Poperinghe Old Military Cemetery is gelegen langs de Deken De Bolaan, tegenover de Polenlaan, schuin tegenover de gemeentelijke begraafplaats, op ongeveer 400 meter ten noordoosten van Poperinghe New Military Cemetery, in een bebouwde omgeving.
Historische beschrijving
De eerste Commonwealthdoden in Poperinge werden bijgezet op de stedelijke begraafplaats (Poperinghe Communal Cemetery). De Old Military Cemetery werd nog tijdens de Eerste Slag bij Ieper in oktober 1914 in gebruik genomen, in functie van een vlakbij ingerichte medische voorziening. Op initiatief van de 'Friends Ambulance Unit', een Britse burgerlijke organisatie van vrijwilligers onder leiding van commandant Withrop Young, was namelijk een burgerlijk hospitaal ingericht in het kasteel van vrederechter D’Hondt in de Deken De Bolaan (even verder naar het centrum toe, nu evenwel verdwenen). Dit hospitaal kwam er omdat er onder de burgers een tyfusepidemie was uitgebroken in de winter van 1914 en het O.L.V.-Gasthuis de toevloed niet meer aankon. Het stond onder leiding van de Britse dokter Rees. In dit ‘Hôpital Château’ werden vanaf januari 1915 de zieke inwoners en vluchtelingen verzameld. Er lagen ook veel Britse gewonden in dit opgeëiste kasteel. De doden van het kasteel D’Hondt, burgers en Britten, werden begraven op het Poperinghe Old Military Cemetery, wat indertijd de tuin was van Hilaire Deraedt. Wegens de toenemende beschieting van de stad en vooral na het bombardement op het Gasthuis op 25 april 1915 waarbij vier zusters en zes patiënten omkwamen, werd het burgerlijk hospitaal naar het Couthof (Proven) overgebracht. Na de evacuatie van de burgers bleef het kasteel D’Hondt verder dienst doen als Belgisch militair veldhospitaal, onder de benaming ‘Elisabeth-hospitaal’ (na het bezoek van de koningin Elisabeth in juni 1915). Directrice werd Gravin Van den Steen de Jehay, echtgenote van de kabinetschef van koning Albert, bijgestaan door Gravin d’Ursel.
Poperinghe Old Military Cemetery groeide snel aan. Er werden Fransen, Belgen, Britten en burgers begraven. In mei 1915 was er geen plaats meer over in de tuin. Vanaf de zomer van 1915 werden de Britten begraven op Poperinghe New Military Cemetery. In mei 1919 werd er nog één man begraven op Poperinghe Old Military Cemetery: een arbeider van de ‘107th Chinese Labour Corps’, Wang Ch'un Ch'ih (Perk II – rij O), die werd geëxecuteerd op 8 mei 1919 te Poperinge.
In 1922 werden de Belgische en Duitse militairen ontgraven en weggebracht. Ook een vijfhonderdtal burgers werd naar elders overgebracht. Van de 750 à 800 Franse doden werden er ongeveer 300 naar Frankrijk gerepatrieerd, 334 naar St-Charles-de-Potyze in Ieper overgebracht en een dertigtal naar Poperinghe New Military Cemetery. Door deze ontgravingen bleven er op de linkerhelft slechts twee rijen Britse graven over. Op de rechterhelft kwam het voorste gedeelte bijna helemaal vrij. Volgens het huidige register liggen er nu 453 doden van de Eerste Wereldoorlog begraven, waarvan 381 geïdentificeerde en 22 ongeïdentificeerde doden uit het Verenigd Koninkrijk, 46 geïdentificeerde en 2 ongeïdentificeerde Canadezen en 2 geïdentificeerde Duitsers. 'Special memorials' werden opgericht voor vijf militairen uit het Verenigd Koninkrijk en twee uit Canada ‘Known/Believed to be buried in this cemetery’.
Het ontwerp van de begraafplaats is van de hand van R. Blomfield (hoofdarchitect) en N.A. Rew (uitvoerend architect).
Kenmerken
Begraafplaats met een L-vormig grondplan en een oppervlakte van 1.851m². Het terrein is vlak en wordt omgeven door een grotendeels hoge, rode bakstenen muur. Via een smeedijzeren hekken en een met witte tegels geplaveid en ommuurd pad wordt een rood bakstenen paviljoen bereikt, dat bovenaan afgewerkt is met een lage koepel uit witte natuursteen. In de noordelijke hoek van de begraafplaats, recht tegenover dit eerste paviljoen, staat een tweede gelijkaardig gebouwtje. In deze paviljoenen zijn de landplaten, het registerkastje en de metalen informatieplaat ondergebracht. Haaks op de as tussen de twee paviljoentjes staat een tweede as met de ‘Stone of Remembrance’ dicht tegen de noordwestelijke muur, het ‘Cross of Sacrifice’ (type A) centraal en een zitbank tegen de zuidoostelijke muur. Ongeveer recht tegenover het toegangspad staat een bakstenen dienstgebouwtje tegen de verste muur en wordt toegang verschaft tot het tweede, kleine deel van de begraafplaats, waar perk I aangelegd is. Opvallend is dat de graven van de twee perken heel dicht bijeen staan. Het meest noordwestelijke deel van de begraafplaats daarentegen is nagenoeg een leeg grasveld, op één graf en zeven ‘special memorials’ en de ‘Stone of Remembrance’ na. Deze laatste wordt geflankeerd door vier levensbomen. Verder is ook de es terug te vinden, evenals klimhortensia tegen de zijmuren en bloemperken bij de graven.
- Bezoekersinformatie Commonwealth War Graves Commission (nieuwe en oude registers).
- CHIELENS P. & PUTKOWSKI J. 2000: Unquiet graves. Execution sites of the First World War in Flanders, London.
- DEPOORTER Ch., COSSEY S. & TILLIE W. 1999: 1914-1918 De oorlog achter het front, Poperinge.
- SCOTT M. 1992: The Ypres Salient. A guide to the cemeteries and memorials of the Salient, Norwich-Norfolk.
- Informatie betreffende Poperinghe New Military Cemetery, verzameld door Roger Verbeke.