Historiek
Imposante neogotische woning opgetrokken in 1895-1896 naar ontwerp van Joris Helleputte in opdracht van Camille Goffaerts, bekend als mecenas van de Leuvense neogotische kunstgilde op het einde van de 19de eeuw. Tussen de koer links van de woning, en de grote tuin achteraan het perceel, lag het atelier van beeldhouwer Benoît Van Uytvanck, met wie Goffaerts geassocieerd was. In 1929 werd het atelier gesloopt in opdracht van toenmalig eigenaar Victor Parein - opvolger van Helleputte als voorzitter van de Belgische Boerenbond - om plaats te maken voor een uitbreiding van de woning naar ontwerp van de Brusselse architect Albert Van huffel. In 1939 werd het pand gekocht door de zusters van Liefde, die er tot 1964 de docentenopleiding voor de Verpleegstersschool organiseerden. De woning werd in 2015 inwendig grondig verbouwd voor de inbreng van studentenverblijven. Hierbij werd een belangrijk deel van het waardevolle neogotische interieur verwijderd.
Beschrijving
Groot woonhuis in halfopen bebouwing, van twee bouwlagen en vier traveeën onder een complexe leien bedaking. Baksteenbouw met een hoge hardstenen plint met afzaat en horizontaal geleed door muurbanden in witte natuursteen en gesinterde baksteen. Afwisseling van lijstgevels met natuurstenen of houten kroonlijst en risalietvormige trapgevels met schouderstukken. Straat-, zij- en tuingevel worden verder gekenmerkt door kruis- en kloosterkozijnen onder tudorboogvormige ontlastingssystemen, steekboogvensters, Brugse traveeën, spaarvelden, muurankers en schouwvolumes met in hardsteen uitgewerkte dekstenen. De straatgevel bevat de rechthoekige deur in geprofileerde negblokomlijsting en verder kleurrijke accenten in de vorm van geel en groen geglazuurde tegels in de boogvelden en het chronogram ‘AO 1895’ in gesinterde bakstenen. In de zijgevel wijzen vier lancetvensters met verspringende dorpels op de positie van de traphal.
Modernistische uitbouw in donkerbruine baksteen (1929) van deels één, deels twee bouwlagen onder een plat dak met getrapte betonnen kroonlijst. Typerend zijn de hoekvensters en de erker op driehoekig grondplan.
Het rijke neogotische interieur omvatte vloeren in parket, terrazzo en granito, lambriseringen met briefpaneel, deuren en vleugeldeuren, neogotische schouwen en balkenzolderingen. Blikvanger was de centrale traphal, verlicht door vier hoge vensters met figuratief brandglas. Op de trappalen van de monumentale bordestrap prijkten verfijnde houten sculpturen. De poten van de houten leeuwenfiguur op de onderste trappaal omklemden een neogotische kandelaar. Een foto van de traphal uit 1939-1958 toont de oorspronkelijke afwerking van de wanden met architectuurpolychromie. Op de zuidwand van de tuinkamer op de gelijkvloerse verdieping was een kamerbrede muurschildering aangebracht met de wapenschilden van de zeven geslachten, de rederijkerskamers en de schuttersgilden van Leuven. In de hoek van dit vertrek stond een kleine wandkast, versierd met blind maaswerk in houtsnijwerk.
Vermoedelijk waren verschillende van deze interieurelementen ontworpen door Helleputte. Het is immers bekend dat hij niet alleen de architectuur van zijn gebouwen ontwierp maar ook vloeren, schouwen, ramen, trappen en meubilair uittekende. Wellicht werkte Benoit Van Uytvanck mee aan de interieurinrichting. Hoewel hij bekend is voor zijn werken in religieuze context (kerkmeubilair, heiligenbeelden) vervaardigde Van Uytvanck ook sculptuur voor profane interieurs. Waarschijnlijk was ook decoratieschilder Oscar Algoet (1862-1937), ook een lid van de Leuvense kunstgilde, betrokken in de inrichting van de woning Goffaerts, met name voor de muurschilderingen.
- Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/24062/113.1, woning Goffaerts met stadstuin (DEBONNE V. 2015)