Van Smedenstraat naar Gulden-Vlieslaan. Naamgeving naar overleden dichter Guido Gezelle (1830-1899). Lang onbebouwd gebied. Op Marcus Gerards (1562), aangeduid als Smedenvest. De oostzijde is er afgezet met tuinmuren horend bij panden aan Smeden-, Leemput-, Greinschuurstraat en Lane. De westzijde wordt bepaald door vesten met vier molens met name Duyvinne, Inghele, Hane of Coelemey, Torremolen of Marie. Het verwijderen van de molens gaat gepaard met de heraanleg van de Smedenvest als wandelzone naar ontwerp van architect H. Van Hulle in 1893 en de beplanting - van 1895 tot 1898 - met onder meer Kristusdoorn, Witte Paardekastanjes, Moerascypressen, Ginkgo's, Zilverlinden, Paardekastanjes, Zomerlinden, Beuken, Platanen,… Thans nog steeds hoger gelegen vesten met wandelpad langs oorspronkelijke binnengracht; hier rest uitzonderlijk ook de buitengracht met vaag tracé van oorspronkelijke bastions. Tussen beide grachten f iets- en wandelpad.
Rechte, gekasseide straat met parallel fietspad aangelegd in 1984. De oudste bebouwing dateert van 1901; ze sluit aan bij de typische "boulevardarchitectuur" van de Gulden Vlieslaan en de Koningin Elizabethlaan, weliswaar op kleinere schaal. Vooral de panden naar de ring toe getuigen van de toenmalige eigentijdse vermenging van eclectisme en neostijlen. Eenvoudiger vormgeving in het begin van de straat zoals nummers 6, 7, 8, 10-11 die aanleunen bij bij de typische architectuur van het Boeveriekwartier. Nummers 12-13 uit de 19de eeuw zijn sterk vernieuwd in de loop van het vierde kwart van de 19de eeuw. Nummers 14-15 zijn kleinere panden in neoclassicistische stijl met typerende imitatievoegen en kroonlijst. Tussen Greinschuurstraat en Schouwvegersstraat, eenvoudige historiserende stijl zie nummer 22 van 1937 naar ontwerp van architect M. Vermeersch (Brugge), nummer 27 en nummer 28 naar ontwerp van architect D. Maene (Brugge) van 1923, nummers 29- 30, nummer 31 van 1913, nummer 32. Heterogene gevelwand in neostijl in de loop van het vierde kwart van de 19de eeuw onderbroken door nieuwe flatgebouwen zie nummers 1-3, 17-18-19 (1968), 21, 25 (1968), 45 (1955), 46, 50-51 (1970).
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 32/1913, nummer 472/1923, nummer 352/1923, nummer 243/1937, nummer 651/1955, nummer 629/1968, nummer 254/1970.
- Brugge, nu en straks, 1984, p. 10.
- RYCKAERT M., Historische Stedenatlas van België, Brussel, 1991, p. 177.