erfgoedobject

Keizersplein met deel aanpalende bebouwing

bouwkundig element
ID
301021
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301021

Juridische gevolgen

Beschrijving

Het Keizersplein is een rechthoekig plein gelegen tussen de Korte Zoutstraat en de Nieuwstraat en wordt begrensd door een vlakke noordoostelijke gevelwand en een zuidwestelijke gevelwand met ten oosten en ten westen uitspringende panden.

Historiek

Het Keizersplein is aangelegd op de voormalige stadsvest tussen de Zoutstraatpoort en de Gentse Poort. Het fungeerde in de 18de eeuw als paardenmarkt, vandaar ook de naam Paardenkouter. Ook de naam Karmelietenvest werd gebruikt, omwille van het aanpalende karmelietenklooster. De naam Place Impériale of Keizerlijk Plein, vandaag Keizersplein, ontving het op 21 juli 1808 ter ere van het bezoek van keizer Napoleon I.

De aanleg van het plein is een typisch voorbeeld van de stedenbouwkundige opvattingen tijdens het classicisme. Het middenplein werd in de 19de eeuw beplant met bomen, zodat het de uitgelezen wandelboulevard voor de Aalsterse stadsbewoner werd.

Het stadsbestuur besliste op 22 juli 1791 dat de Karmelietenvest mocht bebouwd worden aan de zuidwestzijde, dit is de buitenzijde van de vest. De overzijde (stadszijde) was al gedeeltelijk bewoond. Het was de eerste grote doorbraak van de bewoning doorheen de middeleeuwse stadsvesten. Aalst had blijkbaar nood aan nieuwe woonruimte voor de rijkere bovenklasse, want het plein werd van in het begin exclusief voorbehouden voor grote woningen. Het basisconcept voor de aanleg werd geleverd door Pieter De Somere. Hij werd hiertoe gecontracteerd op 30 september 1791 door het stadsbestuur "ten eynde op het allignement van den te bebauwen grond… alsmede op het plan van de te stellen batimenten met hem te confereren". Het plan werd op 3 oktober 1791 goedgekeurd en verder uitgewerkt door de stadsarchitect Jan Baptist Teirlinck. De stedenbouwkundige voorschriften van 28 februari 1792 of de "Conditien ter bebauwinge van de stadsvesten tusschen de Zoutstraet ende Nieuwstraat Poorte" bevatten vijftien punten, zo werd de bouwlijn strikt bepaald en het uitzicht van de voorgevels en bedaking vastgelegd. Onder punt 3 werd opgenomen dat "de gemelde bebauwers hunne voorgevels ter straeten zullen moeten bauwen ter hoogte van drij stagiens, achtervolgens het plan hun van wegens het magistraet ter hand gestelt en geparafeert" en in punt 14 werd opgelegd "hunne daeken straetwaerts van de vesten te beleggen ende te decken met schalien ofte blauwe pannen ’t hunder optie". Het grootste deel van de bepalingen gaat over de afwatering en het open houden van de vestgracht die juist achter de te bouwen huizen liep. Stadsarchitect Teirlinck diende toezicht te houden op de naleving van de voorschriften. De Somere, samen met Frans Drieghe, stelde op 23 mei 1792 ook een plan op voor het bouwen van een overwelfde riolering.

In De Comitatu Alostano schetst een tekening een ideaalbeeld van de westwand van het plein. Die wand is opgevat als één groot, lang gebouw met centraal één hoger gebouw met fronton en links en rechts uniforme woningen. Zo moest deze gevelwand symmetrie, grootsheid en rust uitstralen. Het straatbeeld van deze tekening, gemaakt circa 1796, is grotendeels gerealiseerd. Ongetwijfeld beschikte de tekenaar over het plan dat het uitzicht van de gevelwand bepaalde.

De gronden moeten zeer snel verkocht zijn aan leden van de opkomende rijke burgerklasse. Kort voor en na 1800 werd de westwand met woningen opgevuld.

Beschrijving

Het rechthoekig plein is gelegen tussen de Korte Zoutstraat en de Nieuwstraat en wordt begrensd door een vlakke noordoostelijke gevelwand en een zuidwestelijke gevelwand met ten oosten en ten westen uitspringende panden, respectievelijk nummer 3 en nummers 65-71 (laatstgenoemd de voormalige herberg "De Vier Winden" op de hoek met de Korte Zoutstraat). Van een langgerekt plein met beboomde middenstrook evolueerde het tot op het moment van bescherming (1997) naar een geasfalteerd plein met een gereduceerde centrale wandelstrook met banken en hoge bomen.

Het meest in het oog springend kenmerk van de bebouwing aan het Keizersplein is het kwalitatief verschil in bebouwing aan beide zijden. Tegenover de homogene bebouwing van de naar de stadskern gerichte of zuidwestelijke wand (oneven huisnummers) met zijn bepleisterde lijstgevels onder zadeldak, gaande van empirestijl tot neoclassicisme, staat de tegenover liggende noordoostelijke pleinwand (even huisnummers) waar de bebouwing niet (meer) het gelijkmatige gabariet noch de homogene stijlkenmerken vertoont.

De zuidwestelijke gevelwand die het meest authentiek en homogeen is gebleven, geeft de evolutie van de bebouwing weer en bestaat uit een lange strook bebouwing tussen uitspringende hoeken. Aan de Nieuwstraatzijde, op de hoek met de Arbeidstraat, afgesloten door het Paviljoen, een huis in eclectische stijl uit eind 19de - begin 20ste eeuw, en een bescheiden hoekhuis met gevelsteenbekleding van zes en twee traveeën onder schilddak. Nabij de Korte Zoutstraat bevinden zich twee fraaie panden, een herenhuis met paardenstallen en met geordonneerde pilastergevel en nummer 71 "De Vier Winden".

Het markante middenpand, een classicistisch herenhuis met fronton toont een hoge pilastergevel op een sokkel vormende begane grond, onder een driehoekig fronton. Dit pand wordt links en rechts, geflankeerd door herenhuizen uit de eerste helft van de 19de eeuw met gemarkeerde poorttravee, en sommige voorzien van hoekpilasters. Ze maken samen deel uit van een laatclassicistisch geïnspireerd totaalontwerp uit het eind van de 18de eeuw met empire- en directoire-ornamenten voor details en afwerking. Dit groots opgevat concept werd slechts gedeeltelijk uitgevoerd.

Naar de Nieuwstraat toe treedt een geleidelijke schaalvermindering op met burgerhuizen van drie bouwlagen met drie of vier traveeën en voorzien van bepleisterde en beschilderde lijstgevels met eenvoudige deurtravee. De woningen met huisnummers 1-17 tonen een meestal vernieuwd parement.

Bij de noordoostelijke gevelwand bleven slechts enkele panden onverstoord bewaard. Hieronder de – bij de als monument beschermde poort van de Hespenhandel en het aansluitende burgerhuis en de aansluitende huisnummers 6, 8, 10-12.

  • Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DO001045, Aalst: Oude Binnenstad (VAN DEN BOSSCHE H., 1997).
  • D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5N1 (A-G), Brussel - Gent.
  • VAN DE PERRE D. 2011: Architectuur van de verlichting, Jan Baptist Simoens en tijdgenoten in het Land van Aalst (tweede helft achttiende eeuw), Gent, 81-84.

Auteurs: d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle; Van den Bossche, Hedwig
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Burgerhuis

  • Omvat
    Classicistisch herenhuis

  • Omvat
    Classicistisch herenhuis

  • Omvat
    Eclectisch hoekhuis

  • Omvat
    Eenheidsbebouwing van vier herenhuizen

  • Omvat
    Herenhuis

  • Omvat
    Herenhuis

  • Omvat
    Herenhuis

  • Omvat
    Herenhuis met lijstgevel

  • Omvat
    Herenhuis met paardenstallen

  • Omvat
    Neoclassicistisch herenhuis

  • Omvat
    Neoclassicistisch herenhuis

  • Omvat
    Poort Hespenhandel

  • Omvat
    Reeks burgerhuizen

  • Omvat
    Winkelhuis

  • Is deel van
    Aalst


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Keizersplein met deel aanpalende bebouwing [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/301021 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.