De eerste vermelding van "Vlidermale Roide" dateert van 1367. Etymologisch kan dit duiden op een stichting vanuit Vliermaal, een nieuwe nederzetting na het rooien van het bos. Rode betekent zoveel als "onontgonnen land".
De Mombeek vormt de zuidwestelijke grens van het dorp, de Winterbeek de noordelijke. Het 104 hectare grote Jongenbos ligt ten noordoosten van het centrum van Vliermaalroot en grenst aan het naburige Diepenbeek. Het fungeert als park- en jachtgebied rondom het Kasteel Jongenbos. Het gebied werd een honderdtal jaren geleden aangeplant door baron Van Der Meer, bouwheer van het kasteel. Aanvankelijk goed onderhouden, komt het bos nu verwilderd over. Sinds de Tweede Wereldoorlog werd circa 30 hectare tot landbouwgrond omgevormd. Het bos behoort tot het type eiken-berkenbos, maar ook andere bomen komen voor. Aan de overkant van de Winterbeek is er een dennenbosje gesitueerd, dat eveneens tot het goed Jongenbos behoort.
Vliermaalroot kent één gehucht, Sitsingen, gelegen ten zuidoosten, confer Sitsingenstraat.
De Romeinse bewoning wordt bevestigd door de gevonden scherven en tegulae. De antieke weg Tongeren-Vliermaal-Overpelt doorkruiste het grondgebied van de gemeente.
Jongenbos, Ridderborn en Wermerbos waren Loonse lenen.
Vliermaalroot was tot 1865 een gehucht van Vliermaal. Tijdens het ancien régime was het één van de drie Vliermaalse districten met een eigen burgemeester.
Op kerkelijk gebied was Vliermaalroot tot 1839 afhankelijk van Vliermaal. De parochie werd opgericht in 1847. Het betreft een langgerekt straatdorp, als zodanig reeds aangeduid op de Ferrariskaart (1771-77), gekarakteriseerd door lintbebouwing en ontstaan langsheen de weg Vliermaal - Diepenbeek, met als belangrijkste straten de Here-, Fontein- en Helstraat. Pas na de Tweede Wereldoorlog constateert men een woonuitbreiding langs de uitvalswegen naar de andere buurgemeenten: de Gauwerstraat richting Kortessem, de Bornstraat richting Romershoven en de Gulmerstraat richting Schalkhoven. Eertijds beperkte zich de bewoning aan deze straten tot een aantal kleine hoeven, waarvan er nog enkele in vakwerkbouw zijn overgebleven.
Circa 1980 werd een sociale woonwijk gecreerd, ten noordoosten van de Sint-Eligiuskerk, Sint-Elooiwijk genoemd, hetgeen voor een sterke bevolkingstoename heeft gezorgd. Van landbouwgemeente met voornamelijk weilanden en zonder industrie, is het dorp uitgegroeid tot een echte forenzengemeente.
Eertijds was er de "Rootmolen" bedrijvig op de Mombeek.
Oppervlakte: 634 hectare. Aantal inwoners (01-01-1999): 1.302.
BAUWENS-LESENNE M., Bibliografisch repertorium van de oudheidkundige vondsten in Limburg behoudens Tongeren-Koninksem (vanaf de vroegste tijden tot de Noormannen), (Oudheidkundige repertoria, Reeks A: Bibliografische repertoria; 8), Brussel, 1968, p. 361.
DRIESEN W., Bulletin..., p. 132.
GILISSEN J., Kortessem in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1981, p. 2, prentkaarten nrs. 11, 15, 18, 29-30.
GILISSEN J., Kortessem in oude prentkaarten, 2, Zaltbommel, 1994, p. 1, 2, prentkaarten nrs. 18, 35, 39, 43, 49, 57, 75.
LUX V.G., De Romeinse overblijfselen in de streek rondom Gors-Opleeuw, (Het Oude Land van Loon, 25, 1970, p. 49).
PAQUAY J., Les paroisses de l'ancien concile de Tongres, y compris les conciles de Hasselt et Villers-l'Evêque démembrés du même concile. (Bulletin de la Société d'Art et d'Histoire du Diocèse de Liège, 18, 1909, p. 105.
PAQUAY J., Vliermaalroot. I. Rendelborn (thans Ridderborn). II. Het leen Jongenbosch, (Limburg, 17, 1935, p. 61-63).
REMANS G., Vliermaalroot, (Limburg, 27, 1947-1948, p. 13-20, 21-39).
Bron: PAUWELS D. & SCHLUSMANS F. met medewerking van MUYLDERMANS E. & ROMBOUTS J. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kanton Borgloon, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n4, Brussel - Turnhout. Auteurs: Schlusmans, Frieda; Pauwels, Dirk Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)