Geografisch thema

Oude Stationstraat

ID
10824
URI
https://id.erfgoed.net/themas/10824

Beschrijving

Straat met licht gebogen tracé en afhellend reliëf vanaf de zuidzijde van de Kortrijkstraat zuidwaarts tot aan het Stationsplein en de overweg van de spoorlijn Gent - De Panne, de zuidwaartse verbinding naar het kruispunt Gruuthusestraat - Bedevaartstraat - Blekerijstraat. De bebouwing aan de oostzijde, ten noorden van de Vredestraat, gaat voorheen mee met de Kortrijkstraat.

Vormt eertijds de westgrens van de heerlijkheid "Stoct-ten-Daele" die zich op de zuidelijke helling ("ten Daele") van de stad uitstrekt tot de Klijtenstraat. Deze heerlijkheid valt onder de ammanie van Tielt en is in het bezit van het kapittel van Harelbeke.

Voorheen gekend als de "Stoktstraat" die het "Stoktgebied" doorkruist, Tielts eerste "industriezone" waar aan de zogenaamd "Waeybergh" (= hoger gelegen plaats waar het hard kan waaien) naast vier molens ook vier steenovens door de stad gebouwd zijn in het begin van de 15de eeuw (zie Stoktmolenstraat). Dit gebied wordt omwille van plaatsgebrek bij het schependom gevoegd na goedkeuring door Keizer Karel in 1550.
Volgens het eerste landboek van Tielt-binnen van 1635 gelegen in de "cerc van het Stockt" met vermelding van herberg "de Wa(e)yenberg" of "de Wayenburgh", waarnaar de huidige Dwangstraat eertijds een tijdlang genoemd wordt.

Circa 1242 sticht Willem van Bethune, heer van Meulebeke, samen met zijn vrouw Elizabeth van Roesbrugge en zijn zoon Gillis, ten westen van de heerlijkheid "Stoct-ten-Daele" een kapel, zogenaamd "Kapelle-ter-Meersch". Ofschoon reeds vermeld in een kerkrekening van 1572 wordt de oprichting van de "Stoktkapel" volgens de legende in verband gebracht met een pestepidemie, waarbij een Spaanse edelman circa 1603 de kapel laat oprichten omwille van zijn behouden terugkeer uit Tielt. Vermoedelijk wordt ze echter herbouwd na de godsdiensttroebelen. In 1616, bij de opening van de eerste onderpastorie van de stad, verheft de Gentse bisschop François Van Der Burch deze kapel tot een kapelanie, met name van het H. Kruis, aanvankelijk verbonden met de Sint-Pieterskerk (zie Kerkstraat zonder nummer).

In 1654 geeft deken De Mol toelating om op het terrein tussen de Stoktkapel en de herberg "de Waeyberg" een nieuw kerkhof aan te leggen voor de niet-rooms-katholieken, zodat de stad een tijdlang een tweede kerkhof heeft. De vermelding in het landboek van Tielt-buiten van 1645 van een perceel zogenaamd "Geuzekerke" laat vermoeden dat er net buiten de grens van het middeleeuwse schependom ooit een protestantse kerk heeft gestaan.
In 1738 maakt landmeter Franciscus De Bal een kaart van de "Hoeberghtiende" in Tielt-buiten waarop de gronden behorend tot het hospitaal van Oudenaarde weergegeven worden. Hierop wordt het Stoktgebied afgebeeld met, naast de molens en de blekerij, de Stoktkapel en herberg "De Waeybergh", beide gelegen langs de huidige Oude Stationstraat. In 1765 wordt de straat reeds geplaveid, doch de bebouwing blijft schaars zoals weergegeven op de Ferrariskaart (1770-1778) en op het stadsplan van Philip Jan Lemaieur van 1786. Na bestrating van de weg over het Stokt (huidige Stoktmolenstraat) in 1774 en van de huidige Grote Hulststraat in 1788, komt ter hoogte van de kruising met de Stoktmolenstraat de verbinding tot stand van met de in 1788 rechtgetrokken steenweg naar Wakken, zie een ontwerpplan door landmeter A. Lefebvre.

In overeenstemming met het keizerlijke decreet van Jozef II dat begraafplaatsen uit het stadscentrum weert, worden in 1784 plannen gemaakt om het kerkhof rond de Sint-Pieterskerk op te doeken. Landmeter Philip Jan Lemaieur maakt een ontwerp voor een nieuw kerkhof tegenover het Stoktkapelletje. Door verzet van het stadsbestuur en de kerkmeesters wordt het plan steeds uitgesteld en zal pas in het tweede kwart van de 19de eeuw een nieuw kerkhof aangelegd worden, met name op de noordelijke hoek van de Krommewalstraat en de Keidamstraat (zie Keidamstraat). In 1799 wordt het meubilair van de Stoktkapel aan dokter François Strack verkocht, een van de stromannen die ook het meubilair van de Sint-Pieterskerk voor rekening van de kerkfabriek opkoopt. In 1804 wordt de kapel gesloten op bevel van burgemeester Joseph Mulle nadat er zonder autorisatie kerkdiensten in gehouden worden.

Nadat in 1860 op de plaats van de oude blekerij van het Stokt een station wordt opgetrokken, blijft de "Statiestraat" de enige weg die de verbinding maakt met het stadscentrum, op dat ogenblik nog schaars bebouwd en enigszins verwaarloosd. In 1866 wordt de oude Stoktwegel heraangelegd als rechte verbinding met de laadplaats van de spoorweg.

De straat verliest haar belang als verbindingsweg wanneer in 1873 de huidige Stationstraat aangelegd wordt. Hierdoor wordt evenwel een belangrijke impuls gegeven aan de verdere zuidelijke stadsuitbreiding, waarbij aan het Stationsplein hotels verschijnen en langs de Stationsberm fraaie burgerhuizen worden opgetrokken. In de stationsbuurt ontwikkelt zich vrij snel een groeipool voor de nieuwe industrie met onder meer mechanische weverijen, schoenfabrieken, een ijzergieterij en constructiewerkplaatsen, voornamelijk geconcentreerd aan de oost- en zuidzijde van de straat.

De Roeselaarse textielfabrikant Dominique Soenen, die reeds enkele jaren een weverij heeft in de voormalige gebouwen van de "West-Vlaamsche Maatschappij der IJzerwegen" aan de Klijtenstraat, richt in 1868 weverij "De Piere" op, gelegen ten zuiden van het kruispunt met de Stoktmolenstraat en de huidige Lindenlaan. In 1907 wordt de fabriek aangekocht door Alphonse Carlier-Lagae uit Roeselare die zich specialiseert in het weven van lakens. Onder Paul Carlier (zie Deken Darraslaan nummer 9) is de fabriek gekend als "Tissage Mécanique Paul Carlier" en later als "nv Belga Textile Thielt", die in de grootste bloeiperiode tot circa honderd man tewerkstelt. Vanaf 1927-1928 worden de getouwen elektrisch aangedreven met een centrale motor. Bij de overname circa 1932 door de Brugse handelaar Godfried Van Eeckhoutte wordt overgeschakeld op het weven van "transatlantic", een soort tentzeil. Na diens dood wordt de fabriek nog aangekocht door de Kortrijkse nijveraar Lawaese van de firma Verlatex, doch de definitieve sluiting volgt in 1972. De bedrijfsgebouwen worden grotendeels gesloopt voor nieuwbouw met uitzondering van een bewaarde magazijnruimte (zie nummers 94-98).

In 1897 bouwt Henri Maes, textielhandelaar en weeffabrikant te Oostrozebeke, een mechanische katoenweverij met herenhuis ten zuiden van het Stoktkapelletje. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt de fabriek uitgerust als manege en het magazijn als militaire kaartendrukkerij. Omwille van de strategische ligging aan het station wordt de fabriek zwaar beschadigd na bombardementen. In 1936 wordt de "SA Etablissements Textiles Emile Maes Fils" opgericht. Nadat in 1940 fabriek en herenwoning uitbranden door bombardementen, verhuist men tijdelijk naar de gebouwen van weverij "De Piere". In 1943 richt men aan de oostzijde van de heuvel waarop het Stoktkapelletje staat een nieuw kantoorgebouw op (zie nummer 136). De definitieve sluiting van de fabriek volgt in 1978; het herenhuis doet thans dienst als kantoorgebouw (zie nummer 144). Tevens vestiging in de straat van de schoenfabrieken van Verkinderen-De Lannoy en van Van Walleghem, en van de groothandel in verfwaren van Arthur Robberecht-Laleman (zie nummer 131A). In 1897 wordt de Stoktkapel volledig gerestaureerd.

Eind 19de - begin 20ste eeuw zijn in de straat talrijke herbergen gelegen, onder meer "Rhetorica", vernield tijdens de Eerste Wereldoorlog en later vervangen door "Het Christen Volkshuis" dat, omwille van het onderbrengen van de "Welvaartswinkel" in 1928, enkele huizen verder wordt uitgebaat en later herbouwd wordt op de oorspronkelijke locatie, "'t Rood Leeuwke", later gekend als "Sectie Neuf" en eveneens vernield tijdens de Eerste Wereldoorlog, "De Nieuwe Casino", "Den Nieuwen Driehoek" op de hoek met de Grote Hulststraat, "Tivoli", "De Zagerij", later gekend als "De Amazone", "Den Boer" met weegbrug, "Sinte-Cecilia", "Au Congo Belge", "De Smisse", later gekend als "Sint-Lucas", "'t Hof van Commercie", "De Vier Gekroonde", "De Casino", "De Bonte Duif" (zie nummer 65), "De Schoenmakerij", later gekend als "De Radio", "De Kursaal" en "De Kroon", beide in 1939 gesloopt voor nieuwbouw bij het Sint-Jozefsinstituut, "Het Rozeke" op de hoek met de Kroonstraat, later gekend als "De Diabolo" (zie nummer 85), "De Grenadier", "Het Winkelke", gesloopt bij aanleg van de Dwangstraat tijdens de Eerste Wereldoorlog, "La Petite Station", achtereenvolgens gekend als onder meer "De Kleine Statie" of "'t Stocktkapelleke" en gesloopt in 2000 en "Au Buffet de la Station", achtereenvolgens gekend als onder meer "De Veehandel" en "Au Buffet de la Gare" en gesloopt bij modernisering en verbreding van het Stationsplein in 1970-1971.

In 1909 laat de Tieltse koopman Hendrik Wullaert in de straat zijn woonhuis optrekken en, op een onbebouwd perceel dat zich uitstrekt tot aan de toenmalige "Kazernestraat" (huidige Stoktmolenstraat), twee rijen werkmanshuisjes bouwen waarvan thans nog enkele bewaard zijn (zie nummer 64, 66-70, Stoktmolenstraat nummers 15-31). Na aankoop van een stuk grond in 1912 wordt in 1913 de Onze-Lieve-Vrouwparochie opgericht, de tweede parochie in de stad. In 1914 wordt aan de Oude Stationstraat een patronagezaal opgericht die meer dan dertig jaar als voorlopige kerk gebruikt wordt (zie nummer 115) tot de bouw van de Onze-Lieve-Vrouwekerk (zie Stationstraat nummer 2). In hetzelfde jaar wordt de Onze-Lieve-Vrouwschool gebouwd, een katholieke jongensschool beter bekend als de "Waaibergschool", waarvoor de oude gelijknamige herberg wordt gesloopt. Beide zijn ontworpen door architect Jules Carette (Kortrijk) en uitgevoerd door respectievelijk aannemer Albert Beert en aannemers Cyriel Heggerick en Eduard Defauw. Dit symmetrisch opgevat complex in traditionele stijl bestaande uit twee panden (onder meer woonhuis van schoolhoofd) met trapgevels verbonden door een lage vleugel met blinde straatgevel en rondboogfries, wordt pas in 1923 in gebruik genomen (foto). In de jaren 1932-1933 wordt de school uitgebreid met een nieuwe patronagezaal, later benut als turnzaal.

In 1925 wordt de Sint-Jozefsschool of "Saletteschool" voor meisjes, in 1877 overgenomen door de Zusters van het Geloof, vanuit de Wittestraat overgebracht naar de Oude Stationstraat, en in 1928 de naaischool "De Liefde" vanuit de Wingensesteenweg; beide vormen de basis van het Sint-Jozefsinstituut. De school wordt in 1933 uitgebreid met klaslokalen voor de naaischool en in 1934 wordt door architect Albert Impe (Tielt) de hoofdvleugel herbouwd (zie nummer 75).

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is er schade, voornamelijk aan de bebouwing aan de oostzijde van de straat, onder meer aan de Onze-Lieve-Vrouweschool die in de jaren 1948-1949 hersteld wordt, aan de kapel van de Sint-Jozefsschool waar vluchtelingen en soldaten gehuisvest zijn en aan de fabrieksgebouwen en het herenhuis van de weverij van Emile Maes (zie nummer 144).

In 1949 wordt de bouwvallige Stoktkapel afgebroken en naar oorspronkelijk model herbouwd. In 1954 wordt de Onze-Lieve-Vrouwschool, net als de Sint-Godelieveschool (zie Krommewalstraat nummer 1) een afdeling van het Sint-Jozefscollege (zie Kortrijkstraat nummer 59), waarna de schoolgebouwen in 1957 overgedragen worden aan het bisdom. Omwille van verdere fusie en leegstand worden in 2006-2007 de gebouwen van de Onze-Lieve-Vrouwschool op de hoek met de Lindenlaan gesloopt voor een appartementsgebouw.

Voornamelijk woonfunctie; enkele al dan niet herbestemde industriële panden, handelszaken en schoolgebouwen van het Sint-Jozefsinstituut. Basisbebouwing voornamelijk daterend uit de eerste helft van de 20ste eeuw van een à twee bouwlagen onder pannen zadel- of mansardedaken, aangevuld met nieuwbouw tot drie bouwlagen.

Nummers 94-98, voormalige magazijnruimte van de in 1868 opgerichte weverij "De Piere", thans ingedeeld in verschillende woonsten; voorliggende parking en witgekalkte bakstenen muur aan de zuidzijde (foto). Verankerde baksteenbouw met witgekalkte straatgevel van twee bouwlagen onder plat dak; nummer 98 onder zadeldak (Vlaamse pannen) met verspringende nok. Getoogde muuropeningen; nieuw schrijnwerk. Oude magazijnstructuur nog te zien aan de achtergevel, bereikbaar via smal steegje ten noorden van de Lindenlaan.

Restanten van eenlaagsbebouwing van arbeidershuisjes daterend uit het begin van de 20ste eeuw. Nummer 65, voormalige herberg "De Bonte Duif", samen met aanpalend woonhuisje opgetrokken volgens kadaster in 1908 in opdracht van de Tieltse koopman Karel de Witte. Verankerde witgekalkte baksteenbouw van twee traveeën met overhoekse muizentandfries onder mansardedak (nok evenwijdig met straat; mechanische pannen); nieuwe dakvlakvensters. Gecementeerde plint. Segmentboogopeningen, onder meer schuifraam; nieuwe deur met segmentbogig bovenlicht.

Doorsneebebouwing van woonhuizen daterend uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Baksteenbouw van twee traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadel- of gemansardeerd zadeldak (mechanische pannen), onder meer nummers 1, 3-5, 22-24, 29-35, 41-43, 66-70 (enkele van de werkmanshuizen gebouwd in opdracht van Hendrik Wullaert), 100 en 104. Verankerde roodbakstenen lijstgevels; witgeschilderd bij nummers 41-43 en nummer 70; verwerking van gele baksteen bij nummer 22 (liseenmotief, banden, paneelomlijsting), nummer 24 (tandlijst, banden, strekstenen) en nummers 66-68 (strekstenen); nummer 70 onder tandlijst. Nummer 1 met lichtgeel bakstenen parement. Nummer 100 en 104 met vlak gecementeerde lijstgevels. Rechthoekige, rondboog- of segmentboogopeningen; bij nummers 3-5 onder doorlopende geprofileerde natuurstenen lekdrempel waarboven blinde segmentboog, verlaagd bij bovenvensters van nummer 5; bij nummers 22 en 35 onder rechte lateien, witgeschilderd bij nummer 35; nummer 29 met verlaagde benedenvensters; nummer 43 met rondboogopeningen en gedichte oculus in zijgevel. Gebruik van natuursteen voor onderdorpels; bij nummer 1 voor getande bovenlijsten, vensterpenanten en hoekblokken van inkom; bij nummers 3-5 voor doorlopende dorpels, lekdrempels boven lage keldergaten, hoekblokken van inkom en tussendorpel van deuren. Veelal vernieuwd schrijnwerk; nummer 1 met bewaarde kroonlijst op gestileerde consoles met ruitmotief; nummers 3-5 met driedelige dakkapellen, T-ramen en deels beglaasde deuren met roedeverdeling (ruitmotief) waarin gekleurd glas.

Nummer 115, voormalige en thans deels verbouwde patronagezaal van de Onze-Lieve-Vrouwparochie gebouwd in 1914 door architect Jules Carette (Kortrijk) en uitgevoerd door aannemer Albert Beert (foto). Half vrijstaande eenlaagse baksteenbouw van oorspronkelijk tien traveeën, thans nog van vier en een halve travee onder zadeldak (nok evenwijdig met straat; mechanische pannen). Houten kroonlijst op consoles. Geelbakstenen parement met verwerking van rode baksteen voor banden. Hoge gecementeerde onderbouw voorzien van schijnvoegen onder doorlopende onderdorpel. Rechthoekige muuropeningen (T-ramen; glas-in-lood) waarboven blinde korfboognis, gevat in spaarvelden met overhoekse muizentandfries. Aan noordzijde, ijzeren hek en gesloten betonnen afsluiting waarachter grote tuin.

Aanvullende bebouwing daterend uit het interbellum, onder meer nummer 26, woonhuis waarvan zijmuurtjes van inkom bekleed met groengeglazuurde siersteen, deur onder latei waarboven bovenlicht met glas-in-loodinvulling.

Enkele woonhuizen van twee à drie bouwlagen in typerende naoorlogse wederopbouwstijl onder meer nummers 58-62, 119, 121. Lijstgevels met parement van siersteen en frequent gebruik van natuursteen en/of simili voor onder meer plint, lekdrempels en omlijstingen. Nummer 62 met siermetselwerk in boogveld boven de toegang en balkonvenster met gestileerde ijzeren leuning. Venstertraveeën van nummers 58-60 oplopend in vlak afgedekte dakvensters; bij nummers 62 en 121 met typerende driehoekige frontonbekroning. Veelal deels beglaasde deuren met decoratief ijzeren hekwerk.

Nummer 136, achterin gelegen kantoorgebouw van de "SA Etablissements Textiles Emile Maes Fils" (zie nummer 144), opgericht in 1943 tegen de oostzijde van de heuvel waarop het Stoktkapelletje staat (zie zonder nummer). Rechthoekig complex met in het terrein ingewerkte kelderverdieping onder plat dak; uitkragend schoorsteenvolume. Bruinbakstenen parement en simili-omlijstingen van onder meer doorlopende vensterregisters en brede toegang via deels beglaasde vleugeldeur met ijzeren hekwerk.

  • Heemkundige Kring De Roede van Tielt, Fototheek.
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207 : Mutatieschetsen, Tielt, Afdeling 3, 1868/8, 1909/16, 1910/23, 1922/60.
  • BRYS J., Geschiedenis der O.L.Vrouwparochie te Tielt (1913-1963), s.l., s.d.
  • DE GRYSE P., Tielt graag gezien, Aarsele-Kanegem-Schuiferskapelle-Tielt, Tielt, 2003, nummers 126-128, 145.
  • DE NEVE G.; TITECA L., Pastoor Rooryck jubileert, Tielt, 1976, p. 7-9, 11-12.
  • DEWANCKEL K., Spitstechnologie in Tielt. Het bedrijf De Coster - Van de Velde (1867 - 1932), in De Roede van Tielt, jg. 19, nummer 2-3, 1988, p. 109.
  • Dit is West-Vlaanderen, deel 3, Brugge, 1962, p. 1850, 1855.
  • Gids voor Groot-Tielt 1987, Tielt, 1987, p. 150.
  • HOLLEVOET F. e.a., Als straten gaan… praten. De roede van Tielt, Tielt, 2005, p. 231.
  • HOLLEVOET F., Tielt feodaal, in De Roede van Tielt, jg. 33, nummer 3, 2002, p. 108.
  • MARTENS W., Mei 1940. De regio Tielt in de vuurlinie, Tielt, 2003, p. 112, 279-280.
  • NEYT L., Generaties Tieltenaars op de schoolbanken. Van Vlaamse en Franse kostschool tot lagere afdelingen van het Sint-Jozefscollege, 1788-1983, in De Roede van Tielt, jg. 14, nummer 2, 1983, p. 3, 83, 91-92, 96, 115, 117.
  • OSTYN R., Historische stedenatlas van België, Tielt, Brussel, 1993, p. 21, 24-25, 38-41, 44, 47, 52, 58, 60-61, 63, 79, 81-83, 85, 107, 114-115, 118-119.
  • RAVYTS K.; STRUYVE P., Het Tieltse 1940-1945, Bedreigd Bezet Bevrijd, Tielt, 1995, p. 39, 167.
  • Tielt - Open Monumentendag 2003, onuitgegeven tekst bij dia's, 2003.
  • VANDEPITTE P.; BILLIET J., Tielt en de Molenlandroute. Een historisch-toeristische verkenning, Tielt, 1973, p. 78-79.
  • VANDEPITTE P., Tielt. Speuren naar heden en verleden van Tielt, Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Tielt, 1985, p. 109.
  • VANDEPITTE P., Van Thielt tot Tielt, Tielt, 1975, nummers 35-36.
  • VANRENTERGHEM B., De Congregatie van de Zusters van t' Geloof, Bakermat in Tielt, verspreiding en evolutie, onuitgegeven studie, 2000-2001, p. 7, 9, 43.
  • VERBRUGGE J., Tieltse caférijkdom. Een overzicht van cafés en uitbaters tussen 1900 en 1980, in De Roede van Tielt, jg. 11, nummer 2-3-4, 1980, p. 125-131.
  • VERBRUGGE J., Tielt, textielstad (Deel I: negentiende eeuw), in De Roede van Tielt, jg. 18, nummer 2, 1987, p. 49, 82-85, 100.
  • VERBRUGGE J., Tielt, textielstad (Deel 2: twintigste eeuw), in De Roede van Tielt, jg. 21, nummer 2-3, 1990, p. 45, 49, 75-82, 87-94.
  • VERSCHUERE P., De Zusters van 't Geloove, Tielt, 1941, p. 62-67.

Bron: CALLAERT G. & SANTY P. met medewerking van BOONE B., DEVOOGHT K. & MOEYKENS S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Tielt, Deel I: Stad Tielt (straten A-R), Deel II: Stad Tielt (straten S-Z), Deelgemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL29, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callaert, Gonda; Santy, Pieter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Ast

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Burgerhuis uit het interbellum

  • Omvat
    Eenheidsbebouwing uit het interbellum

  • Omvat
    Eenlaagsbebouwing van arbeiderswoningen

  • Omvat
    Ensemble van burgerhuizen uit het interbellum

  • Omvat
    Ensemble van dorpswoningen uit het interbellum

  • Omvat
    Huyse ter Stocktcapelle

  • Omvat
    Neoclassicistisch burgerhuis

  • Omvat
    Neoclassicistisch burgerhuis

  • Omvat
    Neoclassicistisch herenhuis

  • Omvat
    Sint-Jozefsinstituut

  • Omvat
    Stoktkapel

  • Is deel van
    Tielt

Bekijk gerelateerde erfgoedobjecten


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Oude Stationstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/10824 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.