Gemeente in de Gentse Kanaalzone, samen met Kluizen (fusiegemeente van 1964) 2340 hectare groot met 9075 inwoners (april 1992). Ten noorden grenzend aan Assenede en Zelzate, ten oosten aan Gent (voor de annexatie van de kanaalzone bij Gent op 31 december 1964 grenzend aan het Kanaal Gent-Terneuzen en Sint-Kruis-Winkel), ten zuiden aan Kluizen (met de Avrijevaart) en ten westen aan Sleidinge en Oosteeklo.
Gelegen in de Vlaamse Vallei. Laag en vlak gebied met matig uitgesproken mikroreliëf. Ten noorden van de gemeente, overwegend matig droge tot zeer droge zandgronden; ten zuiden daarvan ligt een bodemassociatie van matig tot vrij natte zandbodems. In het natuurlandschap van Ertvelde is een heidegebied en een moerassig deel te onderscheiden. De heide, met Rieme (oost) en ter Venen (west) als oudste gehuchten, strekte zich uit aan de Antwerpse heerweg, en werd slechts in de 14de eeuw ontgonnen; -ook in het noorden lag een uitgestrekte heide. In het moerassige gedeelte, tussen Kluizen en de Antwerpse heerweg, was de hoeve van Waalpreit het ontginningscentrum.
De Schipgracht of Burggravenstroom (zie ook Evergem en Kluizen) met aftakking naar Eeklo, zogenaamd Oostwatergang en de Avrijevaart vormen de voornaamste waterlopen.
Ertvelde wordt van zuid naar noord doorsneden door de baan van Gent naar Assenede, Zelzate en Wachtebeke; deze baan werd in het derde kwart van de 20ste eeuw rechtgetrokken tot rijksweg 58, terwijl een nieuwe rijksweg 726 parallel ermee werd aangelegd.
Het stratenpatroon van het dorp wordt bepaald door de bocht van de Antwerpse heerweg naar Oosteeklo, tot de 16de eeuw de belangrijkste verkeersader door Ertvelde. Deze heerweg, gesitueerd op de zandrug tussen Antwerpen en Brugge, doorkruist de gemeente van oost naar west. De parochie Ertvelde ontstond op de kruising van de heerweg met de Biervlietse Gentweg. Het dorpsplein (Lindenlaan en Marktplein) is beplant met verschillende rijen bomen tussen de rijstroken.
Vroegste vermelding van Ertvelde in 1167. De ontginning van Ertvelde begon vermoedelijk in de 12de eeuw, doch eind 13de eeuw waren nog grote delen (onder meer Rieme) onontgonnen. Maakte deel uit van het Ambacht Assenede in de Vier Ambachten, grotendeels toebehorend aan de graven van Vlaanderen, die het in 1649 verkochten aan de heren della Faille. Naast het ambacht Assenede vormden de heerlijkheden van de burggravij (met hoofdzetel te Heusden) en de Averij, beide lenen van het grafelijk leenhof van de Oudburg van Gent, de belangrijkste enclaves in dit gebied. Reeds vanaf de 12de eeuw werden de burggraven in Ertvelde vermeld. De burggraven lieten aan de Burggravenstroom een castrum bouwen op de "Hoge Wal", dat vernield werd bij de Gentse opstand in 1385. De heerlijkheid Averij, gesticht in 1227, strekte zich uit over de gemeenten Kluizen en Ertvelde en werd doorsneden door het Averijvaardeken, grensbeek tussen beide parochies.
Op kerkelijk gebied ontstond de parochie in de 12de eeuw uit de moederparochie Assenede. In 1232 werd de afbakening van de parochies Ertvelde en Kluizen vastgelegd. De kerk, toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, was een villakerk of eigenkerk van de burggraaf van Gent, gebouwd op de kruising van de Antwerpse heerweg en de Biervlietse Gentweg. De burggraaf van Gent oefende tot het einde van het Ancien Régime het patronaatschap over de kerk uit. De parochie maakte voor 1570 deel uit van het bisdom Utrecht, nadien van het bisdom Gent, dekenij Evergem.
Bij de opstanden van de Gentenaars tegen het centrale gezag in 1385 en 1488-93 had de gemeente sterk te lijden. Bij de strafexpeditie van de Franse koning tegen het opstandige Gent in 1385 bezette het Franse leger Ertvelde. Het "kasteel" van de burggraaf werd vernield en het dorp volledig ontredderd. Ook bij de gevechten tegen hertog Filips de Goede werd Ertvelde volledig verwoest. In de 16de eeuw werd zij dusdanig geteisterd dat er een ware ontvolking van de streek volgde. Eind 17de eeuw en begin 18de eeuw leed de gemeente onder de Franse veroveringsoorlogen.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden door de Duitsers in Ertvelde en Kluizen bunkers gebouwd deel uitmakend van de Hollandstelling, een versterkte linie ter verdediging van de landgrens ten noorden van Gent en van de Scheldemonding. Nog 34 van deze bunkers bleven bewaard (1971) in Ertvelde.
De wijk Rieme was door zijn ligging aan het Kanaal Gent-Ternenzen reeds in de 19de eeuw een handelscentrum van vooral asse, kalk en scheikundige meststoffen. Het station van Ertvelde, op de lijn Gent-Terneuzen (geopend in 1865), werd den ook op Rieme gebouwd. De grote industriële uitbouw van deze wijk met voornamelijk petrochemische nijverheid ontwikkelde zich vooral in het eerste kwart van de 20ste eeuw, na de oprichting van het bedrijf Kuhlmann, een fabriek van zwavelzuur en superfosfaten, in 1911. In 1927 wordt Rieme tot parochie verheven. In het zelfde jaar vonden aldaar grenswijzigingen van de gemeente plaats: het gedeelte met industriezone gaat naar Gent en het kleine gedeelte van Ertvelde op de rechter kanaaloever gaat deels naar Gent en deels naar Sint-Kruis-Winkel.
Door zijn ligging aan het kanaal Gent-Terneuzen had Ertvelde en de door Gent geannexeerde kanaalzone veel te lijden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op 10 mei 1940 had de eerste luchtaanval plaats op het bedrijf Purfina in Rieme. De kerktorens van Doornzele, Kluizen, Rieme en Ertvelde werden opgeblazen. Tijdens de bombardementen in de meidagen van 1944 vernielde de Amerikaanse luchtmacht de Duitse benzinevoorraden in de industriezone van Rieme en werd een groot deel van de parochie vernield.
- DE VOS A., Geschiedenis van Ertvelde, Ertvelde, 1971.
- GOTTSCHALK M.K.E., De Vier Ambachten en het Land van Saaftinge in de Middeleeuwen. Een historisch-geografisch onderzoek betreffende Oost Zeeuws-Vlaanderen c.a., Assen, 1984.
- VANACKER D. - HENDRYCKX M., Langs Het Kanaal, Gent, 1982.
- WOLFAERT G., Oude Prentbriefkaarten van Evergem, Evergem, 1982