is aangeduid als beschermd monument Duitse militaire begraafplaats
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als unesco werelderfgoed kernzone Duitse militaire begraafplaats Vladslo
Deze aanduiding is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Duitse militaire begraafplaats Vladslo met Treurend Ouderpaar
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als unesco werelderfgoed bufferzone Duitse militaire begraafplaats Vladslo: buffer
Deze aanduiding is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Duitse militaire begraafplaats
Deze vaststelling was geldig van tot
De Duitse militaire begraafplaats Vladslo met de beeldengroep "Treurend Ouderpaar" is gelegen langs de Houtlandstraat, ter hoogte van en gedeeltelijk omgeven door het Praatbos, op circa drie kilometer ten noorden - noordoosten van Vladslo. In het bos achter de begraafplaats bevinden zich nog drie kleine betonnen constructies en een Duitse gedenkmuur. Schuin tegenover de begraafplaats ligt een Duitse officiersmess.
Het Praatbos is een restant van een boscomplex te Koekelare, Bovekerke (Koekelare) en Vladslo, zoals te zien op de Ferrariskaart (1770-1778). Op de Vandermaelenkaart (rond 1850) is er reeds sprake van "Praet Bosch".
In oktober 1914, tijdens de Slag aan de IJzer, werden de eerste Duitse doden in het Praatbos begraven. In het Praatbos, dat net achter de Duitse derde linie gelegen was, werd tijdens de Eerste Wereldoorlog een Duits kantonnement (Ruhelager) ingericht. Op militaire luchtfoto's en stafkaarten is te zien dat er heel wat militaire installaties zijn uitgebouwd in en rond het Praatbos. Behalve de begraafplaats zijn er loopgraven, barakken, wegen, spoorwegen, schietstanden en andere structuren te zien. Er loopt een spoor langs de Houtlandstraat, dat Leke met Kortewilde (Vladslo) verbindt via Lappersfort (ter hoogte van het kruispunt Lappersfortstraat en Moerstraat), Praatbos en Wikkelaar. Drie betonnen militaire postjes, een gedenkmuur voor het Duitse Lehr Infanterie Regiment en een Duitse officiersmess in de onmiddellijke omgeving getuigen nog van deze Duitse aanwezigheid.
Tegen het einde van de oorlog zouden er in het Waldfriedhof 584 Duitsers begraven liggen. Na de oorlog werden de Duitse militaire graven - die maar liefst over 700 gemeenten in België verspreid lagen - samengebracht tot 184 begraafplaatsen. Er werden op de begraafplaats van het Praatbos graven toegevoegd uit opgegeven Duitse begraafplaatsen uit de omgeving van Vladslo, Moere, Leke, Zevekote, Gistel en Sint-Pieterskapelle. Zodoende zouden er in 1938 3.849 Duitse militairen begraven liggen, waarvan een groot deel behoorde tot het Duitse Marinekorps Flandern.
In 1952 besloten de regering van België en de Bondsrepubliek Duitsland om de Duitse begraafplaatsen samen te brengen tot vier grote Duitse begraafplaatsen in West-Vlaanderen: Vladslo, Hooglede, Menen en Langemark. De begraafplaats in het Praatbos werd bijgevolg in de periode 1955 – 1957 uitgebreid met zo'n 22.000 doden afkomstig uit meer dan 60 kleinere begraafplaatsen over gans België. Zo werd Peter Kollwitz, zoon van Käthe Kollwitz en begraven op het “Roggeveld” in Esen, in 1956 overgebracht naar Vladslo, samen met de beeldengroep "Treurend Ouderpaar". Tijdens de uitbreiding werd de begraafplaats heringericht door de architect Robert Tischler. Er zouden nu in het totaal 25.645 doden begraven liggen. Bij deze herinrichting van de begraafplaats door Robert Tischler waren de graven gemarkeerd door houten blokjes met daarop metalen plaatjes. In 1958 kwamen er nieuwe beplantingen. De perken kregen hosta's als verfraaiing, met daartussen smalle grasstroken waarlangs de bezoekers de graven konden bereiken.
In 1969-1970 werd de begraafplaats heraangelegd onder leiding van Georg Fischbacher, de opvolger van Robert Tischler. De hosta's verdwenen en er kwam een gazon in de plaats: de begraafplaats veranderde van een blühendes Gräberfeld in een Rasenfriedhof. De graven werden gemarkeerd door liggende vierkante grafstenen van graniet.
De begraafplaats heeft een rechthoekig grondplan, aan de vier zijden omgeven door een hoge dichte beukenhaag en beplant met een dertigtal eiken. Het toegangsgebouw is opgetrokken uit rode baksteen onder een pannen schilddak met dakruiter. Centrale doorgang met gecanneleerde zuilen van natuursteen. In het vertrek rechts - afgesloten met ijzeren hek - wordt het guldenboek en de namenlijst van de gesneuvelden bewaard.
Op de begraafplaats, die aangelegd is met tien symmetrisch aangelegde perken, liggen vierkante, platliggende granieten tegels, met (maximum 20) namen van militairen erin gegrift. Tegen de hagen staan enkele rechtopstaande oudere graf- en gedenkstenen evenals stenen zitbanken. Her en der tussen de graven staan lage, ruw behouwen basalten kruisjes, steeds per twee gerangschikt.
Achteraan op de begraafplaats staat de beeldengroep "Treurend Ouderpaar" of "Die Eltern" van Käthe Kollwitz: de blauwhardstenen beelden stellen een vader en moeder voor, hun gezichten gewend naar de dodenakker, net ter hoogte van de grafsteen voor hun zoon Peter Kollwitz. De beelden zijn geknield op een sokkel. Links de vader, bewegingsloos rechtop zittend met de armen gekruist tegen het lichaam met strakke jas. Zijn gelaat heeft een gesloten uitdrukking, met diepliggende ogen. De moeder zit rechts van hem, voorovergebogen met neergeslagen ogen. Ze is gehuld in een lang kleed en drukt de armen strak tegen zich aan. Het ontwerp van Käthe Kollwitz werd uitgevoerd door de Duitse beeldhouwers August Rhades (de vader) en Fritz Diederich (de moeder).
Käthe Kollwitz overwoog reeds in december 1914 om een herdenkingsmonument voor haar zoon te maken, uiteindelijk kwamen "Die Eltern" in 1932 tot stand. Zij wou met haar kunstwerk niet alleen haar eigen verdriet uitdrukken, maar ook spreken in naam van alle ouders wiens zonen omgekomen waren. De beelden werden een internationaal symbool van diepe droefheid en een stille aanklacht tegen oorlogsgeweld.
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Het plan uit 1955 met de heraanleg van de begraafplaats toont een rechthoekig grondplan met een centrale zichtas die vanaf de toegang naar de beeldengroep van Käthe Kollwitz leidt. Op het plan staan tevens de als solitair of in groepjes aangeplante zomereiken ingetekend. Langsheen de zichtas en in de nabijheid van de beeldengroep staan ook twee berken ingetekend. Het plan specifieert niet of het hier om prieelberken gaat, maar deze variëteit is wel sinds de 19de eeuw omwille van zijn “treurende” vorm een gekende keuze voor begraafplaatsen. De keuze voor een groot aantal bomen verspreid over de hele begraafplaats, verklaart de keuze voor de schaduwminnende hosta als perkplant.
Heden is de begraafplaats nog steeds omhaagd met een dubbele geschoren beukenhaag. Van de 80 geïnventariseerde bomen bestaat het overgrote deel uit zomereiken, daarnaast staan er nog vier gewone beuken en een lork. Langs de randen zijn heestermassieven van taxus en rododendron aangeplant.
Is deel van
Houtlandstraat (Vladslo)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Duitse militaire begraafplaats Vladslo met Treurend Ouderpaar [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/78564 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.