is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Michiel, Cornelius en Ghislenus met kerkhof
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Parochiekerk Sint-Michiel, Cornelius en Ghislenus
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Parochiekerk Sint-Michiel, Cornelius en Ghislenus: orgel
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Parochiekerk Sint-Michiel, Cornelius en Ghislenus met pastorie en omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Michiel, Cornelius en Ghislenus
Deze vaststelling was geldig van tot
Zeer schilderachtig gelegen op een verhevenheid aan de rechter buitenbochtzijde van de oude Leiebocht, genaamd Machelen-put.
Behouden ovaal, deels ommuurd kerkhof toegankelijk via de huidige Gildestraat, Karperstraat en Leihoekstraat, in 1735 genivelleerd en tegen overstromingsgevaar beschermd. In 1738 voorzien van fraaie ijzeren hekken aan Lodewijk 15de-eeuwse hekpijlers met siervaasbekroning. Nog één bewaard aan Leihoekstraat.
Oudste vermelding van 1163 toen het Sint-Pieterskapittel van Rijsel het patronaat verwierf. Zware vierkante basis van de toren van Doornikse steen, mogelijk Romaans (behouden trompen binnenin) en westgevel van Doornikse kalksteen teruggaand tot de 13de of 14de eeuw. In 1423, oprichting van de broederschap van de Heilige Cornelius en Ghislenus. Relieken van de heiligen vermoedelijk in de eerste helft van de 15de eeuw door Gerard van Gavere-Schorisse, heer van Machelen, uit Rome overgebracht. Vanaf toen belangrijk bedevaartoord tegen onder meer "seskens" met jaarlijkse bedevaart zogenaamd "Machelen Gulde". Vernieling van de kerk, verloren gaan van de relieken en onderbreken van de gilde-activiteiten in de 16de eeuw door de godsdiensttroebelen.
Grote heropbloei van de bedevaart (onder meer miraculeuze genezingen) en wederopbouw van de kerk in de eerste helft van de 17de eeuw onder meer nieuwe reliek van Sint-Cornelius in zilveren hoornvormige reliekhouder, geschonken door bisschop Boonen in 1621. Wederopbouw van een achthoekige toren volgens kerkrekeningen van 1623-24 en van een hallenkerk in laatgotische stijl in 1642 (zie muurankers in noordelijk transept). Heroprichting van de gilde in 1643 onder impuls van pastoor Vander Cruyssen. Volgens de statuten moest een deel van de opbrengsten van de bedevaart gebruikt worden voor de verfraaiing van de kerk.
Voornamelijk in de eerste helft van de 18de eeuw vernieuwen en verrijken van het interieur onder leiding van pastoor Barry (1704-1730) en Meheus (11730-1739). Belangrijke verbouwingen en verdere verrijking van de kerk in de tweede helft van de 18de eeuw met: nieuwe arduinen deuromlijsting in W.-gevel van 1752 en nieuw groter hoogkoor en sacristie van 1767 (zie stucgewelf met jaartal "ANO DNI 17 67", naar ontwerp van architect J.B. Simoens. Uniformeren van het interieur van het schip (met open houten dakgebint) met nieuw koor door inbrengen van stenen bepleisterde gewelven op bepleisterde zuilen, uitgevoerd in 1768 door S. Pillorij (zie kerkrekeningen). Nieuw imposant mobilair gerealiseerd door beeldhouwer K.F. Van Poucke.
In 1801, kerktoren zwaar beschadigd en voorzien van nieuw lager dak. Restauratie aangevat met toren in 1914 onder leiding van architect Henri Geirnaert, onderbroken door de Eerste Wereldoorlog waarin de toren in 1918 opnieuw zwaar beschadigd werd; werk hervat in 1920 met onder meer nieuw zuidportaal en schijntransept. Recente buitenrestauratiewerken onder leiding van architectenbureau Bressers, beëindigd in 1989.
Plattegrond van een driebeukige hallenkerk van drie traveeën, niet uitspringend transept met kruisingstoren op vierkante basis, zijkoren van twee traveeën met driezijdige sluiting en hoogkoor met twee uitspringende traveeën en driezijdige sluiting. Oude, aangebouwde sacristie aan noordkoor, 18de-eeuwse sacristie in de zuidwestelijke hoek tussen hoogkoor en zuidkoor; zeshoekig traptorentje en portaal aan zuidzijde. Westgevel opgetrokken uit Doornikse kalksteen in onregelmatig verband, overige delen van baksteen met gebruik van zandsteen. Beuken en koren onder afzonderlijke zadeldaken (leien), hoge achthoekige naaldspits met peerbekroning op toren.
Westgevel met drie puntgevels gestut door versneden steunberen. Centrale gevel met typisch 18de-eeuwse deur in arduinen spiegelboogomlijsting, volgens kerkrekeningen van 1752, uitgevoerd door J. Turman. Bekronend gotisch spitsboogvenster onder waterlijst. Blinde zijpuntgevels met bakstenen top, vermoedelijk opgetrokken in 1642 (voorheen lessenaarsdaken). Zijbeuken en -koren met hoge spitsboogvensters met tracering naar gotisch patroon en getoogde vensters in hoogkoor en sacristie. Noordzijde met korfboogdeurtje met jaartal 1642, zuidportaal toegevoegd bij restauratie van 1920. Noordelijke transeptgevel: tuitgevel met vlechtingen en jaarankers 1642, gelijkaardige gevel aan zuidelijk transept toegevoegd in 1920. Achthoekige torengeleding met korfboogvormige galmgaten onder verankerde speklagen.
Heden vrij eenvormig bepleisterd en kleurig geschilderd 18de-eeuws interieur van een hallenkerk met drie gelijke beuken gescheiden door Toscaanse zuilen met zware entasis en rondboogarcade (oorspronkelijk niet bepleisterd). Overwelving met kruisribgewelven, aangebracht in 1786 onder het deels bewaard 17de-eeuws houten gewelf. Zware kruising met bundelpijlers met halfzuilen, aan de koorzijde met lessenaars voor de kerkmeesters, overwelfd met kruisribgewelf met ten oosten klokkengat. Ribben eindigend op consoles, oorspronkelijk gebeeldhouwd in natuursteen, in de 18de eeuw met stuc bezet. Koren eveneens gescheiden door rondboogarcade en overkluisd met kruisribgewelven. Hoogkoor met fraaie plafond- en muurbeschildering met uitbeelding van het oud testament, lijstwerk en bas-reliëfs en op de koormuur boven de lambrisering, zes figuren op doek: Onze-Lieve-Vrouw, Heilig Hart, Heilige Paulus, Heilige Ghislenus, Heilige Petrus en Heilige Michaël waaronder verschillende in stuclijst.
Mobilair. Schilderijen: Heilige Cornelius geneest een zieke, altaarstuk van zuidelijk zijaltaar, 16de eeuw; Onze-Lieve-Vrouw met Kind schenkt de rozenkrans aan de Heilige Dominicus Guzman, altaarstuk van noordelijk zijaltaar, Vlaamse school, 18de eeuw; Aanbidding van de Koningen, Vlaamse school, 18de eeuw; Dood van Onze-Lieve-Vrouw, Vlaamse school, 18de eeuw.
Beeldhouwwerk: Heilige Cornelius in hoofdaltaar door K.F. Van Poucke, 1783, marmer.
Monumentaal marmeren hoofdaltaar in classicistische stijl, door K.F. Van Poucke, 1783. Noordelijk zijaltaar van Onze-Lieve-Vrouw, portiekaltaar van marmer en hout, van 1768 met tombe door J. Martens. Zuidelijk zijaltaar van Heilige Cornelius, portiekaltaar van marmer en hout, van 1768 met tombe door J. Martens.
Lambriseringen in koor met koorgestoelte, van 1715, in 1720 gemarmerd en verguld door A. Van den Berghe, thans gedecapeerd. Lambriseringen met vier ingewerkte biechtstoelen, van 1731 evenals de kerkmeestersbanken en lessenaars aan de kruisingspijlers, van 1732, lambriseringen onder het doksaal met armendis en doopvont, van 1736, lambriseringen van schip met twee ingewerkte tochtportalen, van 1737 en lambriseringen hoogkoor van 1768, alle uitgevoerd door L. Eeckelaer met reliëfs door L. Vanhelderberghe.
Communiebank in neo-renaissancestijl, van 1906 door R. Rooms. Preekstoel van 1784 door K.F. Van Poucke, marmer en hout, met onder de kuip vrouwenbeeld: Onze Moeder de Heilige Kerk.
Orgel en orgelkast door C. Cacheux (Ares), van 1730, onderhouden door de familie van Peteghem in de tweede helft van de 18de eeuw, wijzigingen door L. Lovaert en zonen in 1850, herstellingen door gebroeders Delmulle in 1873 en 1879, wijzigingen in 1906-07 door F. Joris, ingrijpend omgebouwd door firma Loncke in 1961.
Doopvont, marmer met koperen deksel, 18de eeuw. Grafstenen in buitenmuur, uit de 18de en de 19de eeuw.
Bron: BOGAERT C. & LANCLUS K. 1991: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Deinze - Nazareth, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Ommuurd en beboomd kerkhof omheen de parochiekerk met een collectie van 20ste- en 21ste-eeuwse graftekens.
De gegevens over het kerkhof rond de kerk van Machelen-aan-de-Leie gaan terug tot de vroege 18de eeuw. In de eerste helft van de 18de eeuw spreken documenten regelmatig over het kappen, snoeien, aanplanten en verkopen van bomen en een haag op het kerkhof. Reeds begin 19de eeuw werd het kerkhof omzoomd met leilinden die later weer door populieren worden vervangen. Tot vandaag wordt het kerkhof omzoomd met bomen.
In 1738 wordt de kerkhofmuur vernieuwd. Het is een werk dat regelmatig in de kerkrekeningen terug komt. Die kerkhofmuur is tevens op de Ferrariskaart (1771-1778) zichtbaar. Er zijn op dat ogenblik drie toegangen die ook vandaag nog bestaan. De zuidelijke toegang bestaande uit een hekken aan witgeschilderde hekpijlers is echter steeds de meest gebruikte en afgebeelde op documenten. De context van het kerkhof met een muur en bomen is op meerdere bedevaartvaantjes zichtbaar.
In 1768 wordt het dak van het beenderhuis hersteld en in 1838 is er een ‘gemakhuys’. Beide gebouwen zijn vandaag verdwenen. In 1911 wordt in de tuin van de pastorie een dodenhuis gebouwd. Regelmatig zijn er in de archiefbronnen kosten voor het plaveien of herstellen van de paden op het kerkhof.
De oudst bewaarde grafsteen wordt ook in de archieven vermeld: de steen Meire-Van Wambeke (+1874) die in de kerkmuur zit ingemetseld. Het kerkhof behield een fraai overzicht van graftekens vanaf de late 19de eeuw tot de sluiting van het kerkhof in 1978. Het daaropvolgende jaar werd het kerkhof als een deel van het dorpsgezicht beschermd.
Het kerkhof kenmerkt zich door een zeer dense begraving die een overzicht geeft van niet enkel de graftypes, materialen, stijlen en vormen van de late 19de tot 20ste eeuw maar ook de grafwijze en het groeiende rijtjesdenken in de 20ste eeuw. Vooral de hardstenen graftekens overheersen maar her en der zijn ook witmarmeren exemplaren te herkennen. Opmerkelijk zijn de graftekens voor Zulma De Nijs (+2009) een ontwerp van Roger Raveel en het grafteken voor Roger Raveel zelf (+2013).
Het terreinonderzoek werd uitgevoerd in 2017. In 2019 werd een beheersplan met inventaris van de graftekens opgemaakt.
Is deel van
Gildestraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Michiel, Cornelius en Ghislenus met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/38399 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.