Tweebeukig neogotisch bedehuis naar ontwerp van architect G. Hendrickx (Brussel) van 1922, opgericht 700 meter Nieuwpoortwaarts, als kopij (?) van de in 1914-1918 vernielde kerk, teruggaand op eenbeukig gotisch kerkje met westtoren; later werd aan noordzijde een Onze-Lieve-Vrouwekapel toegevoegd; toren, na brand in 1762 hersteld.
Verankerd gebouw van gele baksteen aansluitend bij historiserende wederopbouwarchitectuur zie herhaling van tuitgevels met muurvlechtingen; leien bedakingen.
Enigszins afwijkende plattegrond bestaande uit een noordelijke (hoofd)beuk van zes traveeën met rechte sluitingen (tuitgevels), een smallere zuidbeuk van vijf traveeën, onder gezamenlijk, mank zadeldak, een noordwestelijke doopkapel en een deels ingebouwde zuidwest-toren; aanleunend, lager koor van een rechte travee met driezijdige sluiting tegen noordbeuk; zuidoostelijke sacristie en pastorie. Vierkante zuidwesttoren van drie geledingen, gestut door middel van hoeksteunberen met doorlopende versnijdingen, onder naaldspits. Gemarkeerde sokkel. Getoogd portaal in geprofileerde spitsboogomlijsting; kleine spitsboogvensters in boogveld. Gekoppelde spitsbogige galmgaten in geprofileerde spitsboog op afzaat onder doorlopende druiplijst. Fries van overkragende spitsbogen ter hoogte van borstwering. Polygonaal traptorentje onder spitsbekroning, tegen zuidgevel.
Links aanleunende westelijke tuitgevels met aandak, muurvlechtingen en kruisvormig topstuk (Euvillesteen ?); links steunbeer met versnijdingen; drie centrale, geprofileerde spitsboogvensters op afzaat (tweelichten) onder ronde oculus. Eenvoudig uitgewerkte zuidgevel gemarkeerd door steunberen en spitsbogige tweelichten.
Noordgevel en koor met sokkel en geprofileerde bakstenen kroonlijst; traveeën onderling gescheiden door middel van steunberen met versnijdingen; soortgelijke vensters als in westgevel. Doopkapel met tuitgeveltje, gevat tussen overhoekse steunberen met versnijdingen.
Binnenruimte verdeeld door middel van spitsbogige scheibogen op bakstenen pijlers; houten spitstongewelf; geglazuurde tegels JHS onder aanzet van gewelf.
Mobilair: Weinig noemenswaardig 20ste-eeuws meubilair.
- ROOSE-MEIER B., VERSCHRAEGEN H. 1975: Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie West-Vlaanderen, Kanton Nieuwpoort, Brussel, 17.