Beschrijving
Het gebied 'Munsterbos, kasteeldomeinen van Groenendaal en Zangerhei' is een 819 hectare grote, groene ruimte in het overgangsgebied tussen Kempen (zandstreek) en vochtig Haspengouw (zandleemstreek), gelegen tussen de woonkernen van Munsterbilzen, Waltwilder, Hoelbeek, Eigenbilzen, Gellik en Zutendaal. In het noorden begrenst het Kempisch plateau de ruimte, in het oosten het hoger gelegen reliëf van het waterscheidingsbekken tussen Maas en Schelde, in het zuiden is er het reliëfrijke Haspengouw en in het westen de Demervallei. Het gebied ligt op de samenvloeiing van verschillende bronbeken van de Demer, die ontspringen aan de rand van het Kempisch plateau en het waterscheidingsbekken tussen Maas en Schelde. Dit laaggelegen gebied is versneden door smalle, moerassige beekvalleien. In het historische landschap van de voorbije eeuwen was water er opvallend aanwezig: beemden in de beekvalleien, grote vijvercomplexen, waterkastelen, watermolens, omgrachte versterkingen. In het noorden van dit gebied domineerde tot in de 19de eeuw een uitgestrekt heidelandschap, dat gaandeweg naar naaldbos en graslanden is omgevormd. In delen van het Munsterbos wordt gewerkt aan het herstel van het vroegere heidelandschap. Verschillende historische wegen zijn er bewaard gebleven, zoals de oude verbindingsweg tussen Munsterbilzen en Zutendaal die tot in de 19de eeuw over de heide ging; de vertakking vanuit deze verbindingsweg naar Zangerhei en bovenal de lange afstandsweg van Munsterbilzen naar Maastricht (Langblookstraat – Weerstandspad). De dreef naar de kastelen Groenendaal en Zangerhei kreeg eind 18de eeuw zijn rechte traject. Ook (lokale) paden voor circulatie in het hooiweidegebied van de Helsterbeemden liggen er (gedeeltelijk) nog, zoals de Helsterdijk. Beplantingen langs wegen komen hier voor, hetzij als bomenrij, dreef of individuele, dendrologisch waardevolle bomen. Opvallende solitaire bomen zijn de opgaande oosterse plataan als hoekboom en de imposante opgaande beuk in het Munsterbos. Soms zijn houtkanten het enige restant van een vervaagde weg. Het gedeelte tussen de Zangerheistraat en het Albertkanaal is gevrijwaard gebleven van de opschaling van wegen, die in de loop van de 20ste eeuw op vele plaatsen elders in Vlaanderen wel plaatsvond.
Het compartimentlandschap is gevarieerd. Open ruimtes van akkers en weilanden wisselen elkaar af, onderbroken door opgaande begroeiing van bomenrijen, dreven, loof- en naaldhoutbossen. Verre afstandszichten komen er daardoor niet voor. In de beekvalleien van de Zutendaal- en de Munsterbeek komen verschillende restanten van historische vijvercomplexen voor, waarvan de ‘Slause’ of ‘Grote en Kleine Sluis’ in het natuurgebied van het Munsterbos het meest bekende is. De vijvercomplexen zijn typisch voor de rand van het Kempisch plateau. Ze ontstaan door afdamming en geleiding van het water in de bovenloop van de beekvalleien op de plateaurand onder druk van uittredend kwelwater.
Verruigde vochtige hooi- en graslanden, vochtige struwelen, uitgestrekte rietlanden in verlandingszones en langs vijvers, open waterpartijen, zure eikenbossen en lork-spar- en populieraanplantingen zorgen voor een grote variatie in biotopen. De meeste bossen zijn vrij jong, met uitzondering van twee kleinere boskernen in het domeinbos Groenendaal, waarvan het bestaan zeker tot in de 17de eeuw kan worden teruggevoerd. Precies omdat het een overgangsgebied is, zochten de bouwers van het Albertkanaal hier in de jaren 1930 op dit lager gelegen deel een doorsteek over de waterscheidingskam tussen Schelde en Maasbekken. Het kanaal bakent de ruimte af. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vormde het Albertkanaal een verdedigingslinie, waardoor er meermaals gevechten plaatsvonden, getuige daarvan enkele crashsites, restanten van loopgraven in het Munsterbos en het kasteeldomein Groenendaal en de Weerstandskapel.
In het gebied zijn de residenties en domeinen van kasteelheren de meest opmerkelijke materiële bewijzen van middeleeuwse bewoning uit het feodale verleden: de kasteeldomeinen Groenendaal, Zangerhei en de versterkte sites Jonkholt en Hommelen. Waarschijnlijk is het gebied pas sinds de volle of late middeleeuwen permanent bewoond. Dat ging gepaard met de inname en uitbreiding van de intensief gecultiveerde landbouwgronden vanuit Haspengouw dieper de heide in. De grens tussen landbouwgebied en extensief beheerde heidegronden schoof dus op.
Groenendaal en Zangerhei zijn verder geëvolueerd tot kasteeldomeinen met park en parkstructuren, zoals de eikendreven als toegangswegen, drie gekandelaarde linden bij het kasteel, een opgaande linde, een bomengroep van oosterse platanen, een Japanse zelkova, waarvan de relicten heden nog bestaan. Drie zilveresdoorns bij de Sint-Rochuskapel getuigen van het gebruik waarbij bomen traditioneel bij een kapel werden aangeplant.
Er is weinig bekend over de archeologie van het gebied, maar als overgangsgebied is er een hoog archeologisch potentieel, temeer omdat wel bekende archeologische vindplaatsen in de omgeving aantonen dat eerder in het verleden al interessante neolithische nederzettingen uit de periode van de vroege bandceramiek, Romeinse sporen, begravingen uit verschillende periodes zijn teruggevonden.
Het gebied omvat:
- een deel van de zuidwestelijke rand van het Kempisch plateau waar de oude heidegebieden zich situeren,
- het Munsterbos
- een cluster van kastelen en parken in en langs kleine beekvalleien. Het verschil in beplantingen markeert de grens tussen het vroegere heidegebied (naaldbos) en het samenvloeiingsgebied van de beken (populier en hooiweiden)
Waarden
historische waarde
De kasteelsites en bijhorende landgoederen vormen de materiële restanten van de vestiging van middeleeuwse lokale heren in hun leengoederen, op hun beurt uitingen van het feodale verleden. Op zeer korte afstand komen hier zowel de nog ‘levende’ adellijke residenties Groenendaal en Zangerhei voor, als de ‘verstilde’ versterkte sites Jonkholt en Hommelen. Groenendaal en Zangerhei zijn verder blijven evolueren: van waterkasteel naar classistisch, residentieel verblijf in de 19de-20ste eeuw. Groenendaal vertoont alle kenmerken van het schema voor een kasteel met een middeleeuws verleden: de neerhof-opperhofstructuur is typerend voor dergelijke kastelen.
Parken en tuinen van Groenendaal en Zangerhei dragen elementen uit verschillende historische parkontwerpen. Beide maakten ze in de 19de eeuw de evolutie van geometrische aangelegde tuin naar landschappelijk park, representatief voor de ontwikkeling van de meeste kasteelparken in Vlaanderen. Verschillende relicten van vroegere parkstructuren bestaan heden nog, waaronder de kasteelvijvers, de eikendreven die de toegang tot het kasteeldomein geven, gekandelaarde linden bij het kasteel, de Japanse zelkova bij kasteel Groenendaal.
Kenmerkend voor het historische cultuurlandschap van het gebied ‘Munsterbos, kasteeldomeinen Groenendaal en Zangerhei' is het creatieve gebruik van het overvloedig aanwezige water in dit noordelijk gelegen deel van vochtig Haspengouw. Verschillende relicten getuigen van de manier waarop de mens in het verleden met dit element omging: vijvers in kasteelparken, vijvercomplexen op de bronbeekjes van het Kempisch plateau, de vele gekanaliseerde kleine waterlopen, beemden in de beekvalleien, omgrachte versterkingen.
esthetische waarde
Het gevarieerde compartimentlandschap draagt bij tot de landschapsbeleving en kenmerkt dit overgangsgebied tussen de zandige Kempen en de zandleemstreek van vochtig Haspengouw. Open ruimtes van akkers en weilanden wisselen elkaar af, onderbroken door opgaande begroeiing van bomenrijen, dreven, loof- en naaldhoutbossen. In de beekvalleien van de Zutendaal- en de Munsterbeek komen verschillende restanten van historische vijvercomplexen voor, waarvan de ‘Slause’ of ‘Grote en Kleine Sluis’ in het natuurgebied van het Munsterbos het meest bekende is. Verruigde vochtige hooi- en graslanden, vochtige struwelen, uitgestrekte rietlanden in verlandingszones en lang vijvers, open waterpartijen, zure eikenbossen en lork-spar- en populieraanplantingen zorgen voor een grote variatie in biotopen.
Munsterbos omvat verschillende historische wegen, zoals de Hollandse weg, de weg van Munsterbilzen naar Maastricht, het Hossetwegske, die hun functie en uitzicht van trage, onverharde wegen behouden hebben. Hun belevingswaarde is groot. Op sommige plaatsen gaan die gepaard met waardevolle houtige beplantingen langs wegen. In het Munsterbos is ook de samenhang tussen vegetatie en bodem duidelijk. Op de vroegere heide domineren sinds de 19de eeuw naaldbossen, terwijl de gebieden die al langer door de landbouw in gebruik waren, nu vooral uit loofbos en graslanden bestaan. Op de natste kleibodems komen duidelijk meer populierenrijen en bosjes voor.
ruimtelijk-structurerende waarde
Het Albertkanaal uit de jaren 1930 maakt in dit gebied de doorsteek over de waterscheidingskam tussen Maas- en Scheldebekken. Het structureert de ruimte. Terwijl in het noordoosten een KMO-zone het kanaal afboordt en in het zuidwesten de bewoning van Eigenbilzen en Gellik tot de kanaalrand reikt, is de ruimte langs beide zijden van het kanaal hier nog groen. De verlaten spoorwegbedding tussen Hasselt en Maastricht doorsnijdt het gebied in oost-westelijke richting. Het grootste beboste deel van het Groenendaalpark is daardoor afgesneden geraakt van de rest van het kasteeldomein waar het oorspronkelijk bij hoorde. Het Groenendaalbos verschilt in die zin van het gebied ten noorden van de verlaten spoorweg, waar de parkstructuur beter bewaard is gebleven.
De aanwezigheid van de landgoederen Groenendaal en Zangerhei hebben hun stempel gedrukt op de ruimtelijke configuratie van dit gebied tussen verschillende dorpskernen in, meer bepaald op het landgebruik en de ontsluiting. Het domeinbos Groenendaal met oudboskernen en het natuurreservaat Bonijterbos zijn afkomstig uit deze kasteeldomeinen.
In het verleden bepaalde het reliëf in grote mate de inplanting van nederzettingen en kastelen, een vorm van ruimtelijke structurering die tot op vandaag nog doorwerkt. Historische woonkernen komen vooral op de hoger gelegen randen buiten de Demervallei voor, terwijl de kasteeldomeinen in het lager gelegen samenvloeiingsgebied van de Meersbeek, Krombeek en de intussen gedempte Dieprootbeek werden ingeplant. De vele bronbeekjes op de rand van het Kempisch plateau en op de hellingen van de Haspengouwse heuvels kenmerken dit gebied.
archeologische waarde
Omwille van de topografische kenmerken van het gebied (vallei, rand van het Kempisch plateau, samenvloeiingsgebied van beken) is het archeologisch potentieel voor alle perioden behoorlijk hoog. Hierop wijzen ook de zogenaamde losse vondsten uit de Centrale Archeologische Inventaris. Het archeologisch potentieel is dus hoog maar kan vooralsnog niet concreet geduid worden. Een uitzondering is Jonkholt, een middeleeuwse versterkte site, waarvan de muurfundamenten en de vier hoektorens bijna onbeschadigd uit de drassige bodem kwamen. Jonkholt is een ingerichte archeologische site.