erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Amandus

bouwkundig element
ID
60507
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/60507

Juridische gevolgen

Beschrijving

In oorsprong gotisch bedehuis opgericht in de 13de eeuw, ondergaat in de loop van haar geschiedenis talrijke verbouwingen. De kerk staat ingeplant in de dorpskern op de Bellegemplaats, het hoogste punt van de gemeente.

De Sint-Amandusparochie dateert vermoedelijk van vóór 1195, in dat jaar is er sprake van een zekere "Gommarus clericus de Bellenghem" en in 1277 van een pastoor van Bellegem. Het patronaat van de parochiekerk kwam toe aan het Onze-Lieve-Vrouw-kapittel van Doornik, tevens één van de belangrijkste tiendenheffers. Georiënteerde kruiskerk, gelegen te midden van een plein met parkeerplaatsen. Ten noorden, oorlogsmonument voor de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog. Voor de kerk, linde, geplant in 1970 ter vervanging van de vrijheidsboom (1823- Tweede Wereldoorlog). Ten noordoosten van het kerkgebouw, grafsteen van de adellijke familie de Viron. Huidig kerkgebouw met restanten van de Romaanse of vroeggotische driebeukige basilicale kruiskerk met name gedeelten van de noordelijke en zuidelijke koorwanden, de onderbouw van de vieringtoren, het opgaand muurwerk en de funderingen van de transeptarmen. Huidig bedehuis opgericht in de 13de eeuw op resten van de Romaanse kerk uit circa 1180. Het koor wordt vergroot in de 17de eeuw en talrijke verbouwingswerken worden uitgevoerd tussen de 16de en de 18de eeuw. De opeenvolgende oorlogen tijdens de 17de en 18de eeuw werken de verwaarlozing van de kerk en het interieur in de hand. In 1749 wordt de zuidbeuk gedeeltelijk gesloopt, een nieuwe bredere beuk wordt samen met een aanpalende kapel opgetrokken. In 1782, oprichting westgevel, toevoeging van de sacristie en de noordelijke zijbeuk, verbreding van de noordbeuk en uitlenging van het kerkgebouw. De werken naar ontwerp van P.M. Mormal worden uitgevoerd in 1782-1784. Op het einde van de 18de eeuw wordt het venster in de westgevel toegemaakt. Het doksaal vooraan in de kerk wordt afgebroken en achteraan geplaatst. In 1905 zijn er plannen voor een volledige nieuwbouw naar het model van de Sint-Piat kerk te Doornik en naar ontwerp van architect J. Carette. Deze plannen worden niet doorgevoerd, wel wordt in 1961 de scheve toren, die dateerde van de 2de helft van de 17de eeuw, afgebroken, gevolgd door de heropbouw van de nieuwe toren. Voorheen was de kerk omgeven door een kerkhof; de calvarie is hiervan nog een stille getuige. De begraafplaats werd omringd door een gracht, een brug zorgde voor de doorgang. Het geheel werd afgezoomd door een doornhaag. Het noordoostelijk gedeelte verdween in 1926-1927, in 1971 verdween het resterend gedeelte. In 1981-1982 worden parkeerplaatsen aangelegd ten noorden en ten zuiden van de kerk.

De plattegrond ontvouwt: driebeukige basilicale kruiskerk met vieringstoren met restant van traptorentje ten noordoosten, schip van drie traveeën, viering en vijfzijdig koor. Sacristie op rechthoekige plattegrond aan de zuidkant van het koor. Kleine kapel op rechthoekig grondplan, gebouwd tegen zuidelijke zijbeuk. Voor het koor, kerkhofcalvarie onder gebogen, houten fronton, gedragen door twee Corinthische zuilen, vermoedelijk uit de 19de eeuw. In 1974 wordt het oorspronkelijk kruis van verf ontdaan en in kerk geplaatst. Het huidige kruis dateert van 1951. Kerkgebouw van rode baksteen met gebruik van Doornikse steen voor plint, hoekblokken en vensteromlijstingen van sacristie. Tevens Doornikse steen voor het opgaand muurwerk van de laatgotische kerk, nog zichtbaar in de gevels van het koor. Zuidelijke transeptarm met metselaarsteken, met name Latijns kruis van zwarte baksteen. Leien bedaking, schip en zijbeuken onder zadeldaken met schild aan de westzijde, transeptarmen onder zadeldaken, sacristie onder tentdak. Leien torenspits. Vieringstoren met vierkante basis en achthoekige torenspits, laatgotische onderbouw van Doornikse zandsteen. Basis en spits met leien bekleding. Spits voorzien van vier torenuurwerken en kruis. Schip van drie traveeën, zuidgevel geritmeerd door steunberen. Rondbogige muuropeningen met glas-in-loodramen. Zuidzijde van het koor, eveneens geritmeerd door versneden steunberen, gevels doorbroken door spitsbogige en rondbogige muuropeningen. Westgevel met licht vooruitspringende middentravee, rechthoekig portaal met natuurstenen (Doornikse steen) omlijsting, toegemaakte rondbogige muuropening in de tweede bouwlaag.

Interieur. Kruiskerk met bepleisterde en beschilderde wanden, geritmeerd door bepleisterde scheibogen rustend op zuilen met achtzijdige grijsbeschilderde sokkels. Omlopende houten lambrisering. Spitsboog als overgang naar viering, rondboog als overgang naar koor. Koor met bepleisterde en witbeschilderde wanden, decoratief uitgewerkte kroonlijst ondersteund door pilasters, waarvan verschillende met bloemmotief. Schip en zijbeuken overwelfd door tongewelven. Houten portaal met bovenaan eikenhouten wapenschild met wapenspreuk van de paters Karmelieten uit het midden van de 18de eeuw, in circa 1836 overgebracht naar Bellegem. Sacristie met bewaarde zware eikenhouten binnendeuren en schrijnwerk met binnenluiken, beiden met ijzeren beslagwerk, vermoedelijk uit het tweede kwart van de 18de eeuw.

Mobilair.Altaren. Hoofdaltaar en altaartafels van de zijalteren afkomstig uit de Kortrijkse Groeningeabdij. In 1797 wordt dit klooster afgeschaft en de inboedel wordt openbaar verkocht. De altaren worden in 1825 in de kerk geplaatst. De altaarstukken van de zijaltaren zijn vervaardigd door Petrus Karel Caullet (Menen, 1789-Kortrijk, 1861). Hoofdaltaar met altaartafel van 1785, ook Sint-Amandsaltaar genoemd. Geheel uitgevoerd in hout en marmer. Expositietroon bekroond door tinnen kruisbeeld met slang op dito sokkel, daaronder Lam van de Apocalypsis. Noordelijk zijaltaar: portiekaltaar, Onze-Lieve-Vrouwaltaar van 1656, met altaartafel van 1789-91, afkomstig uit de Groeningeabdij. Altaar geflankeerd door zuiltjes met hermen en engelenkopjes in reliëf. Decoratief uitgewerkte kroonlijst met in het midden cartouche gedragen door twee engelen. Altaarstuk met voorstelling van een monnik voor de Onze-Lieve-Vrouw met kind. Expositietroon met kruisbeeld, gepolychromeerd houten beeld van Onze-Lieve-Vrouw met scepter en kind in nis (vermoedelijk 15de-eeuws of ouder) ook Onze-Lieve-Vrouw van Bellegem genoemd. Tabernakel met 17de-eeuws houten Onze-Lieve-Vrouwebeeld, volgens de overlevering gesneden uit hout van de eik van Scherpenheuvel.Zuidelijk zijaltaar: portiekaltaar toegewijd aan Sint-Leonardus met tabernakel en altaartafel van 1789-91, eveneens afkomstig uit de Groeningeabdij. Altaar bekroond door voorstelling van de Heilige Geest in de gedaante van een duif in stralenkrans. Altaarstuk met voorstelling van de Heilige Carolus Borromeus en de pestlijders. Tabernakel bekroond met kruis van 1789-1791, afkomstig uit de Groeningeabdij. Vier eikenhouten biechtstoelen uit de 2de helft van de 18de eeuw. Cartouches met voorstellingen van Maria Magdalena en de Heilige Petrus. Bekroningsnissen met voorstellingen in reliëf van de overspelige vrouw knielt voor Jezus en Jezus overhandigt Petrus de sleutels van het Opperherdersambacht. Eikenhouten preekstoel uit het laatste kwart van de 18de eeuw, kuip met medaillon met voorstelling van Christus de Goede herder met schaap op de schouders. Voetstuk met trofee van voorwerpen uit het Oude en Nieuwe Testament. Voormalig eikenhouten koorgestoelte uit de 18de eeuw. Vermoedelijk 13de-eeuwse gotische, arduinen doopvont.

Orgel, gebouwd door Hippoliet Loret van 1856. Orgeltribune voorzien van balustrade. Beelden van Eligius van Noyen, 18de-eeuws houten gepolychromeerd beeld, 19de-eeuws Onze-Lieve-Vrouwebeeld in neogotische eikenhouten kast en beeld van Sint-Amandus, patroonheilige van de kerk. 19de-eeuws calvariekruis, afkomstig van de kerkhofcalvarie, in 1951 in de kerk geplaatst. Schilderijen. Kruisoprichting, vermoedelijk van Adam van Noort (1562-1641), één van de eerste leermeesters van Rubens. Kruisweg van 1873, geschilderd door Frans Cleyman uit Sint-Niklaas. Het is een kopie van de kruisweg van Eugeen van Maldegem. Brandramen van 1930. Vergulde zilveren ciborie uit 1692, vervaardigd door de Gentse meester Van Sychen.

  • DESPRIET P., De Zuid-West-Vlaamse parochiekerken. Een duizendjarige geschiedenis, deel 1, Kortrijk, 1982-1984, p. 59-70.
  • ROOSE-MEIER B., VERSCHRAEGEN H., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie West-Vlaanderen, Kanton Kortrijk II, Brussel, 1979, p. 22-24.

Bron: DE GUNSCH A. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T. & VAN DEN MOOTER M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IIA: deelgemeenten Aalbeke, Bellegem, Bissegem en Heule, Deel IIB: deelgemeenten Kooigem, Marke en Rollegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Callens, Toon; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Orgel parochiekerk Sint-Amandus

  • Is gerelateerd aan
    Opgaande linde als vrijheidsboom

  • Is deel van
    Bellegemplaats


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Amandus [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/60507 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.