erfgoedobject

Parochiekerk Heilige Kruisverheffing

bouwkundig element
ID
78332
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/78332

Juridische gevolgen

Beschrijving

Heropgebouwde parochiekerk toegewijd aan de Heilige Kruisverheffing, te midden van kerkhof.

Georiënteerd bedehuis te midden van een kerkhof, afgezoomd met knotlindes en aan oostelijke, zuidelijke en westelijke zijde omringd door een muur (zie Zannekinstraat nummer 16, kerkhofmuur). Bewaarde arduinen grafmonumenten met neogotische inslag uit het einde van de 19de eeuw of het begin van de 20ste eeuw. Tevens bewaarde ijzeren kruisen. In de oksel van zuidbeuk en de hallenkerk: calvarie onder leien luifel, afgesloten door (smeed)ijzeren hek. Recent herschilderde beelden van Christus aan het kruis, geflankeerd door Maria en de Heilige Johannes op arduinen sokkels; links en rechts van het kruisbeeld ingemetselde gedenkstenen voor gestorven pastoors (1895 en 1911). Tegen de zuidbeuk, arduinen gedenksteen voor Nicolaas Zannekin van 1928 naar ontwerp van Jules Fonteyne (Brugge) met afbeelding van Zannekin als krijger, wapenschilden met leeuw en het opschrift: "TER GEDACHTENIS VAN NIKLAAS ZANNEKIN, GESNEUVELD VOOR S' VADERLANDSCH VRIJHEID TE CASSEL - 23e VAN OOGSTMAAND 1328 - HEROPGERICHT DOOR ZIJNE MEDEBURGERS TEN JARE 1928". Gedenksteen ondersteund door twee arduinen leeuwen.

Geschiedenis van de kerk

857: vroegste vermelding van de parochie "Lampannesse" in een charter van de Sint-Bertinusabdij van Sint-Omaars (Noord-Frankrijk). In 1123 bevestigt paus Callixtus II dat het "altare de Lampernessa" in het bezit is van het kapittel van Sint-Omaars.

13de eeuw: het pseudobasilicale vroeggotische schip van de vooroorlogse kerk gaat terug op de 13de eeuw, de (vroeg)gotische westtoren zou terug gaan op het einde van de 13de eeuw zie de profilering van de galmgaten en de oculi. De aan de basis 5 meter brede steunberen aan de noordzijde van de toren zijn slechts ten dele oorspronkelijk: 19de-eeuwse tekeningen tonen aan dat de buitenste delen latere toevoegingen zijn. Eerste helft van de

14de eeuw: het pseudobasilicale schip wordt uitgebreid met een driebeukig koor als hallenkerk.
1352: een torenklok met het opschrift "GODE IS BEQUAME. MARIA IS MINE NAME. HERMAN COENE MAKEDE MI MCCCLII" wordt gegoten.

1565: de Geuzen brengen schade toe aan de kerk.

1650: de kerk wordt geplunderd door legerbendes die in de streek ronddwalen als gevolg van de oorlog tussen Spanje en Frankrijk.
1664: de plaatselijke Sint-Sebastiaansschuttersgilde plaatst een altaar ter ere van Sint-Sebastiaan in het zuidkoor. Hiervoor wordt in 1665 het op heden bewaarde schilderij "Sint-Sebastiaan met pijlen doorschoten" besteld bij kunstschilder Victor Boucquet (Ieper of Veurne).

18de eeuw: de spitsboogvensters in de zijbeuken worden gewijzigd naar steekboog.
1731: er wordt een tweede, kleinere klok gegoten met opschrift "Peter Van de Pitte hooftman. Meter Rosalia Constantia Provoost huysvrouw. Van Franciscus Missuwe zetter. Anno Domini 1731. Hilotte Garnier et Druot m' ont fait."
1793: de kerk wordt aangeslagen en gesloten door de Franse bezetter. De twee kerkklokken worden echter door de inwoners begraven in een weide waar ze zeven jaar verborgen blijven. De parochianen moeten naar Oostkerke om de eredienst bij te wonen, tot wanneer onder koning Leopold I de kerk van Lampernisse opnieuw mag gebruikt worden.

1856-1860: er worden herstellingen uitgevoerd, onder meer het leggen van een nieuwe vloer.
1862: in de noordbeuk wordt een monument geplaatst voor Nicolaas Zannekin, heer van Lampernisse en leider van de Vlamingen in de Slag bij Cassel (1328).
1864: herstellingen aan de koorvensters. Voorts zijn er ingrepen om de hygiëne op het kerkhof te verbeteren (voorwaarden volksgezondheid).
1898: historiserende herstellingen naar ontwerp van de Veurnse bouwmeester Jaak Vinck (zie plannen Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, zie illustratie). De vensters van de zijbeuken worden ontdaan van de 18de-eeuwse wijziging en spitsboogvormig hersteld. De drie spitsboogvensters van het hoofdkoor worden (opnieuw) opengewerkt (niet bekend wanneer ze dichtgemaakt werden) en voorzien van monelen en maaswerk naar het model van die in de rechte travee van het hoofdkoor. In samenhang hiermee wordt het hoge altaar afgebroken en worden er nieuwe glasramen naar ontwerp van Jules Dobbelaere (Brugge) geplaatst: afbeelding van diverse heiligen, in het hoofdkoor "De vinding van het Heilig Kruis" (1902), "Jezus aan het Kruis" (1902) en "De intrede van Hiraclius met het Heilig Kruis" (1902) zie plannen van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen van 1899 en 1902. De houten lambrisering in het hoofdkoor wordt verwijderd waardoor oudere bakstenen bogen ontdekt worden. De zuilen en kapitelen (blauwe hardsteen) worden ontpleisterd. Tijdens deze restauratie vindt men de achthoekige bronzen kuip van de 15de-eeuwse doopvont terug nabij de calvarie, deze wordt herbruikt op een nieuwe arduinen voet.

De plannen van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen van 1898 geven samen met bewaarde iconografie een precies beeld van de vooroorlogse kerk. De scheibogen rusten op zuilen van Doornikse steen met vierzijdige krulkapitelen. In de beuken waren een aantal zuilen in de loop der eeuwen weggenomen waardoor de spanbreedte van de scheibogen was verdubbeld.

1914-1918: tijdens de Ijzerslag van oktober 1914 wordt de kerk ingericht als hospitaal. Op 1 december 1914 valt de eerste Duitse granaat op de kerktoren, een richtingsbaken voor vijandig geschut. Op 1 januari 1915 vernielt een obus de sacristie. Op 18 augustus 1915 wordt de kerk in brand geschoten door de Duitsers; de Belgische militaire overheid verbiedt alle bluswerken. Op 8 november 1915 wordt de nog opstaande massieve kerktoren - nog steeds een oriëntatiepunt voor de Duitsers - door de Belgische troepen gedynamiteerd.
Het merendeel van de kerkschatten wordt in veiligheid gebracht in de kapel van het hospitaal "L'Océan" in De Panne. Of ook de schilderijen daar ondergebracht zijn, is niet bekend. Het meubilair wordt wel deels vernield (zie archief Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen). De klokken smelten tijdens de brand van 18 augustus 1915.

1921-1923: de verwoeste kerk wordt heropgebouwd naar ontwerp van architect Jozef Viérin (Brugge), als een vrij getrouwe historische reconstructie naar vooroorlogs model op de oude grondvesten en deels met gebruik van oude materialen (zie archief en plannen Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen- zie illustratie - en Dienst der Verwoeste Gewesten). De uiterste traveeën van de noordbeuk (pseudobasilicaal schip), en de nog opstaande delen van het noordkoor en het hoofdkoor worden verstevigd en hersteld (zie archief Dienst der Verwoeste Gewesten, iconografie van de vernietiging en actuele bouwsporen). Bij de westtoren worden de vooroorlogse imposante steunberen aan de noordzijde (die voorheen de massieve toren ondersteunden) niet heropgebouwd omdat Viérin deze niet meer nodig acht en ziet als een toevoeging aan de oorspronkelijke toren (zie briefwisseling Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen). De sacristie en het nutsgebouw in het verlengde van de zijkoren - oorspronkelijk sobere gebouwtjes onder schild- of lessenaarsdak - krijgen een meer uitgesproken architecturale uitwerking, typisch voor de wederopbouwperiode.

Na de oorlog worden alle kerkschatten en schilderijen (op uitzondering van het schilderij "De triomf van de Maagden" door V. Boucquet gemaakt in 1665) teruggeschonken en - na restauratie - teruggeplaatst. De 17de-eeuwse schilderijen worden in 1921-1924 hersteld door E. Vergoten (Schaarbeek). Het altaarontwerp van Jozef Viérin, en de preek- en biechtstoelen worden besteld bij Dupont (Brugge). Van het gerecupereerde brons van de historische klok wordt na de oorlog een klein klokje gesmolten.

In 1924-1925 worden de kerkhofmuur en de calvarie naar ontwerp van architect Viérin heropgebouwd (zie Zannekinstraat nummer 16, kerkhofmuur).
Op 6 juli 1925 wordt de wederopbouwkerk ingewijd door de Brugse bisschop J. Waffelaert (zie glasraam in het hoofdkoor en geschilderd opschrift in het tochtportaal).

In 1928 wordt een nieuwe gedenksteen voor Nicolaas Zannekin naar ontwerp van Jules Fonteyne (Brugge) opgericht. Omdat de gedenksteen niet in de kerk opgesteld mocht worden van het bisdom, wordt ze tegen de zuidbeuk geplaatst. Nog in 1928 wordt een nieuw orgel door de Esense firma Loncke geplaatst.

1940-1945: de Duitse plannen om de kerktoren als observatiepost in te richten worden niet uitgevoerd. De lichte schade aan klokken en torenuurwerk wordt hersteld in 1950.

Beschrijving

De plattegrond ontvouwt: een imposante voorgeplaatste vierkante westtoren met zware steunberen; ten zuidwesten polygonale traptoren. Op de westtoren sluit het driebeukig pseudo-basilicale schip van vier ongelijkmatige traveeën aan. Hierop sluit het driebeukige koor als hallenkerk aan: zijkoren van drie traveeën met rechte afsluiting, hoofdkoor met één bijkomende travee en driezijdige afsluiting. In het verlengde van de zijkoren: nutsgebouwen, onder meer sacristie, ten noorden op rechthoekig grondplan; ten zuiden op L-vormig grondplan.

Materialen
Gele baksteenbouw, deels gerecupereerde muurpartijen. Gebruik van natuursteen of simili-steen voor sierelementen (portaal en maaswerk van de vensters). Afdekking door middel van leien zadeldaken. Leien torenspits met windvaan. Omlopend druippad vernieuwd.

Aansluitend bij de regionale baksteengotiek
Monumentale westtoren van drie geledingen gemarkeerd door doorgetrokken bakstenen waterlijsten met tandlijst of spitsboogfries. Haaks op elkaar gestelde steunberen met versnijdingen, net als de traptoren oplopend tot net onder de borstwering. Borstwering met spitsboogfries en vierkante hoektorentjes met bakstenen spits. Eerste geleding met spitsboogportaal als reconstructie van het vooroorlogse (in Doornikse steen): geprofileerde omlijsting vermoedelijk van simili-steen met gekoppelde zuiltjes met koolbladkapiteel, druiplijst. Erboven, spitboogvenster (tweelicht) met bakstenen maaswerk, in een geprofileerde omlijsting. Tweede geleding: gekoppelde venstertjes verdiept in een geprofileerde korfboognis.
Derde geleding: gekoppelde spitsbogige galmgaten met oculus in het boogveld, verdiept in een geprofileerde spitsboognis; erboven drie blinde geprofileerde oculi waarvan de middelste is ingevuld met een torenuurwerk (in zuidzijde slechts één oculus). Zuidzijde: traptoren met lichtgleuven en onder bakstenen spits, rondboogdeur.

Het pseudobasilicale schip wordt geritmeerd door spitsboogvensters met bakstenen maaswerk, op afzaat en in een geprofileerde omlijsting (geen steunberen).
De hallenkerk (het koor) is afgesloten met tuitgevels (schouderstukken en aandaken, geen vlechtingen) en is geritmeerd door spitsboogvensters in een geprofileerde omlijsting (zie infra) en versneden steunberen, op de hoeken haaks op elkaar gesteld, doorlopende waterlijst onder de afzaten. De spitsboogvensters zijn in de lange koorgevels en in de driezijdige afsluiting van het hoofdkoor opgevat als tweelichten met bakstenen monelen en maaswerk, in het hoofdkoor echter drielobbig maaswerk van simili-steen. Drielichten met bakstenen maaswerk en monelen in de koorafsluiting van de zijkoren.

De nutsgebouwen (met onder meer sacristie) zijn afgesloten met tuitgevels; gemarkeerd door haaks op elkaar gestelde versneden steunberen; bolkozijnen van arduin of simili-steen, verdiept in een steekboognis.

Interieur
In de westtoren: houten balkenzoldering op witstenen consoles, spitsboognissen. Erboven, doksaal - van de middenbeuk gescheiden door hoge spitsboogvormige scheiboog - met bakstenen overwelving met witstenen ribben en mangat. Geschilderd opschrift in portaal in verband met inwijding in 1925.
Recent glazen windsas. Bepleisterde witgeschilderde hallenkerk, gemarkeerd door de geprofileerde scheibogenarcade op zuilen van Doornikse steen op dito sokkel en met dito knoppenkapiteel (geen onderscheid tussen de zuilen van het schip en het hoofdkoor). Ook geprofileerde spitse scheibogen tussen het schip en het koor. Ter hoogte van het hoofdkoor, bakstenen zuilen. Tevens accentuering door het bakstenen maaswerk van alle vensters, en de bakstenen omlijsting van de vensters in het hoofdkoor, tevens bakstenen nissen in de 'doopkapel' en in het hoofdkoor. Overwelving van schip en koor door middel van houten spitstongewelven, aanzettend op een polychrome kroonlijst en met dito kruin- en gordelribben. In het schip, ijzeren trekstangen op polychrome balksleutels uitgewerkt als hoofdjes. Overwelving van de zijbeuken door middel van half spitstongewelf. In het koor, zware houten trekbalken op balksloffen en witstenen consoles. Overwelving van de koorsluiting van het hoofdkoor door straalgewelf.

Mobilair. Schilderijen "Ecce Homo" en "Sint Sebastiaan met pijlen doorschoten", beiden olie op doek door Victor Boucquet (Ieper of Veurne), respectievelijk 1663 en 1665; schilderij "Laatste Avondmaal" op paneel door de Vlaamse School, tweede helft 17de eeuw; schilderijen "Christus aan het kruis" en "Verrijzenis van Christus", beiden olie op doek, Vlaamse School, 17de eeuw; schilderij "Piëta", olie op doek, Matthias de Visch, 1752; schilderijen "Geboorte van Christus", "De kruisafneming", "Doopsel van Christus", "De Calvarieberg" en "De verering van Christus boven het IJzerfront", olie op doek, Jos Speybrouck (Kortrijk), respectievelijk 1946, 1947, 1948, 1947, 1948. Zijaltaar in het noordkoor: altaar met twee eiken zuilen met engelenkoppen en loofwerk, 1640. Orgel van de Firma Loncke (Esen), 1928.

Brandglas in hoofdkoor: "Kruisvinding", "Christus ontmoet een bisschop", "Heilig Hart getoond aan Heilige Margaretha Maria Alacoque" en "Heilige Dominicus met Onze-Lieve-Vrouw"; onderaan de passiewerktuigen; opschriften "Weldoeners tijdens en na de herstelling der kerk in 1901: † Eerwaarde Heer Scherpereel † Depoorter † Malfait † Lootens, Pastoors † C.L. Dewulf † Stef. Mestdagh † Aug. Rabaey † Familie Verhaeghe † Kerkmeesters en parochianen" en "De kerk, vernield tijdens de oorlog 1914-1918, werd hersteld door de zorgen der kerkfabriek: † E.H. Priem, pastor † C. Battel, voorzitter † C. Pieters, burgemeester † S. Vandamme † H. Maes † C. Vanheule † A. Van Gheluwe, leden † J. Viérin, bouwmeester - Zijne Excellentie Mgr Waffelaert wijdde deze kerk den 6 juli 1925". Noordelijk zijkoor: Maria geflankleerd door twee engelen, opschrift "Heilige Maria, Moeder van Smarten bid voor ons". Zuidelijk zijkoor: Sint-Sebastiaan omringd door twee engelen, opschrift "Roemweerdige Heilige Sebastiaan bid voor ons".

  • Afdeling Ruimtelijke ordening Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief nr. 732. (inhoudelijk dossier Oudlandpolders van Lampernisse)
  • Afdeling Ruimtelijke ordening Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief nr. 1395.
  • Archief Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, Plannen betreffende de herstellingen van 1898 en de wederopbouw van de parochiekerk toegewijd aan de Heilige Kruisverheffing van Lampernisse.
  • Inventarisatie van Relicten uit de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek (Provincie West-Vlaanderen, "Oorlog en Vrede in de Westhoek", en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen).
  • Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, Fototheek.
  • DALLE G., Gids voor Veurne-Ambacht, Antwerpen, 1981, p. 223-226.
  • DECOUTERE A., Verslag over de gemeente Lampernisse, s.l., 1952, p. 19-25
  • DEVLIEGHER L., De gotische bouwkunst in West-Vlaanderen, XIIIde eeuw, in Bulletin KCML, s.l. 1954, p. 263-265.
  • GYSEL A., De Grote Oorlog van Arthur L. Pasquier. Veldnotities 1914-1919 van een Waal in de Westhoek, Gent, 1999, p. 99-101.
  • Lampernisse, in De Chronycke Bachten de Kupe, jg. 34, nr. 4, 2001, p. 68-78.
  • NOTEBAERT A., NEUMANN C. e.a., Inventaris van het archief van de Dienst der Verwoeste Gewesten, Algemeen Rijksarchief, Brussel, 1986 (dossier 5133 betreffende de kerk, schilderijen en meubilair; dossier 5134 betreffende de kerk, de voorlopige kerk, vergroting en schilderwerk; dossier 8916 betreffende het kerkhof, de omheiningsmuur en de calvarieberg).
  • ROOSE B., Repertorium van bronnen voor kunst- en cultuurgeschiedenis in het archief van de provincie West-Vlaanderen (3de afdeling) 1817-1879, Brussel, 2001, p. 256.
  • ROOSE-MEIER B., VERSCHRAEGEN H., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische Bedehuizen. Provincie West-Vlaanderen. Kanton Nieuwpoort, Brussel, 1975, p. 20-21.
  • SCHELSTRAETE E., De kerke van Lampernesse, in Kunst, tijdschrift voor kunst en letteren, jg. 6, nr. 13-14, Brugge, 1902, p. 100-102 en 108-110.
  • Stille getuigen 1914-1918. Kunst en geestesleven in de frontstreek, Brugge, 1964, p. 64 (tentoonstellingscatalogus).
  • SERRARIS L., Lampernisse, in Westvlaamse Gidsenkring Afdeling Westhoek, 1991, p. 6-9.
  • VAN BUGGENHOUT J., Geschiedenis van onze parochies. Lampernisse, in Bachten de Kupe, jg. 27, nr. 1, 1985, p. 113-118.
  • VAN DE PUTTE F., Notice sur la commune de Lampernesse, Brugge, 1853, p. 23-32.
  • VAN OVERSTRAETEN J., Lampernisse, dorp van Zannekin, Gent, 1966, p. 1-16.
  • VAN OUTRYVE, Diksmuide door de eeuwen heen, s.l., s.d., p. 126-128.

Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. & SCHEIR O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Diksmuide, Deel I: Deelgemeenten Diksmuide, Beerst, Esen, Kaaskerke, Keiem en Lampernisse, Deel II: Deelgemeenten Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL18, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Gedenkplaat Eerste Wereldoorlog

In de kerk bevindt zich een gedenkplaat voor militaire en burgerlijke slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog, uitgevoerd in wit marmer met florale omlijsting.

  • DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, "Oorlog en Vrede in de Westhoek", en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs: Marchand, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Orgel

In 1809 werd een orgel uit het Brugse Sint-Janshospitaal als tweedehands-instrument aangekocht; het zou een werk geweest zijn van D. Berger uit 1781. Werken aan dit orgel geschiedden midden 19de eeuw, door Petrus Albertus Loncke (Hoogstade). Het ging verloren in de Eerste Wereldoorlog. In 1928 werd een nieuw orgel gebouwd door Jos. en Pieter Loncke (Esen).

Auteurs: Roose, Patrick
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Heilige Kruisverheffing [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/78332 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.