De ruime, beboomde driehoekige dries van Opdorp met drieskapelletje, gemeentelijke pomp en staande wippen vormt samen met de nog meest representatieve omgevende bebouwing een monumentaal ensemble. Beeldbepalend zijn hier het voormalig gemeentehuis, de gemeenteschool met schoolhuis, het voormalig kloosterhuis met ommuring en kapelletje en de woning met voortuin op de hoek met Meersveld. Beschermd als landschap bij Koninklijk Besluit van 28.03.1956 en beschermd als monument bij Ministerieel Besluit van 02.12.2002.
Het centrum wordt volledig bepaald door het circa 4 hectare grote, thans driehoekige begraasde en voornamelijk met linden beplante dorpsplein, vanouds zogenaamd "den driesch". Reeds in de 12de eeuw verstond men onder dries een met gras begroeid en met bomen beplant dorps- of gehuchtsplein in heerlijk of gemeentelijk bezit. De oudste vermelding van de dorpsbenaming in de 12de eeuw "Oppenthorp", wat hoogte of heuvel betekent, laat een ontginning en bewoning van het gebied vanaf deze periode vermoeden. Tot circa 1875 had het plein een haast rechthoekige vorm afgezoomd en doorkruist door straten en wegen en nog voorzien van verschillende drenkpoelen. Het zuidwestelijk gedeelte tussen de huidige Dries, Drietorenstraat en Veldstraat werd toen door de gemeente verkaveld, onder meer voor de bouw van de gemeenteschool en later ook het gemeentehuis. Ten noorden bevindt zich het nog deels omgrachte maar verbouwde site van het voormalige heerlijk kasteel, thans Jongenstehuis. Op de oosthoek was zeker van in de 15de eeuw reeds een kapel gelegen die in 1732 herkend werd als parochiekerk en toen en in de 19de eeuw uitgebreid werd tot de huidige, reeds beschermde Sint-Amandskerk. Het voormalige kerkhof is nog herkenbaar door de ovale lage bakstenen ommuring met verschillende ijzeren toegangshekken en enkele behouden oude grafstenen, onder meer van de familie Nieuwlant de Pottelberghe en van verschillende pastoors van de parochie. Voor de westgevel van de kerk bleef een fraai ijzeren hek aan gietijzeren zuiltjes behouden. Een ernaast liggend 17de-eeuws huis doet sinds begin van de 18de eeuw dienst als pastorie.
Ten noorden van de kerk werd in een driehoekig perceel een oorlogsmonument voor de militaire en burgerlijke slachtoffers van beide Wereldoorlogen ingeplant, omgeven door een haag en een geschoren beplanting.
Op de zuidhoek van de oorspronkelijke dries, thans in de achtertuin van Veldstraat 24, bevindt zich nog een voormalige griffierswoning van 1675, een enige getuige van de vroegere landelijke bebouwing rond de dries.
De dries zelf is grotendeels beplant met linden, voornamelijk het westelijke deel dat afgegraven werd en beplant met nieuwe bomen na de aardappelcrisis midden 19de eeuw om onder meer werk te verschaffen aan de behoeftige lokale bevolking. Het oostelijke deel heeft een meer open karakter door het doorkruisen van de straat en verschillende wegen afgezoomd met bomen.
Aan de zuidzijde, tegenover de huidige Drietorensstraat, staat minstens sinds het begin van de 19de eeuw een kapelletje, de zogenaamde Drieskapel, toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw. Het gecementeerde en witgeschilderde bakstenen gebouwtje op gepikte plint onder rood pannen zadeldak is schuin ingeplant bij twee veldwegen die de dries doorkruisen. De voorgevel is doorbroken door een rondboogdeuropening met fraaie groengeschilderde houten deur met getraliede panelen en bovenlicht. Binnenin bevindt zich een blauwgeschilderde rondboognis met Onze-Lieve-Vrouwebeeld met Kind op een nieuwe altaartafel op breukstenen sokkel. Een klein beeldje van de Heilige Familie, kandelaars en bloemstukken, waaronder verschillende onder stolp, sieren het altaar.
Rechts van de kapel werd in 1933 een gemeentelijke waterpomp geplaatst, op de gesmeed ijzeren arm gesigneerd en gedateerd "J. AW 1933" gebouwd door Jef Auwaerts. De pomp zelf bestaat uit een rechthoekig gecementeerde en thans witgeschilderde blok op gepikte sokkel onder een gebogen dekplaat. De voorzijde is voorzien van een ijzeren sproeier.
Ongeveer in het midden van de dries staan twee staande wippen van de lokale boogschuttersgilde die hier zeker in de 16de eeuw reeds bestond. Een ander gedeelte van de dries werd sinds diezelfde tijd en wordt tot op heden nog gebruikt voor de jaarmarkt met vermaarde paardenmarkt en -keuring.
De omgevende bebouwing met aanvankelijk lage dorpshuizen met herbergen of winkeltjes heeft de laatste jaren veel van haar authenticiteit verloren. Talrijke huizen werden verhoogd en voorzien van een nieuw voorgevelparement of werden volledig vernieuwd.
- SERVAES P., Langs de Dries te Opdorp in 1930, (Heemkring Buggenhout, vzw Ter Palen, VIII, 2, 3, 4, 1984, p. 64-71, 107-114, 146-154).