Geografisch thema

Vosselaar

ID
13748
URI
https://id.erfgoed.net/themas/13748

Beschrijving

Gemeente in de Antwerpse Noorderkempen, begrensd door Turnhout (ten noorden, ten oosten), Tielen en Gierle (ten zuiden) en Beerse (ten westen, ten noorden). Oppervlakte: circa 1195 hectare. Inwoners: 9666 (1/1/1996).

Verstedelijkt woondorp in het westelijk randgebied van Turnhout, omgeven door landbouw- en bosgebied. Naast het eigenlijke, kleinschalige dorpscentrum, bestaat Vosselaar uit verschillende, oude gehuchten namelijk Hofeinde, Looy, Heieinde-Bolk, Bergeneinde, Galgeneinde, De Hoeven, Boskant, De Breem,... De gemeente vertoont een licht golvend landschap, langzaam dalend van het noorden (30 meter) naar het zuiden (18 meter), bestaande uit voornamelijk losse zandgrond met enkele humuslagen (ten zuiden) en kleistroken (ten noorden). Van oost naar west wordt de gemeente doorsneden door de steenweg Turnhout-Antwerpen (N12) en de autosnelweg Antwerpen-Eindhoven (E34). Van de verschillende kleine, natuurlijke waterlopen vormt de Visbeek, zijtak van de Aa, de scheiding met Turnhout, en de Laak, voor een klein stukje in het noorden, de grens met Beerse (ten westen).

De naam, waarvan de schrijfwijze in de loop der tijd wisselde van Vosselaer (1356), Vorsterlaer (1383), Voirsselaar (1447), Vosselaer (1560) tot het huidige Vosselaar (1930), zou verwijzen naar een open plaats in het bos (= laar) waar vossen leven. Een andere mogelijke verklaring is dat de "Vorsel"-namen afgeleid zouden zijn van "vork", een oude benaming voor de den. Dit zou een verwijzing betekenen naar het naaldbos, het meest geplante bostype in de streek.

In het noorden gevonden resten zouden verwijzen naar een Gallo-Romeinse beschaving. Daar het politieke, bestuurlijke en religieuze verleden van Vosselaar parallel loopt met dat van de gemeente Beerse, wordt hiervoor verwezen naar de inleiding van Beerse. De vondst van het miraculeuze beeld, de zogenaamde "Onze-Lieve-Vrouw van Vosselaar, Troosteres der bedrukten" in 1220 (zie parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw) maakte Vosselaar tot één van de oudste en bekendste bedevaartplaatsen in de Kempen. De jaarlijkse bedevaart bleef intens bestaan tot in het eerste kwart van de 20ste eeuw. In 1963 werd het gehucht Heieinde-Bolk een afzonderlijke parochie.

Op basis van de Ferrariskaart (circa 1775) zijn vijf woonkernen te onderscheiden: het omvangrijke gehucht Bolck, Vosselaar-dorp met een dubbele kern namelijk de Cingel (ten Westen) en de kleinere kern aan de kruising Kerkstraat-Molenstraat-Bergeneinde (ten Oosten) en de kleinere gehuchten Hoeven, Galgeneynde en Hofeynde. De krachtlijnen van het huidig stratenpatroon in deze gehuchten zijn nog duidelijk herkenbaar op de oude kaarten.

Ook het tracé van de oude heerbaan Turnhout-Antwerpen op grondgebied Vosselaar is nog duidelijk terug te vinden in het huidige stratennet: enerzijds via de as Oudebaan-Berkenmei als verlengde van de as Molenstraat-Zandstraat-Galgenbeekweg te Turnhout, en anderzijds via de as Stoktsebaan-Kapelstraat-Hofeinde als verlengde van de weg langs het Stokt te Turnhout. Enkel de huidige straatnaam en de inplanting van de hoeve op Ketschehoef 7 herinneren aan de door Vandermaelen expliciet vermelde "Ketsche Hoef", een domeingoed van het kasteel van Turnhout. Ook de voormalige en enige Vosselaarse molen (1795-1959), te situeren op het gehucht Bergeneinde, zie de Vandermaelenkaart (1854), leeft enkel voort in een straatnaam.

Voormelde geïsoleerde woonkernen waren omgeven door woeste heidegronden met vennen, duinen en bossen. Buiten de loof- en naaldbossen Het Looy (ten noorden) en later het Raadsherenpark (ten zuidoosten) werd het merendeel van het bosgebied gevormd door het in het Zuiden gelegen domaniale zogenaamde "Grotenhoutbos" waarvan het huidige zogenaamde Gierls Bos een overblijfsel is. Het oudst gekende plan van dit bos dateert van 1753: een uitgestrekt loof- en mastbos, doorkruist door dreven, afgesloten door barelen en omgeven door grachten.

Naast enkele initiatieven in de loop van de 16de eeuw te Breda en te Diest startte Amalia van Solms (1648-1675) circa 1667 met het volzaaien en het op heidegrond uitbreiden van voormeld bos door middel van dennenteelt. Zoals een grafzerk naast de Onze-Lieve-Vrouwekerk vermeldt was boswachter A. Ghijs, gestorven in 1676, één van de uitvoerders. Deze nieuwe vorm van bosuitbating introduceerde en verspreidde de den die tot op vandaag nog het uitzicht van de Kempense bossen bepaalt. Andere heidegronden werden met behulp van de priorij van Corsendonk te Oud-Turnhout en de Sint-Michielsabdij te Antwerpen ontgonnen.

Tot ongeveer het midden van de 20ste eeuw bleef Vosselaar een uitgesproken landbouwgemeente. Toch kwam omwille van de geringe oppervlakte en de zandgrond deze sector nooit tot een hoge ontwikkeling. Belangrijke bedrijvigheden bleven beperkt tot specifieke artisanale activiteiten zoals bezembinden, houtskoolbranden, lattenzagen, mastzaadhandel,... Pas in 1817-1820 werd de belangrijke ontsluitingsweg, de Antwerpsesteenweg, aangelegd. De Tramstraat herinnert aan de in 1886 geopende verbinding per tram. Tegen het vierde kwart van de 19de eeuw of eerste kwart van de 20ste eeuw ontstond een beperkte industriële nijverheid: zo duiden de benamingen en de niveauverschillen in de omgeving van de Steenovenstraat en Leemskuilen op de kleidelving voor de potten- en steenbakkerijen. Later ontstonden er enkele andere nijverheden zoals onder meer een gieterij, een schoenen betonfabriek. In de loop van de tweede helft van de 20ste eeuw veranderde het agrarische, schaars bebouwde Vosselaar door een impulsieve bouw- en verkavelingspolitiek in een "groen", verstedelijkt woondorp.

Buiten de kerk, de oude pastorie op het Hofeinde en verspreide aangepaste hoeven met oude kern of inplanting (zie Hoeven, Vogelzanglaan,...) blijft er van de oude bebouwing vrijwel niets bewaard. De aaneengesloten bebouwing in de dorpskom bevat slechts sporadisch sporen van de typische, kleinschalige dorpsbebouwing uit het vierde kwart van de 19de eeuw tot eerste kwart van de 20ste eeuw. In het huidig straatbeeld komt de intense Mariadevotie door middel van talrijke veldkapellen uit het eerste kwart van de 20ste eeuw of later met kopieën van het miraculeuze Onze-Lieve-Vrouwebeeld, nog sterk tot uiting.

Buiten enkele projecten dicht tegen het centrum (zie Bolk, Rerum Novarumlaan), concentreren de woonzones uit de jaren 1960-1970 en later zich hierbuiten voornamelijk in de omgeving ten Westen van de Konijnenberg en het gehucht Heieinde met onder andere de tussen 1950-1965 opgetrokken uniforme woonwijk rond de Verbindingsstraat, verkavelingen met particuliere losbouw ten Oosten van het centrum in de gehuchten Galgeneinde en Hoeven,... Binnen dit breed gamma van traditionele, banale woningbouw getuigen enkele opvallende realisaties van een vernieuwende architectuur namelijk de woningen van P. Neefs, L. Jansen, atelier Vanhout-Schellekens, E. Wauters, A. Van Eemeren, de kerk Sint-Jozef-Arbeider van M. Dessauvage,...

Door deze oprukkende woningbouw kwijnen de landbouwoppervlakte en het bos-, heide- en duinlandschap geleidelijk weg. Dit is merkbaar in de perifere ligging van de bos- en landbouwgebieden, enkel het Gierls bos ten Zuiden van de E34, met een oppervlakte van ongeveer 200 hectare onder Vosselaar (en 175 hectare onder Gierle), is nog onaangeroerd. Het enige relict van het stuifduinencomplex in de omgeving van Beerse-Vosselaar is de zogenaamde Konijnenberg (circa 18 hectare.): een halvemaanvormige duin met een lengte van 700 meter die zich van in het dorpscentrum in zuidwestelijke richting uitstrekt; ook dit natuurgebied blijft onderhevig aan erosie, uitbreiding ten koste van de hoogte,... Door de straat- of gehuchtnamen Dekkersven, Vennestraat, Diep Venneke, Osseven,... zijn de al dan niet verdwenen vennen nog min of meer te situeren. De gemeente beschikt nagenoeg over geen industrie en blijft hiervoor aangewezen op Turnhout en Beerse.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Antwerpen, Cel Monumenten en Landschappen, archief, dossier A/0267, A/1189.
  • DE KOK H., Gids voor het oude Turnhout en omgeving. De omliggende gemeenten, deel 2, Antwerpen-Amsterdam, 1980.
  • DE KOK H., VERLEYE A. & WOESTENBORGHS R., A. Ghijs en de den in de Turnhoutse Kempen, Gontrode, 1985.
  • DIRIKEN P., Toeristisch-recreatieve atlas van Antwerpen. De Kempen. Geogids Noorderkempen-West,s.l., 1996, p. 103-116.
  • S.N., 't Konijnenbergske, XXX, 3,4,5,6, 1989; XXXI, 5, 1990; XXXIV, 9,10, 1993.
  • Gegevens verstrekt door R. Woestenborghs.

Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 1997: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Turnhout, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Antwerpsesteenweg

  • Omvat
    Bergeneindsepad

  • Omvat
    Berkenmei

  • Omvat
    Bolk

  • Omvat
    Boskant

  • Omvat
    Cingel

  • Omvat
    De Breem

  • Omvat
    Eigenaarsstraat

  • Omvat
    Grotenhoutbos - Gierlebos

  • Omvat
    Hoeven

  • Omvat
    Hofeinde

  • Omvat
    Huis Berk en Brem

  • Omvat
    Kerkstraat

  • Omvat
    Kleine Tramstraat

  • Omvat
    Konijnenberg

  • Omvat
    Konijnenbergpad

  • Omvat
    Kruisstraat

  • Omvat
    Looy

  • Omvat
    Modernistische villa Sap

  • Omvat
    Parklaan

  • Omvat
    Pastoor Woestenborghslaan

  • Omvat
    Remi Lensplein

  • Omvat
    Rijdtstraat

  • Omvat
    Sint-Jozefstraat

  • Omvat
    Villa Janssens

  • Omvat
    Villa Thomas

  • Omvat
    Vogelzanglaan

  • Omvat
    Woning Jan Verbeek

  • Omvat
    Woning Peeters

  • Is deel van
    Kanton Turnhout


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Vosselaar [online], https://id.erfgoed.net/themas/13748 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.