Bomvrij arsenaal van de vesting Dendermonde in de Wellingtonbarrière. Onder het Hollandse bewind maakte de nieuwe vesting Dendermonde deel uit van de Wellingtonbarrière, gerealiseerd onder leiding van Engelse en vooral Hollandse ingenieurs tussen 1816 en 1830 als grensverdediging van de geallieerden (Groot-Brittannië en Nederland) tegen Frankrijk. De vesting Dendermonde kwam tot stand tussen 1822 en 1830 onder leiding van de Nederlandse kapitein-ingenieur Cornelis Alewijn. De vesting was voorzien van een gebastioneerde omwalling met elf saillanten, de meeste met bastions, waardoor 11 fronten gevormd werden, en vier identieke poorten. Op de terrepleinen van de bastions werden militaire gebouwen opgericht zoals bomvrije kruitmagazijnen en een laboratorium.
Het bomvrij arsenaal op de huidige Zuidlaan, aan de vestingkant beschermd door de bastions VI en VII, werd gebouwd circa 1828 op een deel van het terrein van het voormalige brigitinessenklooster. De rest van het terrein werd omstreeks 1850 in beslag genomen door het maricolenklooster.
Het arsenaal is dwars ingeplant op de Zuidlaan op een ommuurd terrein, aan de straatzijde afgesloten met twee ijzeren poorten (vernieuwd). De 3 meter hoge muren zijn geritmeerd door lisenen en afgedekt met een ezelsrug met pannen. In de westelijke muur zijn arduinen blokjes merkbaar, vermoedelijk voormalige lichthouders en later aangebrachte ringen voor paarden. Tijdens het interbellum bouwde men aan de blinde zuidelijke gevel van het arsenaal een woning aan, ook bekend als "sluishuis", na de Tweede Wereldoorlog gebruikt door de "sluismeester". Het huis doorbreekt de oorspronkelijke afsluitingsmuur.
Het arsenaal is een monumentaal bakstenen gebouw op een rechthoekige plattegrond (circa 34 meter x 16 meter). Het gebouw telt vijf traveeën en twee bouwlagen en heeft een houten tussenverdieping. Het dak is volledig bedekt met aarde en begroeid met gras en struikgewas.
De hoofdgevel aan de oostzijde vertoont een licht uitspringend middenrisaliet, een arduinen pijlijst lijnt de benedenverdieping af. Rondboogvormige poorten en vensters met bakstenen lekdrempels en oorspronkelijk voorzien van luiken, doorlopende arduinen muurband ter hoogte van de boogaanzet. De begane grond bevat vijf rondboogvormige poorten, elk geflankeerd door een rondboogvenster. De hoofdpoort in het middenrisaliet wordt geaccentueerd door een voluutvormige sluitsteen. De tweede bouwlaag heeft per travee drie rondboogvensters, met boven het middelste venster een halfrond venster. Het middenrisaliet en de hoektraveeën, uitgewerkt als bakstenen pijlers, worden geaccentueerd door drie zware arduinen lijsten. De traveeën zijn in de gevel gescheiden door gootpijpen vertrekkend uit ronde nissen. Noordelijke en westelijke gevel voorzien van rondboogvormige muuropeningen. Westelijke gevel, gelijkaardig aan de oostelijke gevel, op de begane grond per travee een rondboogdeur geflankeerd door rondboogvensters, op de bovenverdieping, drie rondboogvensters per travee en centraal erboven halfrond venster. Behouden luikduimen herinneren aan de vroegere luiken.
Op beide bouwlagen zijn vijf zalen ondergebracht van 15 x 6,30 meter. Op de begane grond werden de eerste vier zalen oorspronkelijk gebruikt voor het bergen van artilleriemateriaal, in de laatste zaal was een grote smidse ingericht met voorheen vier smidsevuren. Plafond met zware eikenhouten balken. De dikte van de tussenmuren bedraagt 120 centimeter, van de langsgevels 64 centimeter en van de dwarsgevel 2,8 meter. Een eiken steektrap in de tweede zaal leidt naar de bovenverdieping. De tweede verdieping telt vijf zalen van 15 op 6,30 meter, met een nuttige hoogte van 4,15 meter, overwelfd met bakstenen tongewelven. De eerste zaal herbergde de kanonballen, de drie opeenvolgende artilleriemateriaal en de laatste diende als bergruimte. Daar kon men langs een deurvenster met behulp van hijstoestel zware lasten op- en neerlaten. De opeenvolgende ruimten zijn toegankelijk via rondboogdeuren.
Dendermonde vestingstad, getuigen uit het Hollandse en Belgische tijdvak in een groene gordel, Wandelroute, Dendermonde, s.d.
DE VOS L. & STROOBANTS A. e.a. , Burchten en forten en andere versterkingen in Vlaanderen, Leuven, 2002, p. 178-186.
GILS R., De versterkingen van de Wellingtonbarrière in Oost-Vlaanderen, De vesting Dendermonde, de Gentse citadel en de vesting Oudenaarde, Gent, 2005.
STROOBANTS A., Door het vuur gespaard. Bouwkundige resten van het vooroorlogse Dendermonde, Dendermonde, 1999, p. 32.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)