erfgoedobject

Bisschoppelijk Paleis

bouwkundig element
ID
29329
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/29329

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Bisschoppelijk Paleis
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Bisschoppelijk Paleis
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Bisschoppelijk Paleis
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Gebouwenblok ten noorden begrensd door huizen bij hoek Sint-Salvatorskerkhof, ten oosten door Heilige-Geeststraat, ten zuiden door Goezeputstraat en ten westen door de huizenrij in de Kleine Heilige-Geeststraat. Deels ommuurd, renaissancegetint complex bestaande uit hoofdgebouw met 16de-eeuwse kern, met in het verlengde van de noordvleugel aan tuinzijde, een 18de-eeuwse vleugel, telkens onder zadeldak (leien en Vlaamse pannen).

1549: het bestaande zogenaamd "Hof van Pittem" met kern die vermoedelijk teruggaat tot de 18de eeuw, wordt herbouwd in renaissancestijl.

1641: A. Sanderus tekent het hof als ommuurd pand op L-vormige plattegrond met in de oksel rechthoekige huistoren en rechts aanpalend poortgebouw.

Na functies als gouverneursresidentie en ambtswoning van de hoogbaljuw, krijgt het pand in 1738 voor het eerst een religieuze bestemming als bisschoppelijk seminarie, na, aankoop door bisschop van Susteren. Mogelijk is toen de noordvleugel verplaatst en hoger opgetrokken zie tekening van A. Sanderus (1641) waar de hoofdvleugel slechts zeven in plaats van de twaalf huidige traveeën telt en krijgt de hoofdvleugel nog bestaande dakconstructie; tevens bouw van de ingangspoort en vervangen van de traptoren door een monumentale trap.

Derde kwart van de 18de eeuw: op initiatief van bisschop Caïmo (1754-1775) wordt de vleugel haaks op de hoofdvleugel gebouwd, waarschijnlijk naar ontwerp van B. Feys in samenwerking met meestertimmerman E. Van Speybrouck, meestermetselaar E. Goddyn en stucwerker J. van Sassenbrouck; mogelijk ook uniformeren van de tuingevels, zie licht getoogde openingen in bepleisterde omlijstingen, naar het patroon van het gelijktijdige Franse U-vormige hôteltype.

1797, 1802: afschaffing van het seminarie en opheffing van het bisdom Brugge. Het pand wordt achtereenvolgens gebruikt als gevangenis, kazerne, militair hospitaal en school.

1834-1835: heroprichting van het bisdom Brugge; het bisschoppelijk paleis, tot dan op de Burg gevestigd, wordt overgebracht naar de Heilige-Geeststraat. Verbouwingswerken in functie van de nieuwe bestemming onder meer het inrichten van een nieuwe kapel.

1859: afbraak van de vervallen ingangspoort en historiserende reconstructie. Circa 1880: restauratiewerken naar ontwerp van architect R. Buyck (Brugge) met betrekking tot voorgevel: vernieuwen van de dorpels, kruiskozijnen, lateien en frontons in witsteen van Saint-Joire.

1895: bouw van de bureauvleugel aan tuinzijde op initiatief van bisschop De Brabandere (1894-1895).

1957: afbraak en herbouw van bureauvleugel in de tuin naar ontwerp van van architect C. Vastesaeger (Brugge).

Circa 1965: aanleg van het voorplein als parking. 1990-1992: stallingen aan tuinzijde worden naar ontwerp van Groep Planning omgevormd tot archiefruimte met ingang aan de Goezeputstraat, aanleg tuin en uitbreiding met het pand in het Sint-Salvatorskerkhof nummer 12; restauratie van de bedaking, gevels op het binnenplein naar ontwerp van Groep Planning, voornamelijk vervangen van de natuurstenen elementen in Massangis.

1994: herstelling daken en voorgevels. Nieuw project, na sloop van de burelen van 1957, wordt eind 1999 gerealiseerd naar ontwerp van Groep Planning (Brugge); tijdens voorbereidende werken, ontdekken van sporen van voormalig terras aan tuinzijde.

Gekasseide, rechthoekige binnenplein ten noorden ommuurd door bepleisterde en witbeschilderde muur geritmeerd door blinde panelen en gelede pilasters onder doorgetrokken natuurstenen lijst en op arduinen sokkel, en ten zuiden door bakstenen muur; monumentale, arduinen poort in geblokte rondboogomlijsting met gepolychromeerd boogveldreliëf van steen van Creil met wapenschild van bisschop van Susteren en opschrift "Ut prosim", bekroond door siervaas (1859).

Voorts baksteenbouw met gebruik van Balegemse kalkzandsteen en als restauratiesteen voornamelijk witsteen van Saint-Joire en Massangis, voor plint, hoek- en negblokken, doorgetrokken lekdrempels, kruiskozijnen en frontons van de muuropeningen.

Hoofdvleugel van twaalf en haakse noordelijke zijvleugel van zes traveeën; drie bouwlagen. De ordonnantie van de gevels aan binnenpleinzijde wordt bepaald door hoekblokken, de regelmatige vensterregisters belijnd door de geprofileerde, kordon vormende onderdorpels en de kroonlijst: afwisselende renaissancemotieven ter bekroning van de lateien als gebogen schelpvulling met bolornament op de begane grond, gebogen fronton op de lagere tweede bouwlaag en driehoekig op de nog lagere derde bouwlaag; afgeschuinde dagkanten.

Zelfde, doch gedichte venstertypes in de één travee brede zijgevel van de noordvleugel aan de Heilige-Geeststraat.

Zijgevel van hoofdvleugel van vijf traveeën bewaart muurfragmenten van een ouder, vermoedelijk 15de-eeuws gebouw van één bouwlaag: een bouwnaad toont een lijstgevel aan van twee bouwlagen met getrapte dakkapel links; het rechts hoger opgetrokken metselwerk is vermoedelijk een overblijfsel van een om de hoek gevoerde schermgevel. Later toegevoegde derde bouwlaag met vensters met afgeschuinde dagkanten en ontlastingsbogen; metselaarstekens. Achtergevel bestaande uit een uitspringend rechter gedeelte geritmeerd door Brugse travee, type I, met aangepaste muuropeningen. Aansluitende vleugel uit het derde kwart van de 18de eeuw op U-vormige plattegrond met zes centrale traveeën waarvan middelste vier onder driehoekig fronton met radvenster; nagenoeg symmetrische, haakse vleugels van zes en twee/drie traveeën gemarkeerd door licht getoogde vensters in bepleisterde omlijstingen.

Interieur. Kelder aan binnenpleinzijden: twee tongewelven; resten van rondboog op zuilen met knopkapiteel. Tuinzijde, tweebeukige kelder met graatgewelven op kraagstenen en centrale pijler.

Inkomhal met bepleisterd plafond met een met bladgoud vergulde rozet in empirestijl; vloer (vernieuwd in 1939) met witte en zwarte marmeren tegels met centraal stermotief. Groot salon met zwarte, marmeren schouw in second empirestijl waarop zuilen met Corinthische kapitelen; bepleisterd cassettenplafond en fries met griffioenen. Ontvangstkamer en eetplaats met marmeren empireschouwen en boezems met (vergulde) pleisterversieringen. Trappenhuis: monumentale, eikenhouten slingertrap, vermoedelijk van 1738-1740 naar ontwerp van beeldhouwer-architect H. Pulinx (Brugge); stucplafond in Lodewijk XV-stijl met gepolychromeerd wapenschild van bisschop van Susteren.

Neoclassicistische kapel (vernieuwd in 1933) op rechthoekige plattegrond, geritmeerd door Ionische pilasters; glasramen van 1935 met wapens van de bisschoppen door glazenier F. Roderburg (Brugge).

Zolder: schaargebint met schoorstukken, gedateerd ter hoogte van "anno 1738". Grote ommuurde tuin, aan zijde van Goezeputstraat toegankelijk via bepleisterde en witbeschilderde koetspoort uit de eerste helft van de 19de eeuw die leidt naar de voormalige paardenstallen, sinds 1990-1991 omgevormd tot bisschoppelijk archief. Rondboogpoort met waaiervormig bovenlicht met roedeverdelingen; doorgang omgeven door zuilen met Toscaanse kapitelen, overkluisd door tongewelf.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, dossier 202/0113/87/W.
  • Dienst Openbare Werken Brugge, Bouwvergunningen, nr. 2557/1998.
  • BEERNAERT B., Open Monumentendag Vlaanderen. 10 jaar monumenten en feest, Brugge, 1998, p. 44-52.
  • DELAEY B., Bisschoppelijk Paleis te Brugge. Restauratie van gevels en daken, in In de steigers, 1995, nr. 1, p. 4-7.
  • DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 118-119.
  • HOUWEN G., Het "Hof van Pittem": van seminarie tot bisschopshuis, in Ministrando, 1998, nr. 13, p. 542-553.
  • RYCKAERT M., De Provincie West-Vlaanderen en het Bisschoppelijk Paleis in Brugge, in In de steigers. Monumentennieuws uit West-Vlaanderen, 1995, nr. 1, p. 1-3.

Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Bisschoppelijk Paleis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/29329 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.