Voormalige infanteriekazerne met oefenterrein deel uitmakend van de vesting Dendermonde in de Wellingtonbarrière.
Al in 1814 besloten de geallieerden (Groot-Brittannië en Nederland), op voorstel van de hertog van Wellington, om de oude vestingen, die verdwenen in 1782 op bevel van keizer Jozef II, te herstellen. Bij Koninklijk Besluit van 12 september 1815 ressorteerde de vesting onder de 3de Fortificatiedirectie. De Wellingtonbarrière werd gerealiseerd onder leiding van Engelse en vooral Hollandse ingenieurs tussen 1816 en 1830. De nieuwe vesting Dendermonde, een gebastioneerde vesting op het oude tracé met aarden wallen en natte gronden, kwam tot stand tussen 1823 en 1830. Op 5 april 1823 vond de eerstesteenlegging plaats van de nieuwe vestingwerken, naar de plannen opgesteld door de Nederlandse kapitein - ingenieur Cornelis Alewijn.
Het plan voor een grote bomvrije kazerne op een terrein nabij de noordelijke stadswal, achter de huizen aan de noordkant van de Kerkstraat, dateert van 1827. Een speciaal aangelegde doodlopende straat, later de Kazernestraat genoemd, verbond de Kerkstraat met de nieuwe kazerne. De bouw van de kazerne startte in 1828, de werken waren voltooid op 27 augustus 1830. De kazerne telde twee bouwlagen met elk 14 zalen. De gelijkvloerse zalen hadden een houten zoldering, de zalen op de verdieping een bakstenen gewelf, afgedekt met een dikke laag aarde tegen inslaande mortierbommen. De begane grond omvatte 14 zalen, waarvan 12 voor 39 soldaten en een kleine kamer voor de onderofficieren of als klein magazijn. De meest westelijke zaal was ingericht tot broodmagazijn en bakkerij. De meest oostelijke zaal herbergde de politiekamer, de soldatenkeuken, de onderofficierenkeuken en de eetkamer voor de onderofficieren, die tevens als instructiezaal dienst deed. Op de verdieping waren 14 gewelfde zalen, waarvan de 12 centrale zalen eveneens slaapzalen waren voor elk 39 soldaten en een slaapkamer voor de onderofficieren. De uiterst westelijk zaal, boven de bakkerij gelegen was ingericht tot meelmagazijn. In de meest oostelijke zaal waren er afzonderlijke vertrekken met de politie- en de provoostkamers voor de soldaten en de onderofficieren.
Het centrale gebouw was omgeven met een brede gracht. Ten zuiden voor de kazerne lag het oefenterrein. De huidige Kazernestraat vormde de toegang tot de kazerne en bleef dus onbebouwd. Aan de Scheldestraat werd het terrein afgesloten met een ijzeren hek. Een tweede poort bevond zich op de huidige plaats, waar een gracht werd overbrugd. Rechts ervan lag een wachtlokaal. In het verlengde van de hoofdingang verleende een derde poort, aan de achterzijde van de kazerne, toegang tot een smalle weg die het tracé van de wallen volgde.
In het laatste kwart van de 19de eeuw werd de kazerne geleidelijk uitgebreid tot de huidige bebouwing, die grotendeels aangelegd werd boven de intussen overwelfde randgrachten en ten noordwesten van de hoofdingang. Tegen het oostelijke einde van de afsluitmuur met de huidige Noordlaan was er een kleine achterpoort. Tegen deze afsluitmuur werden eveneens de latrines opgetrokken. De gebouwen aan de westzijde bevatten een meelmagazijn, een tweedelige celgevangenis en de magazijnen voor de genie en de artillerie. Tegen de zuidelijke muur stonden een langgerekt eenlaags gebouw met lokalen voor de onderofficieren van de artillerie en de infanterie: onder meer slaapkamers, bibliotheken, instructielokalen, keukens, eetkamers. Links naast de hoofdingang lag het wachtlokaal. Aan de andere zijde waren er nog enkele magazijnen, latrines en de kantine.
Na de declassering van Dendermonde als vestingwerk in 1906, bleef de kazerne in gebruik voor het plaatselijke garnizoen tot 1968. Begin van de jaren 1970 werd het kazernegebouw in gebruik genomen door de Technische Dienst van de stad en door verschillende diensten van justitie, waartoe ook enkele verbouwingen plaats vonden. Op het terrein naast de kazerne werd in 1997 een nieuw gerechtsgebouw (Noordlaan nummer 31) opgericht.
Het hoofdgebouw van de infanterie- en artilleriekazerne is twee bouwlagen hoog en telt veertien traveeën. Na de Tweede Wereldoorlog werd de bedekking met aarde verwijderd en vervangen door een reeks lage daken. De fundering bestaat uit enkele honderden ingeheide houten palen waarop een houten roosterwerk werd uitgezet. Het palen- en roosterwerksysteem bevindt zich onder het grondwaterniveau. De voorgevel aan de zuidzijde wordt gekenmerkt door een open galerij over twee bouwlagen. Grote rondbogen rusten op twee verdiepingen hoge monumentale pijlers op arduinen sokkels. De zijtraveeën zijn uitgewerkt als licht uitspringende risalieten met geaccentueerde kroonlijst en gebeeldhouwde sluitstenen in de bogen, oorspronkelijk met steektrappen naar de verdieping. Vermoedelijk werden rond de eeuwwisseling lichte wijzigingen aangebracht aan de steektrappen. De zalen op de begane grond waren toegankelijk via rondboogdeuren en verlicht met steekboogvensters. De achtergevel bevatte op de begane grond per travee een rondboogdeur en een steekboogvenster, en op de bovenverdieping twee steekboogvensters per travee.
Het centrale kazernegebouw herbergde van oost naar west: de keukens van de soldaten en onderofficieren, een waszaal, een refter, acht slaapzalen voor soldaten en onderofficieren, een refter, de financiële dienst, de soldatenschool en de schermzaal, de voorraadkamer, de bakkerij en het broodmagazijn. Op de verdieping waren de zalen van oost naar west ingericht als magazijn, vier slaapkamers voor soldaten, een reserveslaapzaal, drie slaapzalen voor soldaten, een refter, drie slaapzalen voor soldaten en een wapenzaal en wapenschool.
Vermoedelijk begin 20ste eeuw verving men de houten vloeren door stenen vloeren op troggewelven.
De gebouwen aan de zuidelijke afsluitingsmuur dateren uit de Belgische periode (eind 19de eeuw) en waren bestemd voor de onderofficieren van de artillerie en de infanterie, met slaapkamers, bibliotheek, instructielokalen, keukens, eetkamers. Aansluitend, links van de hoofdingang, het wachtlokaal. Typische bakstenen constructie van één bouwlaag onder een flauw hellend zadeldak, nu onderbroken door een doorgang. Lijstgevel op arduinen plint. Gevels geritmeerd door lisenen en getrapte spaarvelden waarin steekboogvormige vensters op arduinen lekdrempels, voorzien van een arduinen sluitsteen en traliewerk.
Koninklijk Legermuseum Brussel, Kaarten en plannen, nummer 83. Atlas des bâtiments militaires 1836-1914.
Koninklijk Legermuseum Brussel, Fonds Versterkingen. Dendermonde. Dictionnaire militaire de la Place de Termonde. Mémoire abrégé sur la partie historique et de ses fortifications ainsi que sur leur état actuel, kap. E. De Man, 1845.
Koninklijk Legermuseum, Kaarten en plannen, Place fortes belges. Plans généraux, circa 1860.
Dendermonde vestingstad, getuigen uit het Hollandse en Belgische tijdvak in een groene gordel, Wandelroute, Dendermonde, s.d.
GILS R., De versterkingen van de Wellingtonbarrière in Oost-Vlaanderen, De vesting Dendermonde, de Gentse citadel en de vesting Oudenaarde, Gent 2005.
STROOBANTS A., Restanten van de Hollandse vesting in Dendermonde, in DE VOS L., Burchten en forten en andere versterkingen in Vlaanderen, Leuven, 2002, p. 178-186.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Infanteriekazerne met oefenterrein [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48240 (geraadpleegd op ).