erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Jakob

bouwkundig element
ID
29659
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/29659

Juridische gevolgen

Beschrijving

Gelegen ten oosten van het Sint-Jacobsplein en ten oosten afgebakend door de Sint-Jakobstraat, ten noorden door de Moerstraat. Georiënteerde, in kern vroeggotische, bakstenen hallenkerk met zware kruisingstoren.

Circa 1240: door stichting van de Sint-Jakobsparochie als afscheiding van die van Sint-Salvators wordt de voormalige Sint-Jakobskapel, gelegen op de hoek Grauwwerkers-/ Ezelstraat, verheven tot parochiekerk. Wegens plaatsgebrek wordt in de loop van de 13de eeuw een nieuwe kerk gebouwd op de huidige locatie. Uitzicht van dit eerste bedehuis: éénbeukige kruiskerk van onbekend aantal traveeën, met transept van een halve travee, kruisingstoren en een koor van één travee met vijfzijdige sluiting.

1457 tot 1512: door de welvaart en milde giften van de hertogen van Bourgondië en de rijkdom van de gilden en patriciërs zie de vele graf- en gedenkplaten, worden verbouwingen en uitbreidingen uitgevoerd in zuidelijke en westelijke richting: onder meer het schip en koor van de toenmalige kerk worden, na afbraak van de zuidelijke transeptarm, respectievelijk een zijbeuk en -koor van de nieuwe, grotere hallenkerk zie huidig uitzicht.

1468-1472: oprichting van het hoofdkoor. Circa 1470: verwijdering van het 13de-eeuwse portaal in de noordelijke transeptgevel. 1516-1518: bouw van het eikenhouten gewelf van het hoofdkoor. Circa 1525-1530: ten zuiden van het zuidkoor van de nieuwe kerk, bouw van de kapel van Ferry de Gros, schatbewaarder van de Orde van het Gulden Vlies.

1580: plunderingen van het interieur door de beeldenstormers. 1663: opnieuw overwelven van de voormalige noordelijke transeptarm, de huidige kapel van de Gelovige Zielen.

Tweede helft van de 17de eeuw: uitbreiding met kleinere zijkapellen zoals ten noorden de kapel van de Chirurgijnen (1691), van de Heilige Antonius (1691), ten noordoosten de huidige sacristie (1698), toen de kapel van de Beenhouwers, en ten zuiden de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van de Presentatie (1694).

1691-1692: aanbrengen van het stenen kruisribgewelf in de zijbeuken, heraankleden van het interieur in barokstijl onder meer hoogaltaar, koorgestoelte, doksaal en predikstoelen, vervangen van de spitsboogvensters door segmentbogige, dichtmetselen van de koorvensters en toevoegen van de noordelijke- en zuidelijke ingangsportalen, gedateerd "1691" op de naald van de houten vleugeldeur, in het noorden in plaats van het portaal ter hoogte van tweede travee.

1695: overwelven van het zuidkoor. 1698: overwelven van het noordkoor. 1726: bijbouwen van Heilige Annakapel aan zuidzijde van de zuidbeuk. 1819: polychromeren van het gewelf in het hoofdkoor. 1843-1845: bouw van een classicistisch hoofdportaal met driehoekig fronton op zuilen zie porseleinkaart. Vermoedelijk zijn toen tevens aan noordzijde van het vermelde portaal de doopkapel en ten zuiden de kerkmeesterskamers en winkel gebouwd zie plattegrond van C. Verschelde (1873) tentoongesteld in de zuidelijke zijbeuk; ten zuidwesten zou ook een kerktuin zijn aangelegd.

1893-1895: restauratie naar ontwerp van architect C. De Wulf (Brugge) onder meer het wijzigen van de huidige Sacramentskapel en wijzigen van noordkoor: gedeeltelijk behoud van de onderbouw en reconstructie van de bovenbouw met neogotische toevoegingen; tevens terugbrengen van de westgevel naar de oorspronkelijke, zijnde vroeggotische stijl, waardoor de aanbouwen en tuin blijkbaar moeten wijken.

1910-1911: restauratie van het 13de-eeuwse noordtransept naar ontwerp van architect A. De Pauw (Brugge): venster en puntgevel hersteld in vroeggotische stijl, en onderhoudswerken aan de kruisingspijlers.

1939, 1962, 1967: restauratiewerken onder meer aan de vensters en toren. Sinds 1984: fasegewijze restauratiewerken aan daken, toren en buitengevels naar ontwerp van architect J. Waes (Brugge).

De huidige plattegrond ontvouwt: een driebeukig schip van vier traveeën met aansluitende koorpartij van twee en een halve travee en ongelijke, vijfzijdige sluitingen; oorspronkelijke kruisingstoren van de 13de-eeuwse kruiskerk bewaard in de eerste travee van het noordkoor. Grondplan van de 15de eeuw tot het eerste kwart van de 18de eeuw, ten noorden en ten zuiden ingebouwd door zijkapellen en sacristie.

Materialen. Baksteenbouw met verwerking van natuursteen en als restauratiesteen steen van Gobertange, Diegem en Balegem (westportaal, vensteromlijstingen, traceringen en steunberen), grès (plint) en Massangis-roche jaune (dekstenen en lijstwerk).

Hoofdbeuk. Westelijke puntgevel geflankeerd door arkeltorentjes als uitlopers van de versneden steunberen. Geprofileerde spitsboogingang met roodbeschilderde, houten poort met versierde makelaar onder meer voorzien van sculptuur van Heilige Jakob; natuurstenen lijst met bladwerk en een kruisbloem, doorgetrokken over de ingang en verdere gevel; groot geprofileerd spitsbogig zeslicht; hogerop spitsboognis met maaswerkversiering en kruisvormige lichtsleuf. Zijgevels met 17de-eeuwse segmentboogvensters. Gevel van het hoofdkoor afgelijnd door vernieuwde, gesloten borstwering; geprofileerde gedichte spitsboogvensters waarin natuurstenen borstweringen met geometrische versiering.

Noordelijke zijbeuk. Aan westzijde, grosso modo gesloten zeshoekige traptoren op rond grondplan en onder leien tentdak, geritmeerd door natuurstenen ribben. Ter hoogte van eerste travee afgeschuind. Verankerde zijgevels vanaf tweede travee over halve bouwlaag ingebouwd onder meer door de voormalige kapel van de Chirurgijnen en van Heilige Antonius. Rondboogpoort in een geblokte hardstenen omlijsting; benagelde vleugeldeur met versierde baroknaald voorzien van een Sint-Jakobsbeeldje gedateerd "1691". 17de-eeuwse segmentboogvensters in bepleisterde omlijstingen onder druiplijstje met oren en neuten.

Voormalige transeptgevel, in 1910-1911 herbouwd naar oorspronkelijk patroon met puntgevel geflankeerd door versneden steunberen; twee spitsboognissen met spitsbogig en rond venster bekroond door groter rond venster; profileringen van de nissen uitgewerkt als zuiltjes met natuurstenen kapiteeltjes. Rondboognisssen met zelfde profileringen. Transeptzijgevels met uitkragende rondboogfries.

Gevel van (voormalige hoofd)koor op basis van veldsteen gestut door versneden steunberen en geritmeerd door spitsboogvensters afgelijnd door gekoppelde halfzuiltjes en archivolt met zelfde profilering; vernieuwde tracering van 1893-1895; onder de goot, neogotische rondboogfries van natuursteen, in de boogvelden en op de consoles verrijkt met uitgewerkte mascarons en dierenfiguren; drie dakkapellen.

Voormalige kruisingstoren van twee geledingen; onderste met rondboognissen waarin gekoppelde spitsboogjes en steigergaten; boven smalle borstwering, smallere torenspits met galmgaten; tentdak met torenspits en vergulde torenhaan. In de oksel van voormalige noordtransept en koor, sacristie op rechthoekige plattegrond; segmentboogvensters in bepleisterde omlijstingen met oren en neuten.

Zuidelijke zijbeuk. Zijgevel, gestut door steunberen met natuurstenen hoekblokken en geritmeerd door 17de-eeuwse segmentboogvensters in bepleisterde omlijstingen met oren, neuten en guttae. Koorsluiting met gedichte spitsboogvensters. In de loop van de 16de-, 17de-, 18de- en 19de eeuw is de zijgevel ingebouwd onder meer door de 19de-eeuwse kamer van de Dismeesters, nu berging, de kapel de Gros, van de Heilige Anna en van de Onze-Lieve-Vrouw van de Presentatie. Gedenk- en grafplaten, en ter ter hoogte van zijkoor, kleine tuin met natuurstenen Calvarie.

Interieur. Schip met tweeledige opstand: vier traveeën geritmeerd door arduinen, segmentbogige scheibogen op gotische, met imitatievoegen beschilderde zuilen voorzien van achtzijdige sokkel en bladwerkkapiteel; segmentbogige bovenlichten uit de 17de eeuw met druiplijst. Kruisribgewelven (tweede helft van de 17de eeuw) gescheiden door gordelbogen met cassetten steunend op geprofileerde schalken. Trekankers. Zijbeuken met eind 17de-eeuwse kruisribgewelven, gescheiden door gelijkaardige gordelbogen en net als de ribben opgevangen door consoles.

Overgang naar hoofdkoor door middel van spitsbogige triomfboog en naar het noordkoor door middel van gedrukte rondboog. Voormalige kruisingstoren overdekt door middel van een later kruisribgewelf op zuilen van Doornikse steen op achtzijdige sokkel en met knoppenkapiteel van Doornikse steen (13de eeuw ?); 13de-eeuwse muraalbogen op schalken.

Hoofdkoor met houten vierdelig kruisribgewelf met versierde gewelfsleutels en sinds 1819 gepolychromeerd. Ter hoogte van de kruisingstoren, op houten bekleding, spitsbogige bovenvensters in trompe-l'oeil weergegeven, met voortzetting van het iconografisch programma van de glasramen.

Noordkoor met houten tongewelf op versierde pleisterfries. Bakstenen onderbouw geritmeerd door drievoudige boogfriezen, naar bestaand 12de-eeuws patroon hersteld in het vierde kwart van de 19de eeuw; alternerende driekwartzuilen bekroond met beelden onder een baldakijn. Spitsboogvensters met maaswerktraceringen, geflankeerd door zuiltjes. Rechthoekige, houten paneeldeur. Spitsboogportaal met barokdeur naar sacristie, geflankeerd door zuil.

Zuidkoor: doorgetrokken zie zuidelijke zijbeuk gedichte spitsboogvensters achter het barokke portiekaltaar.

Mobilair. Rijk mobilair uit 15de, 16de, 17de en 18de eeuw. Binnenmuren bekleed met wit en zwart marmer (1693) met gesculpteerde hoofden van apostelen en ingewerkte schilderijen met scènes van het Leven van Christus en Heilige Jakobus, door D. Nollet; tochtportalen op analoge wijze bekleed.

Schilderijen: "Sint-Lucialegende" van de Meester van de Legende van de Heilige Lucia, circa 1480; "Legende van Cosmas en Damianus" van L. Blondeel, in 1533 besteld door het ambacht van de Chirurgijnen; "Leden van het Broederschap van het Heilig Sacrament" van A. Claeissens, vierde kwart van de 16de eeuw; "Van Belletriptiek" van P. Pourbus, 1556; "Heilige Familie met Heilige Anna, Joachim, Jezus en Sint-Janneke" toegeschreven aan J. Van Oost, circa 1650; "Verrijzende Christus met de familie Zeger van Male" van P. Pourbus, 1578; "Rust tijdens de vlucht naar Egypte" van J. Garemijn, 1750; "Tempelgang" van J. Van Oost, 1655; hoogaltaar met schilderij "Aanbidding van de Drie Koningen" van J. van Boeckhorst (tweede helft van de 17de eeuw).

Beeldhouwwerk: laatrenaissancistische sacramentstoren, 1593; medaillion met Madonna van L. della Robbia, 15de eeuw; Heilige Johannes de Evangelist, circa tweede helft van de 17de eeuw; Sint-Jakob, eerste kwart van de 17de eeuw; "Heilige Franciscus van Assisië", eerste helft van de 16de eeuw.

Meubilair: Eikenhouten koorgestoelte naar ontwerp van C. Verhouwe, 1673-1674; overdadig gesculpteerde preekstoel van B. de Lannoy, 1685-1689; vroegbarokdoksaal van J. Cocx (1628-1629); barokhoofdaltaar van C. Gaillard (1665-1670); koorgestoelte naar ontwerp van C. Verhoeve (1673-1674).

Hooghuysorgel van 1869, gerestaureerd in 1954 door J. Anneessens. Glasramen: in noordkoor, neogotische glasramen met opschrift "D.D. Maria et Sylvia Vanderougstraete été 1909".

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, dossier 178.
  • Archief Administratie Monumenten en Landschappen-Brussel, plannenfonds Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, provincie West-Vlaanderen, Brugge, parochiekerk St.-Jakob.
  • BEERNAERT B.; CONSTANDT L.; ESTHER J.P.; STRUYE M.; VAN VLAENDEREN P., Brugse gevelgids, Brugge, 1982, p. 50-52.
  • DEVLIEGHER L., De opkomst van de kerkelijke gotische bouwkunst in West-Vlaanderen gedurende de XIIIe eeuw, in Bijdragen van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, 1954, nr. 5, p. 203-207.
  • DE VINCENNES J., Kerken te Brugge, Brugge, Gidsenbond, 1958, p. 69-79.
  • FAUCONNIER A., ROOSE P., Het historisch orgel in West-Vlaanderen. Deel IV a. Provincie West-Vlaanderen (Arrondissementen Brugge en Oostende), Brussel, 1986, p. 95-109.
  • JANSE H., DEVLIEGHER L., Middeleeuwse bekappingen in het vroegere graafschap Vlaanderen, in Bulletin de la commission royale des monuments et des sites Bulletin van de koninklijke commissie voor monumenten en landschappen, Brussel, 1962, p. 327.
  • RYCKAERT M., Historische stedenatlas van België. Brugge, Tielt, 1991, p. 211.
  • VROMMAN F., Kunstwerken in de Brugse kerken en kapellen, Brugge, 1986, p. 99-134.

Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA Noord, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Van de eerste bakstenen kerk uit de 13de eeuw zijn het ingrijpend gerestaureerde koor, de kruising en de noordelijke dwarsarm overgebleven. De bouw van deze kruiskerk werd wellicht kort na de parochiestichting in 1240 aangevat.

In de 14de eeuw werd de toren gebouwd. De eerste verdieping (ter hoogte van de daken van koor, transept en schip) werd opgetrokken in het eerste derde van de 14de eeuw. Hierop wijzen de afmetingen van de gebruikte bakstenen en een later toegevoegde trekbalk op korbelen die dendrochronologisch is gedateerd in 1335-1336. De tweede verdieping van de toren kwam tot stand in een latere bouwfase die gezien de afmetingen van de bakstenen zeker na ca. 1340 moet worden geplaatst. In de 14de eeuw werd wellicht ook het huidige middenschip toegevoegd aan de zuidzijde van het 13de-eeuwse kerkgebouw.

De dakkap van het middenschip dateert waarschijnlijk uit de 15de eeuw en behoort tot een verbouwing, mogelijk tussen 1457 en 1468, van het zoals vermeld waarschijnlijk oudere middenschip uit de 14de eeuw. De kap van het middenkoor is waarschijnlijk in de 15de eeuw gelijktijdig opgetrokken met de kap van het middenschip.

Het schip van de 13de-eeuwse kerk, die door de uitbreidingen de noordelijke zijbeuk was geworden, werd verbouwd op het einde van de 15de eeuw. De sporenkap met spits tongewelf is dendrochronologisch gedateerd tussen 1482 en 1490. De zuidelijke zijbeuk heeft hetzelfde type kap. Deze dakkap heeft ongetwijfeld dezelfde datering als de bouw van deze zijbeuk tussen 1457 en 1512, al werd dit nog niet bevestigd door een dendrochronologisch onderzoek.

  • DEBONNE V. 2015: Uit de klei, in verband. Bouwen met baksteen in het graafschap Vlaanderen 1200-1400, onuitgegeven doctoraatsverhandeling Katholieke Universiteit Leuven, Leuven.
  • VAN DER HOEVE J. 2014: Brugge, St. Jacobskerk. Bouwhistorische waarnemingen, Bureau voor bouwhistorisch onderzoek J.A. van der Hoeve, Utrecht.
  • VAN EENHOOGE D., DEBONNE V. & HANECA K. 2018: Middeleeuwse dakkappen in Brugge en ommeland. Een catalogus, Onderzoeksrapporten agentschap Onroerend Erfgoed 97, Brussel.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties

  • Omvat
    Muurschilderingen Sint-Jacobskerk

  • Is deel van
    Moerstraat


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Jakob [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/29659 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.