is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw-Bijstand
Deze vaststelling was geldig van tot
De Onze-Lieve-Vrouw van Bijstandkerk is een neogotische basilicale kerk met voorplein, opgetrokken in 1902 naar ontwerp van architect Jules Goethals.
De wijk Mijlbeek omvat het volledige Aalsterse stadsgebied op de rechteroever van de Dender. De naam wordt voor het eerste vermeld in een charter van 1110 (abdij van Vorst) en verwijst naar de Mijlbeek die in het Kravaalbos ontspringt en het gebied doorkruist. ‘Mijl’ zou verwijzen naar sompig stinkend land. Net zoals Schaarbeek en Nieuwerkerken vormde Mijlbeek sinds de 16de eeuw een groot gehucht extra muros. Het gehucht omvatte het volledige gebied van aan de Dender tot aan de grenzen van Herdersem, Moorsel en Erembodegem. Het gebied stond bekend als éPraterye Mylbekeé (naast Praterye Schaarbeek en Nieuwerkerken). Het was een gebied van aan elkaar grenzende lenen en heerlijkheden die om beheersredenen samensmolten tot één geheel. De bewoners van de ‘Praterye’ waren buitenpoorters van de stad. Aan het hoofd stond een Prater die als een soort veldwachter waakte over de veldvruchten, koornrenten inde, schadelijke dieren bestreed. Mijlbeek was in die periode het toeleveringsgebied voor landbouwproducten naar Aalst.
In de loop van de 19de eeuw kende Mijlbeek een echte transformatie. De aanleg van de spoorweg Brussel - Aalst - Gent (1856) door de wijk Mijlbeek zet de industrialisatie in gang. De rechteroever van de Dender wordt de slaapplaats voor de arbeiders. Verder weg richten de fabriekseigenaren en andere gegoeden hun kasteeltjes op.
Eind 19de eeuw werd de nood aan materiële en geestelijke ondersteuning van de bevolking te groot. De straten worden verhard in 1878 en de eerste scholen worden opgericht. Dé grote urbanisatie vindt plaats in 1902 met de aanleg van de Albertlaan en het begin van de bouw van de kerk en de pastorie, Mijlbeek telt dan 5000 inwoners.
De eerste stappen naar een eigen parochie werden gezet door het bisdom in 1846. Het stadsbestuur van Aalst zag echter een parochie in Mijlbeek niet zitten. In 1878 liet Judocus de Cock een Corneliuskapel oprichten langs de Moorselbaan. De pastoor van Aalst weigerde deze in te zegenen. Ondertussen was in de Aalsterse stationswijk reeds de Sint-Jozefskerk opgericht en als parochiekerk erkend. Uiteindelijk werd de druk te groot en besliste de gemeenteraad op 13 december 1899 een parochie op te richten in Mijlbeek.
De Corneliuskapel werd vanaf 1901 als parochiekerk benut. Ondertussen was ze privé-eigendom geworden van Charles De Vis en op 12 mei 1901 werd de eerste mis er gecelebreerd. De kapel bleek al snel te klein en in 1902-1903 werd de nieuwe kerk opgetrokken. Na 1904 werd de Corneliuskapel gebruikt door de zusters van Sint-Vincentius à Paulo die er een klooster- en schoolkapel van maakten. De familie De Vis bleef eigenaar maar voerde geen herstellingen meer uit. De Corneliuskapel werd afgebroken in 1980.
Architect van de nieuwe kerk werd Jules Goethals en de aannemer de Gebroeders Van Pottelberghe uit Erembodegem. Op 20 maart 1902 startten de graafwerken. De ondergrond bleek echter ongeschikt voor de bouw en de kerk werd 60 meter naar achter verschoven zodat een voorplein ontstond. De inwijding vond plaats op 27 september 1903. Daarmee was de eerste kerk voor Mijlbeek een feit, net als de eerste dorpskern voor de wijk. In de 20ste eeuw werden verschillende andere parochies afgesplitst (Heilig Hart in 1925, Sint-Jan in 1965, Sint-Paulus in 1986).
Pastoor Lauwerys betreurt in het Liber Memorialis (1903) het ontbreken van geschikte meubels en versieringen. Daaraan werd zeer snel verholpen door aankopen en schenkingen:
In 1956 werd een nieuwe vloer in de kerk gelegd en sinds 1974 werden de muurschilderingen overgeschilderd. De preekstoel kreeg een plaats achter in de kerk.
De plattegrond bestaat uit een - niet georiënteerde - driebeukig schip van vijf traveeën, een transept van twee traveeën en drie koren. Ten noordoosten van het schip sluit een vijfzijdige doopkapel aan en aansluitend bij de voorgevel(noorden) werd een halfronde traptoren aangebouwd. In de oksels van het transept en het schip werden zijportalen (oosten en westen) opgetrokken. Het hoofdkoor en de zijkoren tellen drie rechte traveeën met respectievelijk een vijfzijdige en een driezijdige koorsluiting. In de oksel van het transept en de koren werden twee sacristieën (ten oosten en ten westen van de koren) opgetrokken.
De basilicale baksteenbouw in Nieuwpoortse baksteen (gele baksteen afgewisseld met een horizontale belijning in rode baksteen) rust op een hardstenen plint en is afgelijnd door een baksteenfries met dropmotief onder zadeldaken en lessenaarsdaken (zijbeuken).
De voorgevel (noorden) heeft een vooruitspringende middenbeuk en terugwijkende zijbeuken. De voorgevel wordt geflankeerd door steunberen met vier versnijdingen, een spitsboogvormige toegangspoort met hardstenen omlijsting, twee spitsboogramen met rozet en een eenvoudige maaswerkversiering onder een spitsboogvormige druiplijst. In de geveltop bevinden zich vier kleinere ramen. De terugwijkende voorgevels van de zijbeuken zijn voorzien van grote spitsboogvormige druiplijsten op sokkels gevuld boven drie lancetvensters. De vijf traveeën (zijgevels) worden geritmeerd door steunberen met twee versnijdingen en drie lancetramen per travee, zowel in de zijbeuken als in de hoofdbeuk. De zijportalen zijn voorzien van een hardstenen spitsboogvormige omlijsting. Boven de portalen bevindt zich een beeldnis met natuurstenen sokkel. De transeptgevels hebben eveneens twee lancetvensters met een rozet onder een natuurstenen druiplijst en drie ramen in de topgevel. De zijgevels tellen twee traveeën met dezelfde raamverdeling als de zijgevels. Op de viering staat een zware toren met achthoekige trommel en bekroond met een naaldspits. Beide sacristieën zijn éénlaagse volumes onder halve schilddaken en tellen drie bij drie traveeën waarbij elke travee een rechthoekig getralied raam heeft. In de topgevel werd de middelste travee ingevuld met een schouw. De hoeken hebben dubbel versneden steunberen. De zijkoren zijn voorzien van dubbel versneden steunberen en het hoofdkoor van steunberen die vier keer zijn versneden. Elke travee is ingevuld met een spitsboograam. Op het dak van het schip staan vier dakkapellen en op het hoofdkoor twee. De daken zijn belegd met leien.
Het interieur heeft een tweeledig wandschema in de middenbeuk. Een spitse bakstenen scheibogenarcade rust op ronde tweekleurige natuurstenen zuilen met bladkapiteel en erboven een verhoogde vensterzone met lancetvensters, geaccentueerd door rode bakstenen omlijstingen. Hetzelfde type zuilen ondersteunen de viering waar de scheibogen eveneens in tweekleurige natuursteen zijn uitgevoerd. Boven de scheibogen verjongen de zuilen tot muurpilasters in baksteen. Middenbeuk met bakstenen spitsboogarcaden op zuilen met bladkapitelen. Zijbeuken en zijkoren zijn voorzien van bakstenen pilasters. Alle beuken zijn voorzien van kruisribgewelven met natuurstenen kruisen en bakstenen gewelfvlakken. Alle ramen zijn aan de interieurzijde voorzien van een rode bakstenen omranding. De muurvlakken zijn geschilderd en in de middenbeuk voorzien van een Mariamonogram. De vloer heeft een motief in zwarte en witte tegels.
De glas-in-loodramen werden vervaardigd door het atelier Ysabie uit Gent en Jozef Casier. In het koor werden vijf glas-in-loodramen geplaatst. De ramen verbeelden steeds vier heiligen per raam. Van links naar rechts:
De kapel van de Heilige Jozef telt drie ramen; van links naar rechts:
De Onze-Lieve-Vrouwkapel telt drie glas-in-loodramen uit 1905 van atelier Ysabie uit Gent. Van links naar rechts:
In de doopkapel nog drie ramen uit 1904 .Van links naar rechts:
De altaren en het houtwerk (koorbank, biechtstoelen, preekstoel en tochtportalen) zijn alle in neogotische stijl vormgegeven en van uitzonderlijke kwaliteit (houtsnijwerk). Ze werden volledig verzorgd door het atelier van Remi Rooms.
Het altaar van de Heilige Antonius (1906) met drie in eik gebeitelde taferelen uit het leven van de heilige: Heilige Antonius verdedigt zijn regel en kleding voor Paus Gregorius en het altaar van de Heilige Andreas van Avelinni (1907) met drie in eik gebeitelde taferelen uit het leven van de heilige: priesterwijding, communie op zijn sterfdag terwijl hij de mis opdraagt, vervolledigen het vaste meubilair.
De kruiswegstaties (1908) en de Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeënstaties (1909) zijn op koper geschilderd door Leo Steel. Uit dezelfde periode (1908) dateren de biechtstoelen met kwalitatief houtsnijwerk en religieuze symbolen op de luiken. De eerste werd vervaardigd door Remi Rooms en bekostigd door pater Marchal, rector van het Jezuïetencollege. De drie bijkomende biechtstoelen waren van de hand van Robert van Caelenbergh die tevens de orgelkast maakte. Ook hier is het vakmanschap en de artistieke kwaliteit uitzonderlijk. Er is geen kwaliteitsverschil tussen de vier biechtstoelen.
Het orgel uit 1911 is het werk van de gebroeders Vereecken uit Gijzegem en de neogotische eiken kast is van de hand van Robert van Caelenbergh. Het telt twee klavieren, vrij pedaal, 26 volledige spelen en verschillende combinaties.
Verder komen volgende nog niet vermelde neogotische beelden voor op neogotische sokkels: Heilige familie, Heilige Rita, Heilige Theresia, Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes, Heilige Wivina, Pastoor van Ars, Heilige Hart, Heilige Appolonia. De beelden zijn in authentieke neogotische staat bewaard en nooit overschilderd.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal Beschermingsdossier 4.001/41002/106.1, Aalst: Onze-Lieve-Vrouw van Bijstandkerk.
Auteurs: Mertens, Joeri
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Mijlbeek
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/174 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.