Rechtlijnige straat die van de Bondgenotenlaan naar de Tiensevest loopt en een onderdeel vormt van het geheel der straten die in het oostelijke stadsontwikkelingsgebied tussen de Diestsestraat en de Tiensestraat rastervormig werden aangelegd volgens het in 1839 goedgekeurde rooilijnenplan van toenmalig stadsarchitect F. H. Laenen (zie Martelarenplein).
Vóór deze urbanisatie, waarbij vanaf 1843 de "Statiestraat" of Bondgenotenlaan werd aangelegd als een rechtstreekse verbindingsas tussen station en centrum, vormde de Justus Lipsiusstraat samen met de tegenoverliggende Louis Melsensstraat één doorlopende straat. Al in de 13de-14de eeuw werd zij geciteerd als "Domledigheid", omdat deze weg een toen nog braakliggend terrein doorkruiste en leidde naar de in 1316 gebouwde Sint-Katelijnekapel, ter hoogte van de hoek met de Ravenstraat, waardoor de straat ook gekend was onder de benaming "Sinte-Katelynen-Keiberg". Haar latere benaming "Lieve-Vrouw-Broeders straat" verwijst naar het op dezelfde site in 1615 gebouwde klooster van de geschoeide karmelieten of "Onze-Lieve-Vrouwe-broeders", waarin de bovengenoemde kapel werd geïncorporeerd. Na de opheffing onder Frans Bewind en sloop van de gebouwen in 1800-1801 zou een gedeelte van de terreinen in 1875 ingenomen worden door een ruim neogotisch kloostercomplex, ontworpen voor de paters dominicanen door de Gentse architect A. van Assche. Het geheel werd in 1969 afgebroken en vanaf 1971 vervangen door het huidige wooncomplex "Binnenhof" (nrs. 18-20/Ravenstraat nr. 100) naar ontwerp van architect G. Walgrave (Genk), en ten dele door de paters zelf betrokken.
De aanleg en ontsluiting van de huidige Justus Lipsiusstraat situeert zich in de periode 1850-1875: hierbij werd het tracé van de bestaande vroegere wegenis in de eerste straathelft - tot de kruising met de Maria-Theresiastraat - grotendeels behouden, zij het in een gecorrigeerde en verbrede versie. Dit hield onder meer in: de onteigening en aankoop door de Stad van diverse terreinen voor de aanleg van de pleinvormige verbreding aan de Bondgenotenlaan (1851-1858) en de straataansluiting hierop, met hoekafronding ter hoogte van het huidige nr. 2 (1870); de sloop van de bestaande huizenrijen tussen de Statiestraat en de Willemsstraat (1866), van de ertegenover liggende bebouwing (1870) en van het huizenblok tussen Willems- en Ravenstraat (1874). De aanleg van de tweede straathelft werd gerealiseerd in afwijking van het vroegere tracé, met aansluiting op de Tiensevest vanaf 1872. Vanaf 1864-1866 werd deze nieuwe verkeersader genivelleerd, bestraat en bebouwd. De oude naamgeving werd vervangen door de huidige, naar de bekende humanist, latinist en historicus Justus Lipsius (Overijse 1545 - Leuven 1606), vanaf 1592 professor aan de Leuvense universiteit.
De oorspronkelijke scenografie is heden nog vertegenwoordigd door kleine en middelgrote burgerwoningen die de basisbebouwing uitmaken en opgetrokken werden in neoclassicistische stijl, in de jaren 1860-1870. Volgens de bouwvergunningen overwegend met enkelhuisopstand, twee of drie bouwlagen en dito traveeën onder zadelbedaking, waaronder een aantal werden opgetrokken met ruimere afmetingen of gekoppeld als één ensemble. In oorsprong zijn het bepleisterde en beschilderde lijstgevels met verwerking van arduin voor het lijstwerk en de plinten of sokkels met keldergaten. Zij vertonen een karakteristieke opstand met als voornaamste kenmerken een in hoogte verkleinende ordonnantie, getoogde of rechthoekige deuren en vensters, laatstgenoemde zijn soms voorzien van afgeronde bovenhoeken en op de bovenverdiepingen meestal gevat in een geprofileerde, geriemde of vlakke omlijsting met siersluitsteen en centraal gemarkeerd door een balkon. Typerend is verder de kordongeleding als duidelijke scheiding tussen beneden- en bovenbouw of, door het doortrekken van de lekdrempels, als accentuering van de registers, naast ook sporadisch een rijkere uitwerking door toepassing van imitatiebanden op de begane grond of een decor met spiegels. Als gevelbeëindiging tenslotte, een klassieke houten kroonlijst.
Deze basisbebouwing bepaalt nog in grote mate de onpare zijde in de eerste straathelft. Naast panden met een nog relatief goed bewaarde gevelopstand, ondergingen een aantal latere aanpassingen of wijzigingen zoals ontpleistering of cementbekleding van de gevel, toevoeging van een derde bouwlaag of dakverdieping, het supprimeren van omlijstingen of vernieuwen van de kroonlijst, naast in mindere mate ook aanpassing van vensteropeningen of wijziging van de ordonnantie. Zie 1, 3 en 5, die als één geheel gebouwd werden (1875); 7, met doorbroken begane grond voor parkingdoorrit (1970); 9-11 en 13, die in oorsprong één ruim vijf traveeën breed enkelhuis met poortrisaliet vormden (1875) en heden resulteren van latere opsplitsing (1903) en wijzigingen van de ordonnantie (1903 en 1956); 15 (1869) en 19 met toegevoegde derde bouwlaag (1904 en 1935) en deels aangepaste begane grond; 21 (1867); 23 en 25 met brede poorttraveeën: 25 met later ingebracht deurvenster met balkon (1935); 27 met verbreed benedenvenster onder I-balk; 31 met aanpassingen van de vensteropeningen (1936); 35 en 39 (1866) met op het balkon na gelijkaardige opstanden; 37 (1866), dat werd verhoogd met een derde bouwlaag en voorzien van een houten erker onder balkonbekroning (1911); 41 (1866), eveneens met latere derde bouwlaag (1934); 45 en 47 (1868); 49 en 53 tot 57, die samen met het thans verbouwde 51 volgens archiefgegevens blijkbaar als één geheel werden ontworpen (1869) en later onder meer werden aangepast met een deurvenster met balkon in 53 (1912) en 55 (1909) en verbreding van de venstertravee in het hoekhuis 57.
In het laatste straatgedeelte werd het nummer 48 in 1875 opgericht als eerste kinderdagverblijf-kleuterschool te Leuven, door toedoen van dokter J.B. Jourdan. Het werd door architect J. Vingeroedt geconcipieerd als een half vrijstaand, onderkelderd dubbelhuis van drie bouwlagen en vijf traveeën in baksteen, met neoclassicistische gevelopstand met rechthoekige beneden- en getoogde bovenvensters in opwaarts verkleinende ordonnantie. Tijdens een recente renovatie (2000) werd het pand heringericht met inbreng van wooneenheden, gepaard met onder meer aanpassingen van de vensteropeningen en de achtergevel. Op de bewaarde gevelplaten staan centraal het opschrift "ECOLE GARDIENNE ET CRECHE DOCTEUR JOURDAN 1875" en aan weerszij de namen van de weldoeners. Voorts wordt het gesloten beeld van de rijbebouwing onderbroken door de inplanting van het residentiële hoekcomplex "Binnenhof" (1971), de ommuring van de Leuvense "Hulpgevangenis" tussen Maria-Theresiastraat en Jozef II-straat (1869, zie Maria Theresiastraat) en de breedschalige uitbreidingen van de Provinciale Normaalschool (jaren 1950-1960, Tiensevest 60-62).
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Burgerhuis
Omvat
Gekoppelde burgerhuizen
Omvat
Herenhuis
Omvat
Hoekpand
Is deel van
Leuven
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Justus Lipsiusstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/8153 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Leuven
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.