Voormalige abdijkerk georiënteerd naar het noordoosten. Deels ommuurd met kerkhof ten noordoosten; vertoont gelijkenis met de onvoltooide abdijkerk van Grimbergen (zie gereduceerde koepel, toren achter koor, opstand en rijk interieur).
Historiek
Mooie en imposante barokkerk, waarvan de meermaals onderbroken bouwgeschiedenis bijna honderd jaar duurde. Volgens overlevering werden de plannen in 1628 door abt David uit Rome meegebracht. Eerste steenlegging in 1635. Een pentekening van Ph. De Dijn van 1650 toont de abdij met aanduidingen van de fundamenten van de nieuwe abdijkerk, ten oosten van de oude kerk. Volgens de Limburg-Stirum hadden de muren in 1654 reeds een hoogte van twintig voet. In 1660 sloot abt Nevius een contract met bouwmeester Egidius Van Waesberghe voor werken aan schip en koor. Werkzaamheden onderbroken in de tweede helft van de 17de eeuw wegens plunderingen door het Franse leger. Tweede bouwcampagne begin 18de eeuw; reële bouwactiviteit vanaf 1713-1715 onder abt F. Van der Haeghen; voltooiing in 1723 en plechtige inwijding in 1727.
De toren werd pas in 1826-1844 opgetrokken, naar ontwerp van architect Louis Roelandt. Vanaf 1813 als parochiekerk, toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, gebruikt. Restauratie van zuidwestgevel in 1970-1973 onder leiding van architect R. Cassiman. Ingrijpende restauratie aan de gang onder leiding van architect R. Cassiman (vernieuwing van parement).
Beschrijving
Kruisbasiliek met driebeukig schip van vijf traveeën, een vlak gesloten transept van twee traveeën, een koor van vier traveeën met driezijdige koorsluiting geflankeerd door twee lagere zijkoortjes en een traptorentje (noordwest, tweede travee); toren achter de koorsluiting. Recent bijgebouwtje ten noordwesten.
Baksteenbouw met verwerking van zandsteen uit de streek. Zuidoostelijke zijbeuk, transeptarm, benedenverdieping van koor en zuidwestgevel voorzien van zandstenen parement; zandstenen toren. Koor, transept en middenbeuk zijn even hoog en afgedekt door middel van gewone en afgesnuite zadeldaken (leien). Gereduceerde koepel onder helmvormige bekroning op kruising. De drieledige zuidwestgevel met in- en uitgezwenkte top bekroond met segmentboogfronton, vertoont grote gelijkenis met de westgevel van de Kleine Begijnhofkerk te Gent. Vrij sobere barokgevel uit het eerste kwart van de 18de eeuw met verticaliserende ordonnantie door middel van gekoppelde hoekpilasters en gesuperposeerde centrale pilasters; horizontaal accent door middel van gekorniste lijsten. Rondboogportaal in een uitgewerkte omlijsting: flankerende, haaks op elkaar gestelde pilasters met voluutkapiteel, dubbele architraaf met sluitstenen uitlopend op een gebroken gebogen fronton en een met vleugelstukken versierde nis met Onze-Lieve-Vrouwebeeld. Tweede geleding doorbroken door een groot segmentboogvenster in een omlijsting met oren en druiplijst. Wapenschilden (abdij en abt F. Van der Haeghen) en kenspreuk van de abdij "Felix Concordia" op de derde geleding. Beelden van Sint-Cornelius en Sint-Cyprianus in uitgewerkte nissen van zijtraveeën. Zijbeuken en koor geritmeerd door steunberen die de segmentboogvensters scheiden. Later zijportaal in de tweede travee der zuidoostelijke zijbeuk. Transept en middenbeuk eveneens verlicht door steekboogvensters; nagenoeg blinde transeptsluiting.
Interieur
Helder en rijk interieur. Driebeukig schip geritmeerd door rondboogarcaden op Toscaanse zuilen. Transept met Korinthisch geïnspireerde halfzuilen en pilasters. Kruisribgewelven met brede gordelbogen op consoles opgenomen in het gekorniste entablement. Op de kruising, achtzijdige koepel op pendentieven, verlicht door rechthoekige vensters van het verhoogde tamboer en verfraaid met stuccodecoratie. Zekere ruimtewerking ondanks gereduceerd, deels ingebouwd volume.
Achter het koor: hoge vierkante toren bekroond met zeszijdige lantaarn, gedateerd 1838-1844. Vrij gesloten onderbouw met drie geledingen, gescheiden door waterlijsten. Segmentboogvensters bekroond door gestrekte druiplijst en driehoekig fronton respectievelijk op de eerste en tweede geleding. Rondbooggalmgaten geflankeerd door pilasters op de derde geleding. Op deze torensokkel afgelijnd met hoofdgestel, kroonlijst op consoles en attiek, rust een zeszijdige lantaarnsokkel op hoge vierkante sokkel met afgeschuinde hoeken en uurwerkplaten; rondboogvormige galmgaten waartussen Dorische zuilen een gekornist hoofdgestel schragen; koepelvormige afdekking.
Mobilair
Schilderkunst: G. de Craeyer: "Sint-Cornelius" (toegeschreven), "Sint-Cyprianus" (toegeschreven) en "Marteldood van Sint-Joris" (zuidelijk zijaltaar), (17de eeuw); A. Van den Heuvel: taferelen van de kruisweg (17de eeuw) ingewerkt in lambrisering en op zijaltaren van het transept; taferelen uit het leven van Sint-Cornelius en Sint-Cyprianus (tweede kwart 18de eeuw) ingewerkt in lambrisering van zuidelijke- en noordelijke zijbeuk onder meer door J.B. Mille en G.J. Smeyers; schilderijen uit de eerste helft van de 18de eeuw onder meer door J. Van Helmont en J. Van Orley: "Aanbidding der herders" (noordelijk zijaltaar).
Beeldhouwkunst: J. Berghe: Onze-Lieve-Vrouw, wit marmer (18de eeuw) in Onze-Lieve-Vrouwekapel; reliëfs, witgeschilderd hout (tweede kwart 18de eeuw), links en rechts van het hoofdaltaar. Bouchet: Sint-Adrianus Peckau en Sint-Jacobus Lacob, marmer (eerste helft 18de eeuw). Th. Verhaegen: reliëfs met taferelen uit leven van Sint-Cornelius en Sint-Cyprianus, hout (tweede kwart 18de eeuw), respectievelijk tegen zuidelijke- en noordelijke zijbeukwand. Beeld van Heilige Antonius abt, hout (18de eeuw).
Rijk laat-barok en rococo meubilair uit de eerste helft van de 18de eeuw: J.B. Van der Haeghen: hoofdaltaar (gemarmerd en verguld hout), noordelijk- en zuidelijk zijaltaar (gemarmerd hout) (ontwerp), communiebank en doksaal; Th. Verhaeghen: noordelijk- en zuidelijk zijaltaar van het transept, biechtstoel (zuidelijke zijbeuk) en lambrisering van zijbeuken. Biechtstoel door J. De Koninck. Preekstoel (17de eeuw) en renaissance koorgestoelte (17de eeuw) uit oude kerk. Laat- barokke koorlezenaar, Antwerpen eik (1695); reliekschrijn van Sint-Cornelius en Sint-Cyprianus.
Orgel door J.B. Forceville (1728) getransformeerd in de 18de, 19de en 20ste eeuw. Grafsteen van Carolus Boel (1661), echtgenote en kinderen. Twee grafmonumenten (tweede kwart 18de eeuw) door F. Bougen en J.B. Vain der Haeghen.
DE LIMBURG-STIRUM, Notice sur l'église de l'ancienne abbaye des Premontrés à Ninove , Exait du Messager des sciences historiques de Belgique, 1874.
PLANTEGNA J., L Architecture religieuse du Brabant au XVII siècle, La Haye, 1926.
SOENS E., De kerk van Ninove en haar meubilair, 1908.
Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n2 (H-Z), Brussel - Gent. Auteurs: d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Aanvullende informatie
In 1909-1910 werd aan de zijde van het Kerkplein een beeldbepalende afsluiting aangebracht voor de voormalige abdijkerk. Deze afsluiting bestaat uit een zandstenen plint en pijlers met smeedijzeren hekwerk, naar 18de-eeuws model.
Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DO002279, Afsluiting voor de voormalige abdijkerk aan het Kerkplein, gelegen te Ninove (S.D., 2004).