(zie ook Mariakerke)

Van verkeersknooppunt Petit Paris naar Northlaan; vanaf hier verder doorlopend op grondgebied Mariakerke. Westelijke invalsweg, aangelegd circa 1823 naar het kruispunt met de Torhoutsesteenweg, de andere westelijke invalsweg uit de Oostenrijkse periode .

Op de Vandermaelenkaart van circa 1850 is deze "steenweg" nog nauwelijks bebouwd. De oudste rijbebouwing klimt op tot het laatste kwart van de 19de eeuw en start ter hoogte van Petit Paris, dit in aansluiting bij de eerste westelijke stadsuitleg volgens plan Crépin van 1867.
Van 1887 tot 1955, vestigingsplaats van de "Colonie Catholique Sint-Joseph", een preventorium en vakantiekolonie voor kinderen; tot 1930, tevens wezenhuis Vincentius Ferrerius ; locatie nu ingenomen door de campus Sint-Jozef - A Z Damiaan (nummer 57).

Noordelijke straatzijde, tussen Northlaan en Eduard De Cuyperstraat ingenomen door de Wellingtonhippodroom (1883; cf. Sportstraat nummer 8) met de rechthoekige enclave van de hier sinds 1852 opgerichte stedelijke begraafplaats zogenaamd "Oud kerkhof" (cf. nummer 116). Bij hoek Eduard De Cuyperstraat, gerenoveerde tramstelplaats en nieuw kantoorgebouw van de Vlaamse vervoermaatschappij "De Lijn" (nummer 110).

Zuidelijke straatzijde. Nummers 295-323 als kopstuk van de sociale verkaveling van "De Oostendse Haard" met gefaseerde aanleg vanaf 1922 tot 1970; hier ook de parochiekerk Sint-Godelieve van 1939-1940 als antwoord op de toenemende bevolkingsaangroei.

Recht tracé. Heterogeen straatbeeld; doorgaans geprononceerde hoekpanden. Dominerende handelsfunctie, onder meer verklaring voor de veelal verbouwde begane gronden.

Eerder sporadisch bewaarde basisbebouwing uit het laatste kwart van de 19de eeuw - eerste kwart van de 20ste eeuw; bewaarde geveldateringen 1885 (nummer 8), 1889 (nummer 16) en 1903 (nummer 76). Neoclassicistisch getinte breedhuizen met twee à drie bouwlagen en drie à vijf traveeën onder zadeldak. Veelal bepleisterde en/of gecementeerde lijstgevels met rechthoekige muuropeningen al of niet omlijst, zie onder meer nummers 1-5, 34-40, 67, 69, 375, 377. Nummer 18 gekenmerkt door ovale erker op de bovenverdieping. Nummer 26: bewaarde koetsdoorrit waarvan wanden met casementen voorzien van rozet- en meanderversiering. Nummers 58, 74-76 met afgeschuinde hoektravee. Nummers 197-201, 367 met typerend parement van geglazuurde bakstenen.
Voorts ook eclectische panden met smalle deurtravee als trappenhuis en brede venstertravee, onder meer bij nummer 33 als risaliet gemarkeerd door balkon en uitlopend op afgeknotte puntgevel. Nummer 365 , volgens opschrift van cartouche zogenaamd "Villa des Ondes"; typerend souterrain en neo- Lodewijk XVI-getinte gevelversieringen.

Interbellumbebouwing bestaat veelal uit handels- en appartementsgebouwtjes van vier à zes bouwlagen; invloed van art-decostijl. Nummer 12 met bovenverdieping belijnd door kolossale pilasters en axiaal oplopende bow-window. Nummer 19 - hoekpand - in pilastersokkel gesigneerd architecten C. Pil en H. Carbon (Oostende); bewaarde vijfde en zesde bouwlaag gekenmerkt door verzorgd baksteenmetselwerk en oplopende trapezoïdale bow-windows op de hoeken. Nummer 65, zogenaamd "Villa Paul", met florale versieringen en gesigneerd architect P. Noyen (Slijpe). Nummer 102, zogenaamd "Villa Jean", met rond deurbovenlicht voorzien van glas-in-loodbeglazing met vaasmotief. Nummer 203, meer eclectisch getint burgerhuis gedateerd 1925 en gesigneerd architect A. Devreese (Oostende); typerend afwisselend gebruik van donkere en lichtere bakstenen onder meer volgens dambordpatroon.
In de jaren 1930 voornamelijk invloed van de nieuwe zakelijkheid cf. nummer 64 met verzorgd bakstenen gevelfront voorzien van verglaasde daklijst; typische ijzeren deur, beglaasd en voorzien van traliewerk. Nummers 109, 111 - gesigneerd architect J. Gunst (Oostende) - als modernistisch getinte panden in aansluiting bij de gelijktijdige hoekbebouwing Heilig Hartlaan.
Recentere appartementsgebouwen tot zes bouwlagen.