erfgoedobject

Romeins aquaduct

archeologisch geheel
ID
301306
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301306

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermde archeologische site Romeins aquaduct
    Deze bescherming is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Beukenberg
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

Het aquaduct te Tongeren is het grootste aarden relict uit de Romeinse periode dat nog bewaard is in Vlaanderen – waarschijnlijk zelfs uit alle perioden in Vlaanderen. Daarenboven vertegenwoordigt deze structuur wellicht het best bewaarde exemplaar van een constructiewijze die typisch is voor Noordwest-Europa (andere voorbeelden zijn de aquaducten in Nijmegen en Dorchester).

Ook nu nog vormt de kam van het aquaduct over een lengte van circa 3 kilometer de scheiding tussen de deelgemeenten Koninksem en Widooie. Het aquaduct heeft daarenboven een sterke landschappelijke en cultuurhistorische waarde, met grote mogelijkheden voor ontsluiting en toerisme.

Het opvallendste gedeelte van het Romeinse aquaduct, gekend als de Beukenberg, werd reeds in 1945 gedeeltelijk beschermd als landschap. Een ander aanzienlijk deel (ongeveer twee derde) van het gekende en nog bewaarde tracé ligt eveneens niet binnen de perimeter van deze bescherming, en strekt zich uit van het Hoogveld in het zuiden tot de steenweg Tongeren - Sint-Truiden in het noorden. Het volledige tracé werd opgenomen in de afbakening van de archeologische bescherming.

Nog vele vragen omtrent het aquaduct blijven tot op heden onbeantwoord door een gebrek aan systematisch onderzoek. De structuur heeft dan ook een nog een belangrijk wetenschappelijk potentieel.

Historiek van het onderzoek

Oudere cartografische bronnen (kaarten van het dépot de la guerre, midden 19de eeuw) tonen het aquaduct als een structureel bepalend element in het landschap. In vroegere bronnen wordt het monument ook wel 'de Zeedijken' genoemd, naar een oudere theorie die aan deze wal een dergelijke functie toeschreef.

Op het einde van de 19de eeuw dacht F. Huybrigts dat de structuur te verklaren was als een verdedigingswal tegen de Germaanse invallen. In 1935 werd door G. Sengers voor het eerst geopperd dat deze aarden wal een Romeins aquaduct was, die de stad Tongeren van water voorzag. In februari 1935 werd in de leemgroeve van M. Baillien, op de zuidhelling van de Beukenberg, de aarden wal voor het eerst onderzocht. In 1961 deed W. Vanvinckenroye een proefonderzoek in de buurt van de plaats waar het aquaduct de stadsmuur uit de 2de eeuw zou moeten binnenkomen. Hierbij werden verbrande resten aangetroffen van de stadsverdediging uit de tweede helft van de eerste eeuw (een spitsgracht met aarden wal), wanneer Tongeren zwaar wordt getroffen door de opstand van de Bataven, waarbij de Tungri en andere civitates betrokken waren (69-70 na Christus). Het onderzoek van Vanvinckenroye toonde aan dat de aarden ophoging later is dan deze brandlaag, maar de aanleg van de stadsmuur in de 2de eeuw voorafgaat. Wellicht is de aanleg van het aquaduct dan ook te situeren in de grote heraanleg van de stad in de periode onder keizer Vespasianus.

Een gedeelte van de waterleiding, waar deze met twee knikken afboog naar het zuiden, werd in 1970-1971 vergraven waarbij werd vastgesteld dat de kern van het aquaduct op die plaats overeenstemde met een 30 tot 50 meter brede en circa 2,5 meter hoge wal opgebouwd uit 'grijsgele' leem. Aan de voet van het lichaam bevond zich een paalspoor, mogelijk afkomstig van het uitzetten van het tracé van het aquaduct voor de aanleg.

In 2000 werden bij het archeologisch vooronderzoek van de aanleg van een aardgasleiding (Fluxys) twee parallelle grachten opgetekend die naar alle waarschijnlijkheid behoren tot het aquaduct. Deze sporen bevonden zich op de plaats waar de waterleiding verder de natuurlijke waterscheidingskam volgt tussen Maas- en Scheldebekken en lopen ook parallel met de Romeinse weg van Tongeren naar Tienen en Cassel.

Op initiatief van de provincie werd in 2002 het aquaduct topografisch opgemeten en voor het eerst geëvalueerd. Hierbij werd vastgesteld dat het aquaduct op veel plaatsen sterk bedreigd wordt door (landbouw)erosie. Sinds de ruilverkaveling Widooie in 1992, ligt een gedeelte van het aquaduct gespreid over grote blokken akkerland, waarbij dwars over het heuvellichaam wordt geploegd. In datzelfde jaar werd het gebied met LIDAR-technologie (Light Detecting and Ranging) gedetailleerd topografisch opgemeten in het kader van de opmaak van het Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen. Het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE) voerde in 2006 nieuwe en meer gedetailleerde metingen uit dwars over het heuvellichaam van het aquaduct. Op basis van het DHM-Vlaanderen werd een erosiemodel uitgevoerd, en werden de meetresultaten van 2006 vergeleken met de LIDAR-metingen van 2002. Deze verschillen werden geconfronteerd met de waarden van het erosiemodel. Hierdoor werd bevestigd dat het monument sterk bedreigd wordt door het huidige landbouwgebruik en dat de erosie van het monument zich hierdoor zeer snel doorzet.

Beschrijving

Op luchtfoto’s is het verloop van het aquaduct doorheen het landschap duidelijk zichtbaar. Het gekende tracé van het aquaduct bestaat voor het grootste gedeelte uit een kunstmatig opgeworpen aarden wal, waarvan de Beukenberg het meest monumentale gedeelte is. LIDAR-gegevens laten toe een approximatieve berekening te maken van het volume aan aarde in het bewaarde gedeelte van het aquaduct op dit moment: circa 817.000 kubieke meter.

De wal was noodzakelijk om een gelijkmatig verval te bekomen voor de aanvoer van het water. Waar het aquaduct 'stroomopwaarts' de vroegere Romeinse weg in de richting van Waremme bereikt was een aarden constructie in principe niet meer nodig om dit verval te bekomen. Van daar af kon het natuurlijk verval van de waterscheidingskam gebruikt worden om het water vanaf het brongebied, eventueel in een ingegraven waterleiding, te transporteren. Dit is wellicht de reden waarom van dat punt - afgezien van de parallelle grachten waargenomen bij de aanleg van de Fluxys-leiding - het tracé van het aquaduct verder ongekend is. De oorspronkelijke breedte van de aarden wal was in de Romeinse periode minder breed dan nu (vooral wat betreft het gedeelte dat nu onder akkerland ligt). Door erosie is het heuvellichaam 'uitgezakt' en is de breedte aan de basis wellicht ongeveer verdubbeld. Hoe het water getransporteerd werd is nog ongekend. Zowel houten, loden of aarden buizen, als het gebruik van een open kanaal, behoren tot de mogelijkheden.

Het aanleggen van aardwerken voor de constructie van aquaducten in de Romeinse periode schijnt vooral in Noordwest-Europa te zijn gebruikt.

Het brongebied van de aquaduct is ook nog onbekend. In 1985 stelde W. Vanvinckenroye dat hiervoor de bronnen van de Mombeek in aanmerking komen. Hij meende dat het water op een mechanische manier werd opgepompt om het hoogteverschil van ongeveer 30 meter te overwinnen. Dit is echter zeer onwaarschijnlijk. Waarschijnlijker is de theorie van Sengers (1935) dat het aquaduct zich langs de Romeinse weg naar Waremme legde. Zo kon water gehaald worden uit de bronnen van het Figgelbroek boven Rukkelingen-Loon waar mogelijk een 'vergaarvijver' bestond. De aangesneden grachten bij de aanleg van de Fluxys-leiding lijken dit tracé alvast te bevestigen. Via luchtfoto’s en het DHM werd recent ook een circa 50 meter brede en circa 1 kilometer lange gracht- en walconstructie ontdekt ten zuiden van Batsheers die hier mogelijk een restant van is. ARON bvba stelde in het rapport van 2002 dat ook de bronnen van de Jeker en deze van Boëlhe mogelijk het oorsprongsgebied vormen voor het aquaduct.

Ook het verloop van het einde van de Beukenberg, tot in de Romeinse stad, is niet zeker. Mogelijk is er een verband met de in 1904 aangetroffen resten van een hypocaustum onder de Sint-Truiderstraat. ARON vermeldt dat het waarschijnlijk is dat het aquaduct in het park van het huidige casino, op een hoog punt, in de stad toekwam.

Bibliografie

BERTEN R., BUYVOETS J., GABRIELS J., MEYNEN R. & VAN DONINCK L. s.d: Ruilverkaveling Widooie. Landschapsinventarisatie en evaluatie, Genk.

BURGERS A. 2001: The Water Supplies and related Structures of Roman Britain, BAR British Series, 324.

HUYBRIGTS F. 1896: Antiquités Romaines à Tongres, Annales de la Féderation Archéologique et Historique de Belgique, Congrès de Gand 2-5 aout 1896, 11.2, Gent.

IN’T VEN I. & DE CLERCQ W. (red.) 2005: Een lijn door het landschap. Archeologie en het vTn project 1997-1998, Brussel.

MERTENS J. 1964: Enkele beschouwingen over Limburg in de Romeinse tijd, Archaeologica Belgica 75, Brussel.

MEYLEMANS E. & VAN LAECKE J. 2006: Het Romeins aquaduct van Tongeren: erosieproblematiek en beheer, intern rapport VIOE.

NOTEBAERT B., GOVERS G., VERSTRAETEN G., VAN OOST K., RUYSSCHAERT G., POESEN J., VAN ROMPAEY A. 2006: Verfijnde erosiekaart Vlaanderen: eindrapport, KUL.

OC GIS VLAANDEREN 2003: Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen, Nieuwsbrief GIS-Vlaanderen 16.

PONZETTA L., DEWINTER N. & WESEMAEL E. 2002: Opmeting van een Romeins aquaduct, ARON rapport 2, Tongeren.

ROOSENS H. 1950: Het probleem van de zeedijken!, ongepubliceerde handgeschreven notitie.

SCHUT P.A.C. 2005: De aardwerken van Groesbeek: een aquaduct voor de Romeinse legioensvesting van Nijmegen?, Rapportage Archeologische Monumentenzorg 119, Amersfoort.

SENGERS G. 1935a: In de nabijheid van den Beukenberg te Tongeren, De Postrijder 16/02/1935, Tongeren.

SENGERS G. 1935b: Oudheidkunde: Romeinsche watervoorziening te Tongeren, De Postrijder 23/03/1935, Tongeren.

SENGERS G. 1935c: Oudheidkunde: Weer een week ondergrondsche opzoekingen naar de overblijfselen van Romeinsch Tongeren, De Postrijder 30/03/1935, Tongeren.

SMEESTERS J. 1975: De Romeinse monumenten van Tongeren, Publicaties van het Gallo-Romeins museum te Tongeren 20, Tongeren.

TULLENERS P. 1936: Le Beukenberg à Tongres, Revue belge de Philologie et d’Histoire 15.1, Brussel.

VANVINCKENROYE W. 1985: Tongeren, Romeinse stad, Tielt.


Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DL002557, Tongeren en Heers: Romeinse aquaduct.
Auteurs: Van den Hove, Peter
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Waarnemingen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Romeins aquaduct [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301306 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.