MCMXIV-XVIII'. In het poortgebouw zijn er drie ruimtes: de centrale doorgang en twee zijkamers afgescheiden door smeedijzeren poorten. De muren en plafond van de centrale doorgang zijn met mozaïeksteentjes afgewerkt, de zijruimten met eikenhout. Rechts is er een erekapel, bekleed met naamplaten voor de 6.313 bekende doden van de oorspronkelijke begraafplaats (laagst gelegen deel). In de linkerzijkamer bevindt zich onder meer het register en een kaart: 'Diese Karte veranschaulicht die Aufgehobenen und die Endgültigen Deutschen Soldatenfriedhöfe 1914/18 in Belgien'. Links 'Die Heimat gedenkt Ihrer in Langemarck Ruhenden Gefallenen des Krieges 1914+1918'. Verder is er in de ruimte ook nog een infobord in plexiglas met de tekst '44 061 Duitse soldaten 14-18. In 1971 werden de kleine nummerstenen en de eiken blokken met koperen plaatjes, waarmee de graven tot dan toe waren gemerkt, vervangen door platen van natuursteen met de naam, de rang en de datum van overlijden. 16 940 in het gemeenschappelijk graf konden geïdentificeerd worden. Hun namen werden in 1984 op 68 bronzen gedenkplaten vereeuwigd'. In de zijkant van het toegangsgebouw zijn toiletten. Op de achterzijde van het gebouw hangt een bronzen plaat boven de doorgang: 'Deutschland muss leben auch wenn wir sterben müssen' 'Heinrich Lersch 1914'.
Na het poortgebouw is er een gemeenschappelijk graf, het zogenaamde 'Kameradengrab'. Links ervóór ligt een bronzen eikenbladkrans met in het midden 'Ich habe dich bei deinen Namen gerufen. Du bist mein. Jes. 43.1.'. Eronder 'Auf diesem Friedhof ruhen 44 061 Deutsche Soldaten des Krieges 1914 / 18.'. Zowel links als rechts liggen de wapenschilden van de provincies 'Flandern', 'Hennegau', 'Brabant', 'Antwerpen', 'Namur', 'Limburg', 'Lüttich', 'Luxemburg'. Rond het perk zijn 34 zware, rechthoekige opstaande stenen aan de 2 kanten bekleed met 68 bronzen gedenkplaten met de namen. Recent werden nog twee opstaande stenen toegevoegd, waarbij aan elke steen een bronzen gedenkplaat werd toegevoegd. Aan de achterkant van het perk een bronzen plaat 'In einem Gemeinsamen Grabe ruhen hier 24.917 Deutsche Soldaten 7977 blieben unbekannt'.
Achteraan op de begraafplaats, in het midden, waar de omheiningsmuur doorbroken is, staan vier meer dan levensgrote, gestileerde, bronzen beelden van soldaten op een blauw hardstenen plaat, de 'Trauernde Soldaten' van Emil Krieger.
In een geometrisch patroon liggen, verspreid over het terrein, vierkante, platte grafstenen. Hier en daar staan groepjes van drie kruisen uit basalt. Hoge bomen overschaduwen het geheel.
De begraafplaats zelf heeft een lager (bij het binnenkomen) en een hoger gelegen gedeelte (rechts). Het rechter deel wordt bereikt via enkele trappen. Daar staan tussen rechthoekige Duitse betonnen schuilplaatsen, 49 betonnen stenen met vooraan een ruimte uitgespaard, waarop een granieten blok geplaatst is met de namen van regimenten, verenigingen en studentengroeperingen, die in de jaren '30 de begraafplaats hielpen inrichten.
De begraafplaats wordt grotendeels omgeven door een lage muur, haag en een dubbele bomenrij. Naast de begraafplaats werd een toegangsweg, parking en onthaalpaviljoen aangelegd, evenals een nieuw wandelpad richting begraafplaats.
Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
De heraanleg van de begraafplaats rond 1971 gebeurde naar ontwerp van Dr. Georg Fischbacher. De graven werden nu gemarkeerd door vierkante stenen van graniet. De aanpassingen rond 1983-1984 gebeurden eveneens naar ontwerp van Fischbacher.
Is deel van
Langemark
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Duitse militaire begraafplaats Langemark [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/83766 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.