Vrij uitgestrekte gemeente van 908 ha gelegen aan de Boven-Schelde, met een dalend inwonersaantal (1533 in 1981) voornamelijk omwille van de slechte verkeersverbindingen. De gemeente grenst in het noorden aan Gavere en Baaigem, in het oosten aan Scheldewindeke en Velzeke, in het zuiden aan Dikkele, Beerlegem, Meilegem, Zingem en Asper en in het westen aan de Schelde, Zingem en Asper.
Volgens F. De Potter en J. Broeckaert was het één der oudste dorpen van Vlaanderen en werd in 870 onder de naam "Ticlivinni" als enige plaats in Vlaanderen vernoemd in een verdelingsakte van het koninkrijk Lotharingen. Etymologisch nog niet verklaard. Aanvankelijk bekend onder de naam Steenborn naar de miraculeuze bron, volgens de legende ontsprongen op de wijk de Rotse door de Heilige Christiana bij haar ontscheping in de Scheldevallei, in de eerste helft van de 8ste eeuw en waar de Heilige Hilduardus circa 734 (?) een benedictijnenabdij had gesticht. Recente onderzoekingen situeren deze abdij ten zuiden van de oude kerk, op de plaats die in de 11de eeuw bekend stond als "Hof van Anchin", met kapel.
Archeologische vondsten, gedaan in de 19de eeuw (onder meer in 1801 met de ontdekking van een Romeinse muntschat van een 100-tal munten opgeborgen onder de regering van Marcus Aurelius, en de vondst in 1810 van een bronzen tongzwaard) wijzen op een nog oudere bezetting van de streek. Ook de opgravingen van een Merovingisch grafveld met een 225-tal graven, met interessante grafvondsten (vaatwerk, wapens, sieraden, weefsels) uit de 7de eeuw te Beerlegem, juist op de grens met Dikkelvenne, bevestigen de vroege menselijke aanwezigheid in het gebied.
Dikkelvenne was vermoedelijk nooit een afzonderlijke heerlijkheid alhoewel een adellijke familie, de Dicclevenne, in de11de en 12de eeuw bekend was. Zeer vroeg was het afhankelijk van de heren van Gavere en behoorde bestuurlijk en fiscaal tot het Land van Aalst. Er waren wel een aantal belangrijke achterlenen van de heren van Gavere zoals de meierij met hof of kasteel van Boechoute, het zogenaamde "Hof te Spiegele" en de heerlijkheid Baudries met nog bestaand kasteel.
Kerkelijk hing de parochie af van het bisdom Kamerijk, sinds 1559 van het aartsbisdom Mechelen en sinds 1801 van het bisdom Gent. Het patronaat behoorde aanvankelijk toe aan de hier gestichte benedictijnenabdij van Sint-Pieters die zeer vlug vrij invloedrijk geworden was.
Na de verwoesting door de Noormannen, midden 9de eeuw, kende de abdij een nieuwe bloei eind 9de eeuw doch door gebrekkige accommodatie en de aanhoudende conflicten met de lokale heren, de heren van Gavere, werd de abdij door toedoen van de graaf van Vlaanderen in 1096 overgebracht naar Geraardsbergen waar ze nadien (vanaf 1175) onder de bescherming van de Heilige Adriaan, tot grote bloei kwam.
In 1147 werd het patronaatsrecht over de kerk ontnomen aan de abdij van Geraardsbergen en door de bisschop van Kamerijk geschonken aan de abdij van Anchin (bij Douai in Noord-Frankrijk) samen met dit van Baaigem.
Eveneens in de 12de eeuw (circa 1170) stichtte de norbertijnenabdij van Ninove op gronden geschonken door de heren van Gavere, op de wijk Boechoute een ontginningshoeve met proosdij en kapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw. Ze bleven bestaan tot het einde van het ancien régime.
Dikkelvenne is gelegen in de Vlaamse zandleemstreek, aan de grens van de Vlaamse vallei. Het westelijk deel van de gemeente, begrensd door de Boven-Schelde, wordt ingenomen door de alluviale en drassige Scheldevallei waar voorheen veel aan kleiwinning voor steenbakkerijen werd gedaan. In het oostelijk deel wordt de gemeente beheerst door een steile valleiwand met tertiaire opduikingen (tot 67 m) waar een 70-tal minerale bronnen met zeer ijzerhoudend water ontspringen. Verschillende hiervan worden commercieel uitgebaat (de Dick-, Pura- en Christianabronnen). Overigens zeer vruchtbare landbouwgronden, voornamelijk in de wijk Boechoute met nog verschillende grote hoeven van het gesloten type. Door de toenemende mechanisatie en ruilverkaveling verdwenen de kleine bedrijven en evolueerde de landbouwgemeente eerder naar een industrie- en woongemeente met enkele middelgrote bedrijven en nieuwe woongelegenheid langs de Nijverheidsstraat en Parklaan.
- CALLEBAUT D., PIETERS M., VAN DURME L., De Sint-Pietersabdij te Dikkelvenne (gemeente Gavere), in Archeologia Belgica, III, 1987, p. 265-268.
- DE POTTER F. - BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I, deel 2, Gent, 1864-1870.
- DE SMET A., Dikkelvenne vroeger en nu, Zingem, 1983.
- VAN DURME L., De Sint-Pietersabdij te Dikkelvenne (ca. 734(?)-1096), in Naamkunde, XX, 1-4, 1988, p. 66-113.