is aangeduid als vastgesteld landschapsatlasrelict Vallei van de Munkbosbeek met het kasteeldomein van Beerlegem
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Dorpskom Dikkele
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Munkboshoeven en omgeving: fase 1
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Munkboshoeven en omgeving: fase 2
Deze bescherming is geldig sinds
De vallei van de Munkbosbeek ligt aan de voet van de Vlaamse Ardennen. De Munkbosbeek mondt te Hermelgem (Zwalm) in de Schelde uit. De vallei gaat in het oosten over in een vlakker deel, waar de Munkboshoeven liggen. Ten noorden en zuiden van de vallei liggen twee oost-west georiënteerde kouters. De vallei net ten zuiden van de Paulatemkouter is deze van de Zwalmbeek.
De kleinschalige vallei van de Munkbosbeek loopt centraal door dit gebied. Aan de rand van de vallei bevinden zich de kleinschalige dorpskernen van Paulatem, Beerlegem en Dikkele. Paulatem en Beerlegem bevinden zich op de overgang van de vallei en de hoger gelegen koutergronden. Dikkele bevindt zich meer in de vallei van de Munkbosbeek. Het kasteeldomein van Beerlegem is in de vallei van de Munkbosbeek, net stroomafwaarts Beerlegem, uitgebouwd. De oostelijke grens wordt gevormd door de Munkboshoeven met omgevend landschap, gelegen in het open gebied tussen de Munkbosbeek en de Schaapsveldbeek. Aan deze laatste beek grenst het Spiegeldriesbos, een restant van het vroegere Munkbos.
Geografisch behoort dit gebied tot de Binnen-Vlaamse zandleem- en leemstreek. Deze wordt hier gekenmerkt door een golvende topografie en asymmetrische valleien, bossen, kleine kern- en rijdorpen.
De vallei van de Munkbosbeek heeft een licht golvende topografie. Opvallend is dat deze waterloop over een erg goede structuurkwaliteit beschikt. In en rond het kasteelpark kunnen natuurlijke processen, zoals meandering, nog hun vrije gang gaan. Ook buiten het kasteelpark is de beekstructuur goed gevormd en herkenbaar. Belangrijk aan de vallei is de kleinschaligheid. Het wisselen van natte graslanden en bospercelen doet een gesloten landschapsbeeld ontstaan.
Op sommige plaatsen in de vallei komt mooi ontwikkeld middelhout voor met essenhakhout in de onderetage. De valleibossen herbergen op verschillende plaatsen oude bosplanten. Dit wijst op een lang constant bodemgebruik als bos. Op de valleiwanden komen vele bronnen voor, al dan niet samen met bronbosjes.
In de buurt van het 'Jachthof' bevond zich vroeger een watermolen, nu is enkel de plaats waar het rad zat en de molenstenen nog op het terrein terug te vinden. Ook is door de huidige eigenaar een spaarvijver heruitgegraven.
Aansluitend op de kleinschalige beekvallei bevinden zich hellingen die in de hoger gelegen kouter overgaan. Deze hellingen kenmerken zich door hun voornamelijk open landschap. Op verschillende plaatsen komen holle wegen voor, vaak veroorzaakt door regressieve erosie.
In de eerste helft van de 19de eeuw werd het bos gerooid. De huidige Munkboshoeves werden midden de 19de eeuw opgetrokken als een complex dat kort daarna in drie afzonderlijke hoeves werd verdeeld. Op de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) is er nog een aaneengesloten bos, het Munkbos, gelegen rond de Munkbosbeek. Vanaf de kaart van Vandermaelen (1846-1854) staat het bos ontgonnen op de kaarten. De boomaanplant rond de dreven is niet zo volledig meer als op Vandermaelen. Het bos ten noorden van de hoeves (Spiegeldriesbos) is nog bewaard in dezelfde toestand als op Vandermaelen.
De (midden) 19de-eeuwse Munkboshoeven nemen een centrale positie in tussen de Munkbosbeek en de Schaapsveldbeek. Het Munkbos was samen met de nabijgelegen hoeve op het grondgebied Dikkelvenne de zogenaamde 'Ferme de la distillerie', bezit van de abdij van Ninove. Nadat deze, na het Ancien Régime, een periode als 'zwart goed' meemaakten en het Munkbos ontgonnen werd, schonk rond 1840 de grootgrondbezitter Vifquin de Munkboshoeven aan de Commissie voor Openbare Onderstand (COO) van Doornik. In 1976 werd ze samen met 102 ha land verkocht. De drie grote aaneengesloten boerderijen uit de 19de eeuw hebben een langgerekt volume van witgekalkte en roze geschilderde gebouwen en zijn mooi ingeplant tussen de weiden en velden en vormen een baken in het landschap. De hoeve 'Ferme de la sucrerie' was in de 19de eeuw een suikerfabriek.
Naar het noordoosten toe is er een jonge eikendreef, naar het zuidoosten een beukendreef. De derde dreef loopt richting Dries van Bochoute. De drie dreven maken een hoek van 90° met elkaar. Ze getuigen van de 19de-eeuwse grootschalige ontginningen van het vroegere Munkbos.
Een restant van dat vroegere bos, ten noorden van de Schaapsveldbeek, is het Spiegeldriesbos. Opvallend aan dit bos is de tweedelige structuur. Het privé-gedeelte, de westelijke helft, is een middelhoutbos met voornamelijk hazelaar als hakhout. Het oostelijke gedeelte, in eigendom van de Vlaamse overheid en in beheer bij ANB, is rijker aan opperhout. Opvallend in dit deel van het bos is de mooie structuur van de boswallen, waardoor het in drie compartimenten wordt opgedeeld. Het bosgedeelte dat door de boswal omsloten wordt, is gekenmerkt door oude bosplanten (onder andere witte klaverzuring).
Bodemkundig behoort het gebied van de Munkbosbeek tot de leemstreek. De ondergrond wordt er gevormd door een weinig doorlatend klei- zandsubstraat. Algemeen wordt het landschap gekenmerkt door een golvend tot sterk golvend karakter. In de omgeving van de Munkboshoeves treft men een merkwaardige vervlakking aan. De omgeving ligt voornamelijk onder cultuurland: akkers en weiden.
De dries van Bochoute is duidelijk op de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) waar te nemen. De dries, waarop nu een landbouwbedrijf gelegen is, ligt in het noorden van dit gebied. Het stratenpatroon rondom de dries en de bebouwing erlangs is nog steeds op kaart en deels op het terrein waar te nemen. Van de site 'Bochoute' is een oude Nederlandstalige schepenbrief gevonden. Het manuscript, het oudste ambtelijke stuk in de Nederlandse taal, dateert uit 1249. Ter herinnering hiervan is een gedenkteken opgericht.
Dikkele, op de overgang van de kouters naar de vallei van de Munkbosbeek te situeren, was voor de gemeentefusie één van de kleinste gemeenten van Oost- Vlaanderen. Vroeger was het voor een groot deel in het Munkbos of ‘bos van Bochoute’ gelegen, dat tussen 1815 en 1820 gerooid werd.
De oudste vermelding van het dorp dateert uit 821. In 991 schonk Vrouw Oydala de villa en de kerk aan de Sint-Pietersabdij in Gent. Het gezag werd vanaf de 13de eeuw uitgeoefend in naam van de Sint-Pietersabdij door een voogd. Bestuurlijk en fiscaal behoorde Dikkele tot het Land van Aalst. De parochiekerk, in de Brouwerijstraat, is op de lagere en vochtigere gronden gelegen aan de Munkbosbeek.
De hoofdstraat, de Brouwerijstraat, is een kasseiweg, voorheen uitmakend van de zogenaamde Pontstraat, lopend tot de grens met Dikkelvenne. Het straatbeeld wordt bepaald door kleinschalige dorpswoningen, voornamelijk uit de 19de eeuw daterend. De parochiekerk, voormalige pastorie, kloosterschool en gemeentehuis zijn beeldbepalend. Acht huizen waren vroeger café, merendeels toebehorend aan brouwerij De Wever.
Het dorp Beerlegem situeert zich op de overgang van de kouter, ongeveer +50 m TAW, naar de vallei van de Munkbosbeek, op ongeveer +20 m TAW. Het dorp is gelegen op een zuidwest-helling, noordelijk liggen kouters horende tot het Zuid-Vlaams plateau in zandleemgebied. Het dorp wordt van noord naar zuid doorkruist door de steenweg van Gent naar Aalst.
In het Ancien Régime hoorde het dorp tot het Land van Aalst. De heerlijkheid van Beerlegem maakte deel uit van de baanderij van Rode. Het hoorde aan verschillende adellijke families toe. De kerk van Beerlegem is gelegen op een lichte verhevenheid in een klein ommuurd kerkhof.
Paulatem, met slechts 53 huizen in zeven straten, was voor de gemeentefusie de gemeente met het kleinste aantal inwoners van de provincie Oost- Vlaanderen. Er is sinds jaren geen pastorie, school, winkel of café. De kerk is opgetrokken uit Doornikse kalksteen uit de 11de eeuw, en werd in de 12de eeuw uitgebreid. In 1593 werd de kerk als vesting gebruikt.
Het dorp situeert zich op de overgang van de Paulatemkouter, ongeveer +50m TAW, naar de vallei van de Munkbosbeek, op ongeveer + 20m TAW. De hoofdstraat van het dorp loopt lichtjes naar de kerk op. De huidige kleinschalige dorpsbebouwing is meestal tot de 18de eeuw opklimmend, maar met latere aanpassingen.
Het grote kasteeldomein met kasteel met dubbele omwalling en drie vijvers neemt een dominante plaats in de Munkbosbeekvallei in. Het kasteeldomein was reeds aanwezig op de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) als site met dubbele omwalling en drie kleine vijvers. Het omliggende gebied van het kasteel zelf is een klein bosgebied met enkele percelen natte weiden. De toestand is ook zo op de kaart van Vandermaelen (1846-1854) en de topografische kaart van 1949. In het kasteeldomein is een imposante beukendreef gelegen met een kasseiweg als verbinding tussen de kerk en het kasteel. Aan de dreef liggen ook nog drie woningen toebehorend aan het kasteel. De aanhorigheden van het kasteel bestaan onder andere uit het boswachtershuis en de hovenierswoning. Het kasteel van Beerlegem, vanaf de 15de eeuw ook 'Kasteel ten Bieze', ligt op een domein van circa 60 ha, in de vallei van de Munkbosbeek. Vermoedelijk is het in oorsprong een middeleeuwse site met walgrachten. Het kasteel van de heerlijkheid van Beerlegem, uit de 11de- 12de eeuw behoorde tot het Land van Rode in het Land van Aalst. De eerste vermelding van de heer van Beerlegem dateert van 1196. Het domein behoorde achtereenvolgens toe aan de adellijke families van Beerlegem, van Grimbergen, van Maldegem, van Massemen, van Leeuwergem, Van der Gracht en de Croy, en sinds 1553 aan de Rodoan. In het begin van de 17de eeuw werden door de abt van de abdij van Ename en de bisschop van Brugge diverse verbouwingswerken uitgevoerd. In 1680 behoorde het domein toe aan de baron van Rode. In 1682 werd de heerlijkheid van Beerlegem tot baronie verheven en het Land van Rode tot markizaat, de heer droeg de titel van markies van Rode en baron van Beerlegem. De bouw van een nieuw kasteel gebeurde rond 1730. De twee nieuwe dienstgebouwen op het voorhof zijn uit 1773 en 1788. Het kasteel werd in 1872-76 verbouwd in neoclassicistische stijl. Kasteel en bijgebouwen op het voorhof werden hersteld na de oorlogsschade als gevolg van de val van een V2 bom in maart 1945. In de 20ste eeuw kwam het door huwelijk in handen van de familie de Spangen, de Marchant et d'Ansembourg. De huidige eigenaar-bewoner is graaf d'Ursel de Bousies.
Het park met omgrachtingen en vijvers werd heraangelegd tussen 1814 en 1830; vooraan in Franse stijl met geometrisch drevenpatroon en achteraan in Engelse landschapsstijl met bossen aan weerszijden van de licht glooiende weide. Dertien (voorheen vijftien) bronnen zijn door een systeem van sluizen en leidingen verbonden met de drie (voorheen vier) vijvers en de walgrachten. Ze bevoorraden ook het kasteel. De grachten, vijvers en fonteinen staan ook in verbinding met de Munkbosbeek die doorheen het domein stroomt. Vijf dreven vertrekken aan het voorhof van het kasteel. De huidige toegangsdreef, een gekasseide en vrij recent heraangeplante beukendreef, leidt van de kerk naar het kasteeldomein en bevat ook enkele dienstwoningen. Van aan de erekoer vertrekt het stervormig drevenpatroon. De centrale dreef werd recent heraangeplant met tamme kastanje. In het bos, met oude bomen, staat de lemen 'kluizenaarswoning', vermoedelijk van 1824. Juist buiten het voorhof ligt een ijskelder van 1843. Het omgrachte voorhof met dienstgebouwen wordt op de brug afgesloten door middel van een smeedijzeren inrijhekken van 1860-61. Het kasteel ligt net ten zuiden ervan, binnen een brede rechthoekige omgrachting met een uitbreiding naar de rechthoekige vijver toe. Het geheel is axiaal verbonden met het voorhof door de stenen brug met brugleuning van ijzeren kettingen aan arduinen pijlertjes. Op het voorplein, voor het kasteel, staat een Libanonceder van vermoedelijk circa 300 jaar oud. Op de hoeken van het kasteeleiland staan vier schandpalen. Op het voorhof staan twee identieke dienstgebouwen in classicistische stijl; in het oosten staat een dienstwoning en de vroegere boerderij daterend van 1773 en in het westen het voormalige woonhuis van de conciërge, het koetshuis en stallen van 1788.
De talrijk aangetroffen prehistorische en Romeinse vondsten op de nabijgelegen kouterruggen tonen aan dat de aanwezigheid van de Munkbosbeek in het gebied een belangrijke invloed uitoefende op de menselijke aanwezigheid. In de vallei zelf is nog maar weinig onderzoek gebeurd. Enkel in Meilegem aan den Doeyer zijn er bij een veldprospectie enkele prehistorische vuurstenen artefacten aan het licht gekomen. De aanwezigheid van de 12de eeuwse Gangulfuskerk in Paulatem en de nabijgelegen site van het kasteel Ten Bieze in Beerlegem waarvan de eerste kasteelheer in de 12de eeuw vermeld wordt tonen aan dat er zeker ook archeologisch potentieel voor de andere periodes aanwezig is.
Bron: Aanduidingsdossier ankerplaats ‘Vallei van de Munkbosbeek met het kasteeldomein van Beerlegem’, definitieve aanduiding 25/07/2008. Agentschap Onroerend Erfgoed, Brussel.
Auteurs: Vanmaele, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Gesloten hoeve
Omvat
Gesloten hoeve
Omvat
Gesloten hoeve
Omvat
Gesloten hoeve
Omvat
Gesloten hoeve
Omvat
Gesloten hoevecomplex
Omvat
Pastorie met tuin
Is deel van
Balegem
Is deel van
Beerlegem
Is deel van
Dikkele
Is deel van
Dikkelvenne
Is deel van
Meilegem
Is deel van
Nederzwalm-Hermelgem
Is deel van
Paulatem
Is deel van
Scheldewindeke
Is deel van
Sint-Maria-Latem
Is deel van
Velzeke-Ruddershove
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Vallei van de Munkbosbeek met het kasteeldomein van Beerlegem [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/135388 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.