De Hertstraat vormt een rechte straat dwars doorheen de Muinkwijk, vanaf de Guldenspoorstraat, over het kruispunt met de Muinklaan en verder langs het Muinkpark tot aan de François Benardstraat. De straat wordt gekarakteriseerd door een relatief eenvoudige, doch kenmerkende gesloten rijbebouwing die een staalkaart biedt aan architectuurstijlen en –periodes vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw, met een nadruk op architectuur uit de vroege 20ste eeuw en het interbellum.
Afgelijnd volgens een Koninklijk Besluit van 1853, heeft de straat een negentiende-eeuwse oorsprong. Getuigen hiervan zijn gesitueerd in het begin van de straat, meer bepaald enkele bewaarde woningen en een voormalige werkplaats (nummers 1, 3, 5-7 en de aangepaste nummer 9). De westelijke, pare straatzijde bewaart in het begin nog enkele achterhuizen en stallingen, horend bij huizen aan de Muinkkaai (nummers 2-2A, 22 en de verbouwde 22B).
Het uitzicht van de straat wordt voornamelijk bepaald door het verkavelingsproject van de gehele wijk omstreeks 1905-6, opgestart na de sluiting van de vroegere dierentuin (1851-1904) en geleid door stadsingenieur Victor Compijn. De rij woonhuizen van drie bouwlagen met cafés op beide hoeken, gevat tussen de Muinklaan en de François Benardstraat (nummers 32-78), dateert van deze vroege periode (1906-1914) en kijkt uit op het zogenaamde Muinkpark, dat als restant van de vroegere dierentuin werd omgevormd tot het groene hart van de wijk. De woningen getuigen van de diverse architectuurstijlen die werden toegepast in het begin van de 20ste eeuw, enerzijds rijhuizen met lijstgevels aansluitend bij het neoclassicisme van de late 19de eeuw (nummers 60-62, 74, 76, 78) en anderzijds rijhuizen in baksteenbouw (nummers 32-34, 36, 46, 48, 50), gekenmerkt door hun verzorgd materiaalgebruik en decoratieve afwerking, onder meer met invloeden van de art nouveau zoals in het schrijnwerk (nummer 72) en door het gebruik van sgraffiti (nummer 32, 50). Het bouwblok tussen de Arendstraat en de Muinklaan sluit ook bij deze bouwfase aan, meer bepaald de hoekhuizen ontworpen door Prosper Buyck in 1906 (nummer 30 en Muinklaan 15).
Niet alleen burgerhuizen werden in de straat gebouwd. Een deel van de verkavelde gronden van de dierentuin werd immers verworven door een maatschappij die er vanaf 1906 onder leiding van Louis Gildemyn arbeidershuisvesting realiseerde voor het personeel van de fabriek van Eugène de Hemptinne aan Ter Platen. Naast woningen in de Keviestraat, Takkebosstraat, Langhalsstraat en Alpacastraat, sluiten enkele huizen in de Hertstraat (nummers 11-19) aan bij deze Cité de Hemptinne.
Het straatbeeld werd verder uitgebreid omstreeks het eind van de jaren 1920 en vroege jaren 1930 door de bouw van kleinschalige stadswoningen van twee of drie bouwlagen, kenmerkend voor het interbellum. Deze woningen zijn gelegen in het eerste deel van de straat, voornamelijk in de bewaarde rijbebouwing tussen de kruispunten met de Alpacastraat en de Muinklaan. De huizen zijn uitgevoerd in baksteenmetselwerk, gecombineerd met accenten in cementering, en getuigen van invloeden van art deco en modernisme. De meest karakteristieke zijn nummers 27-29 ontworpen door E. Hoebeke, het hoekhuis met slagerij nummer 33 ontworpen door E. Celie, nummer 37 ontworpen door C. Van Daele, nummer 39 ontworpen door Deleyn en het appartementsgebouw nummer 43-47 ontworpen en later aangepast door E. De Nil.
Een naoorlogse dokterspraktijk (nummer 6A), ontworpen door I. Van Mossevelde in een brutalistische stijl, vult de diversiteit van het straatbeeld verder aan, weliswaar met respect voor de kleinschaligheid van de vroegere bebouwing.
- BAILLIEUL B., BONCQUET D. & DEROM S. 2013: Bouwkoorts tussen twee stations, IMPACT Wereldtentoonstelling GENT 1913, Gent, 133-134.
- BOGAERT C., LANCLUS K., VERBEECK M. & LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4NB Z-W, Brussel - Gent.