Georiënteerde kerk ingeplant ten zuiden van de dorpskom en ten westen van de Krommegracht. Omringend kerkhof met *oude linde, geplant in 1595 bij aanstelling van nieuwe pastoor, op zuidzijde; afzomende dubbele rij linden waartussen voetpad, Sint-Apolloniakapelletje (eerste helft van de 20ste eeuw) en toegangshek. Ten noordoosten van de kerk, klein bakstenen oorlogsgedenkteken (1914-1918).
Laat-gotische kerk gebouwd eind 16de eeuw na vernieling van de vroegere kerk in 1593 tijdens de godsdienstberoerten; zwaar beschadigd tijdens de Eerste Wereldoorlog en circa 1920 hersteld naar oorspronkelijk patroon onder leiding van architect J. Viérin (Brugge).
De plattegrond ontvouwt: een vierkante westtoren, een doopkapel ten noordwesten, een middenbeuk van vijf traveeën met driezijdige koorsluiting, een noordelijke zijbeuk van vijf traveeën met rechte sluiting; een ten oosten aanleunende sacristie naar ontwerp van vermelde architect van 1912.
Baksteenbouw. Afdekking door middel van zadeldaken (leien). Sobere westtoren. Op elkaar gestelde hoeksteunberen met versnijdingen; roepsteen onder luifel in zuidwesthoek. Westelijk korfboogportaal gevat in spitsboogomlijsting met halfbolbeloop; "Onze-Lieve-Vrouw met Kind" (natuursteen; 17de eeuw) in nisje van het boogveld. Erboven, verdiepte oculus. Zuidelijke torenwand: rondboognis met ontlastingsboog op de begane grond; erboven, calvarie (18de eeuw) onder luifel. Korfbogige galmgaten in korfboogomlijsting met afzaat. Aflijnende overhoekse muizentand. Ingesnoerde naaldspits.
Tegen noordelijke torenwand: laag aanbouwseltje onder aanleunend lessenaarsdak (leien); halve tuitgevel met oculus. Doopkapel: westelijke tuitgevel met muurvlechtingen en spitsbogig tweelicht.
Westgevel van middenbeuk met aandak en muurvlechtingen. Zuid-, noord- en oostgevels; oostelijke tuitgevel voor noordbeuk. Steunberen; versnijdingen bij noordgevel; schuin oplopend bij zuidgevel met omlopend kordon. Spitsbogige tweelichten met eenvoudig traceerwerk onder meer visblaasmotief; drielichten in afschuinde koortravee. Ouder tweelicht met vierpas (14de eeuw) in rechte travee van hoofdkoorsluiting. Geprofileerde bakstenen kroonlijst. Gedicht renaissance portaaltje van baksteen in eerste zuidelijke travee: rondboog met sluitsteen, op vlakke pilasters onder geprofileerde kroonlijst, tandlijst, en cartouche met jaartal 1622; gevelsteen ter nagedachtenis van de gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog. Rechts, in de muur ingewerkte 18de-eeuwse grafsteen. Oostelijke sacristie: aansluitende variante op de traditionele regionale bouwtrant. Herbruikte (?) jaarankers 1628 in zuidelijke zijtuitgevel.
Bepleisterd en beschilderd interieur. Spitsbogige scheibogen op zuilen met achtkantig kapiteel. Houten spitstongewelven; gordelbogen op consoles, uitgewerkt tot masker op sommige plaatsen; ijzeren trekhaken.
Mobilair: Vlaamse school: "Bewening" (doek), 18de eeuw; "Heilige Familie met kleine Johannes" (doek), 18de eeuw; "Laatste Avondmaal" (doek), tweede helft van de 18de eeuw.
Voorts voornamelijk neogotisch mobilair.
- Algemeen Rijksarchief (Brussel), inventaris 622, nummer 54.
- DEVOS-STOCKMAN A., ROOSE-MEIER B., VERSCHRAEGEN H. 1975: Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie West-Vlaanderen. Kanton Veurne, Brussel, 51-52.