vastgesteld landschapsatlasrelict van tot heden
Grote Nete van Zammel tot Zoerle, Beeltjens en de depressie van Goor-Asbroek
vaststellingsbesluiten: 04-02-2014 ID: 5334
Het gebied De Grote Nete van Zammel tot Zoerle, Beeltjens en de depressie van Goor-Asbroek is vastgesteld in de landschapsatlas.
Opvallende ruimtelijk structurerende elementen zijn het boscomplex 'Beeltjens' met de stervormige drevenstructuur en de duidelijk verheven Asberg in het noorden, centraal de lager gelegen Grote Nete met haar vallei die begrensd wordt door de tertiairheuvel van Bergom en de depressie van Goor-Asbroek in het zuiden. Daarnaast vervullen beide kastelen met park, de historische dorpskern van Westerlo met kerk en dekenij en de Kaaibeekhoeve een bakenfunctie in het landschap. Het landgebruik met een mooie aaneensluiting van vochtige weilanden, valleibossen en struwelen in de vallei van de Grote Nete en de depressie van Goor-Asbroek, de naaldhoutaanplantingen op de Asberg en op de tertiairheuvel te Bergom en de bewoningskernen, hoeves en kasteel die allen gesitueerd zijn op zandige donken in of aan de rand van de vallei, versterken de leesbaarheid van het landschap.
Sinds 1968 worden in Westerlo jaarlijks de kasteelfeesten georganiseerd. Deze vinden traditiegetrouw plaats in het kasteelpark de Merode op het eerste weekend van juli en worden georganiseerd door de plaatselijke verenigingen in samenwerking met de familie de Merode. Het kasteel en park worden dat weekend opengesteld en in het park worden talrijke activiteiten georganiseerd gericht op traditie, gastvrijheid en familie.
Op het Riet wordt een nog een veel oudere traditie voortgezet. De staande wip bevindt zich al sinds ca 400 jaar op hetzelfde terrein dat ook nu nog beheerd wordt door de plaatselijke Sint-Sebastiaansgilde. De traditionele wipschietingen, die hier nog steeds plaatsvinden hebben hun oorspronkelijk militair karakter evenwel ingewisseld voor folklore.
De esthetische waarde van deze ankerplaats wordt hoofdzakelijk bepaald door de afwisseling in reliëf, landschapsstructuur en landgebruik. In het noorden is er het gave systematisch ontgonnen bosgebied met duidelijk herkenbaar stervormig drevenpatroon en monumentale Beeltjensdreef. Vanaf de bosrand is er zicht op het neogotische Nieuw Kasteel met park. De hoger gelegen duidelijk herkenbare paraboolduin Asberg scheidt dit bosgebied van de centraal gelegen veel lagere vallei van de Grote Nete met een gaaf bewaard kleinschalig landschap. Het kasteel de Merode, een waterburcht met middeleeuwse donjon, vormt samen met het tweeledige domein een gaaf en esthetisch aantrekkelijk geheel op de oevers van de Grote Nete. De samenhang met de in het noorden aansluitende gaaf bewaarde historische kern van Westerlo, met majestueuze etagelinde en historische bebouwing, en het oostelijk gelegen kleinschalig landbouwgebied, met de monumentale Kaaibeekhoeve in een gave omgeving, versterken het historisch karakter. Langs de Neteoevers zorgen zichten op enerzijds de vallei met meer natuurlijk karakter en anderzijds het kasteel met aangelegd park en de Kaaibeekhoeve in zijn historisch landbouwlandschap voor de nodige afwisseling. De depressie van Goor-Asbroek in het zuiden van de ankerplaats vertoont nog een duidelijk herkenbaar valleikarakter met een grote samenhang tussen vegetatie en ondergrond die voor de nodige afwisseling zorgt.
In het gebied komen waardevolle archeologische zones voor zoals de valleien en de droge gronden erlangs die immers een belangrijk aantrekkingspunt vormden voor de mens in het verleden. Stuifduinen, plaggenbodems en alluviale sedimenten in (fossiele) valleien kunnen bovendien archeologische sites afdekken en daarmee voor een uitstekende bewaring zorgen.
Aan het begin van de 18de eeuw startte veldmaarschalk Jean Philippe Eugène de Merode met de aanleg van een indrukwekkend netwerk aan dreven dat tot op heden herkenbaar is. Ter hoogte van de oude Kwarekkendreef resten nog enkele oude beuken. De 18de-eeuwse aanleg van de dubbele Beeltjensdreef, de ster en het aansluitend bos in de Beeltjens met radiale ontginningsstructuur zijn tot op vandaag gaaf bewaard gebleven. De naaldhoutbestanden in Beeltjens en op de Asberg herinneren nog aan de grootschalige mijnhoutproductie vanaf de 19de eeuw. Het Nieuw kasteel, ten westen van de Beeltjens, is een mooi voorbeeld van neogotische architectuur van het begin van de 20ste eeuw. In het omringende park is de vroeg 20ste-eeuwse aanleg nog herkenbaar.
In de vallei van de Grote Nete is de typische samenhang tussen natte weilanden, valleibossen en struwelen tot op vandaag relatief intact gebleven. Een aantal aanwezige vijvers wijzen nog op de voormalige winning van turf en moerasijzererts In de vallei resten nog afgesneden meanders, kunstmatig aangelegde waterlopen, grachten en leibeken die getuigen van de talrijke waterbeheersingswerken die hier sinds de 14de eeuw, maar vooral vanaf de 18de eeuw plaatsvonden. Hoekbomen en (voormalig) hakhout en knotbomen in houtkanten en bomenrijen, die tevens de perceelsgrenzen aangeven, herinneren nog aan oude beheervormen en gebruiken. Voornamelijk in het oosten van de vallei resten nog herkenbare typische voormalige boerenwoningen onder de vorm van verbouwde langgestrekte hoeves.
De historische dorpskern van Westerlo is een goed bewaarde typisch Kempense pleinnederzetting met een met bomen omzoomd marktplein en een oude etagelinde, die op verschillende hoogtes gekandelaard werd. Langs dit marktplein zijn er nog een aantal fraaie 19de-eeuwse burgerhuizen, soms met oudere kern. Het kerkhof rondom de excentrisch gelegen Sint-Lambertuskerk met 14de-eeuwse kern in ijzerzandsteen, is als één van de weinigen in de Kempen bewaard gebleven. Deze bevat een fraaie grafkelder van de grafelijke familie de Merode in Demergotiek. Naast de kerk bevindt zich de in 1618 gestichte Norbertijnerdekenij met tuin en omgrachting.
Het kasteel(park) de Merode behoort tot de oudste landgoederen in het Vlaams Gewest met als kern een 14de-eeuwse donjon of woontoren. Het park in de onmiddellijke omgeving van het kasteel, ten noorden van de Grote Nete, werd tijdens het laatste kwart van de 19de eeuw aangelegd in landschappelijke stijl. Ten zuiden van de Grote Nete ligt een parkbos in geometrische stijl met kanaal en drevenstelsel, dat aangelegd is in het begin van de 18de eeuw werd.
Het Riet was van oudsher de gemene weide van Westerlo, gekend als het Cleyn Broek. Het oostelijk deel ten noorden van de Grote Nete werd door middel van ophoging en het graven van grachten aan het einde van de 16de eeuw ingericht als schans. De huidige wip gaat zeker terug tot de 18de eeuw. In 1874 werd hier de multifunctionele mobiele dam ‘het Trammetje’ gebouwd met stroomopwaarts ten zuiden van de Grote Nete een systeem van kanaaltjes en sluisjes om zodoende de hooiopbrengst door bevloeiing te optimaliseren. In het westen van het Riet stonden aan het einde van de 18de eeuw steenovens.
De vroegste bronnen over de Kaaibeekhoeve gaan terug tot 1270. Zowel de hoeve met omgrachting als het omringende landbouwlandschap is sinds het einde van de 18de eeuw quasi ongewijzigd gebleven. De houtige perceelsbegrenzingen, bestaande uit voornamelijk opgaande bomenrijen en hoekbomen, bleven tot op heden grotendeels bewaard.
In het Goor werd aan het begin van de 19de eeuw op een planmatige manier turf gewonnen. Het regelmatige dijkpatroon, de regelmatige percelen, een aantal vijvers en een restant van een mogelijke turfvaart getuigen nog van deze turfwinning.
Deze ankerplaats heeft een belangrijke geomorfologische waarde met landschappelijke relicten uit verschillende geologische perioden. De getuigenheuvel uit ijzerzandsteen te Bergom is, waarschijnlijk nog een relict van de tertiaire zandbanken die tijdens het bovenmioceen voor de toenmalige kust lagen. Parallel aan de Grote Nete liggen langgerekte zandige rivierduinen, ontstaan tijdens het weichseliaan , die nu als donken in het landschap zichtbaar zijn. In de depressie van Goor-Asbroek is een fossiele vallei van de Grote Nete bewaard gebleven. De Asberg is een paraboolduin die ontstond tijdens het laatglaciaal door het verstuiven van dekzanden onder invloed van sterke westenwinden.
De grote verscheidenheid aan karakteristieke bodems binnen de ankerplaats vertegenwoordigt een belangrijke bodemkundige waarde. Door hun langdurige ontstaansgeschiedenis hebben deze zowel een eigen intrinsieke waarde als een hoge informatiewaarde op bodemkundig, geomorfologisch en historisch vlak. Vermeldenswaardig zijn de aanwezige veensedimenten die mogelijk dateren van het subboreaal en subatlanticum en een belangrijk, maar kwetsbaar bodemarchief met hoge paleo-ecologische waarde vormen.
Door de aanwezigheid van hogere heuvels in het relatief vlakke reliëf treden er belangrijke hydrologische processen op. Deze hogere gebieden vormen het infiltratiegebied voor regenwater dat in de depressies als kwelwater weer naar boven komt.
De variatie in bodemklassen, reliëf, hydrologie en ondergrond binnen de beperkte oppervlakte van dit eerder smalle valleigebied, geven aanleiding tot landschapsecologische gradiënten die vaak nog versterkt worden door menselijke ingrepen. Hierdoor kent de ankerplaats ook een botanische waarde. Deze gradiënten worden o.a. weerspiegeld in de samenstelling van de bossen en graslanden. Vooral in het Goor zijn de gradiënten en de daaraan gekoppelde vegetatie goed waarneembaar. Hier is de interactie tussen substraat, hydrologie en (micro)reliëf verantwoordelijk voor de erg zeldzame vegetatie die normaal gezien gelinkt wordt aan kalkrijke milieus. In de Kwarekken komen een aantal kwelafhankelijke soorten voor en in het Riet groeien een aantal zeldzame relictvegetaties die samenhangen met de venige ondergrond. In de bossen van Beeltjens groeit de grootste gekende populatie van de zeldzame stippelvaren.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Grote Nete van Zammel tot Zoerle, Beeltjens en de depressie van Goor-Asbroek [online], https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/10288 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.