Historiek
Zeer schilderachtig gelegen plattelandskerkje aan de linker Leie-oever met gedeeltelijk ommuurd kerkhof en omringende beplanting. Eerste vermelding van een kerk in 939 doch vermoedelijk nog vroeger opklimmend daar Afsnee reeds bij de goederen van de Sint-Pietersabdij vermeld werd onder koning Lotharius.
Het huidige kerkje is echter het resultaat van talrijke verbouwingen. Romaanse kern uit eind 12de eeuw in de vorm van een Latijns kruis met kruisingstoren. Geconcipieerd als een driebeukige kerk (funderingen waren aanwezig) doch vermoedelijk werd enkel de middenbeuk uitgevoerd.
Vierkante, in achthoek overgaande kruisingstoren in 13de eeuw of iets later voorzien van spitsboogvormige galmgaten. Noordelijke muur van het schip circa eind 15de eeuw (?) heropgebouwd in baksteen en voorzien van drie gotische spitsboogvensters, ruim spitsboogvenster aangebracht in oostelijke muur van het koor (sporen zichtbaar op de zolder). Circa 1767-68 werden onder leiding van L. De Villegas, bouwmeester van de Sint-Pietersabdij belangrijke herstellingswerken uitgevoerd: de verschillende puntgevels werden hogeropgetrokken in baksteen en de daken verhoogd, de toren gerestaureerd en het timmerwerk vernieuwd. Een bepleisterd plafond werd geplaatst in het schip en koor ter vervanging van het houten gewelf. In 1786 werd de schaliebedaking vernieuwd. Volgens een jaartal op een balk werd in 1806 vermoedelijk het dakgebint van het schip hersteld. In 1905-1906 hadden grondige restauraties plaats onder leiding van architect A. Van Assche: reconstruerende (weder)opbouw van de zijbeuken en herstelling van de overige delen van de kerk in romaanse stijl, noordelijke muur van het schip heropgebouwd in breuksteen en voorzien van rondboogvensters, idem voor koor en puntgevels, restauratie van het interieur. Herstellingen onder meer aan het dak in 1954-58 en 1974 onder leiding van architect A. Bressers.
Beschrijving
Het huidig grondplan vertoont een basilikaal driebeukig schip van drie traveeën, een kruisingstoren op vierkante plattegrond, niet uitspringende transeptarmen en een koor van één travee met rechte sluiting; links en rechts in de oksel respectievelijk een kleine rechthoekige berging en sacristie. Uitwendig volledig opgetrokken uit Doornikse kalksteen in onregelmatig verband (opus incertum) onder zadeldak (leien) met aanleunende lessenaarsdaken. Boven het dak uitstekende achthoekige kruisingstoren onder leien naaldspits. Overgang tussen vierkante basis en achthoekige geleding van de klokkenkamer door middels van driehoekige verklimmingen (leipannen) erboven omlopende kordonlijst. Transeptarmen onder afzonderlijke zadeldaken. Westelijke gevel met hoge puntgevel ondersteund door twee zware afgeschuinde steunberen, boven de korfboogdeur verbonden door een leien afdakje. Rondboogvenster met brede afgeschuinde dagkanten; glas in lood. Klein rondboogvenstertje in geveltop. Blinde muren van zijbeuken, in noordelijke zijde met gevelsteen: "Hersteld en vergroot ten jare 1906 - J. Matthieu, pastoor"; in zuidelijke zijde onderaan met ingemetseld visgraatverband afkomstig van de funderingen. Rondboogvensters in zijbeuken en als bovenlichten; een groot venster in oostelijke muur van koor. Spitsboogvormige galmgaten in de toren.
Interieur
Interieur in drie beuken verdeeld door zware rechthoekige bepleisterde pijlers (arduinen plintjes) met fijne impost aan de binnenzijde van de rondbogige scheibogen. Kruising met vier spitsbogen op zware rechthoekige pijlers. Iets lager koor van één travee met in de noordelijke en oostelijke muur telkens drie hoge rondboognissen, middenin doorbroken door een rondboogvenster voorzien van glas in lood (in oostgevel geschonken in 1907 door graaf de Hemptinne). Schip en koor afgedekt door vlakke houten zoldering; zijbeuken met schuin aflopende houten zoldering, transeptarmen met korfbogig houten tongewelf en kruising met bepleisterd kruisribgewelf.
Mobilair
Schilderijen: Doopsel van Jezus in de Jordaan door Th. Rombouts (18de eeuw)
Beeldhouwwerk: piëta in terracotta met resten van polychromie (17de eeuw); Jezus aan het kruis, afkomstig van de calvarie (oorspronkelijk buiten de kerk), hout met sporen van polychromie (16de-17de eeuw) Retabel naar ontwerp van baron J. Bethune uitgevoerd door L. Blanchaert, gepolychromeerd palmhout en eik, elk beeldje afzonderlijk gedateerd tussen 1860 en 1906, afkomstig van het kasteel de Hemptinne van Maaltebrugge. Doopvont van zand- en hardsteen, gedateerd 1601 en geschonken door Van der Guchte (opschrift).
- Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, Rijksdienst voor Monumenten- en Landschapszorg, dossier 1486.
- Rijksarchief Gent, Sint-Pieters, II-reeks, nummer 851.
- DE CEULENEER A. en MORTIER S. 1911: Afsnee, Sint-Jan-Baptistkerk, Oudheidkundige inventaris van Oost-Vlaanderen, I, Gent, 1-5.
- DE POTTER F. en BROECKAERT J. 1864-70: Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks 1, deel 1, Gent, 39-46.
- VANDENBUSSCHE-VAN DEN KERKHOVE Ch. en VERSCHRAEGEN H. 1975: Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Oost-Vlaanderen, Kanton Gent VII, Brussel, 13-14.
- VAN LOKEREN A. 1847: Eglises d'Afsnée et de Westrem (Saint-Denis), Messager des sciences historiques, 1-11.