Deze straat aangelegd van 1935 tot 1939 en gelegen tussen de Constantin Meunierstraat en de Familie De Bayostraat werd genoemd naar de vermaarde Leuvense pianist en componist Emile Mathieu (Rijsel 1844 - Gent 1932), die van 1881 tot 1898 directeur was van het Stedelijk Muziek Conservatorium. Het tracé van de straat, waarvan de aanleg teruggaat tot het plan van stadsarchitect Laenen (1839), wordt bij KB van 27.05.1931, naar een ontwerp voor de wijk van ir. M. Lens, vastgelegd en is een gevolg van de geografische gegevenheden van het hellende terrein. De straat klimt van de Naamsepoort naar de Parkpoort en voor de aanleg ervan diende de helling deels te worden uitgegraven, hetgeen de aanwezigheid van vele bel-etagewoningen met garage en kelder op de begane grond verklaart.
De bebouwing ontstond voornamelijk in de periode 1935-1939, maar naar het midden van de straat werden nog percelen opgevuld in 1949 (nrs. 1, 10-16, 13-15, architect Leo Dierickx) en in 1954 (nrs. 3, 11). Het straatbeeld heeft een bijzonder homogeen karakter. Beide straatwanden worden praktisch ononderbroken gevormd door bel-etage woningen van doorgaans drie bouwlagen uit baksteen, die nauw op elkaar aansluiten en de horizontale lijnvoering respecteren. De specifieke architecturale uitwerking van de individuele gevels is echter verschillend en het veelvuldige gebruik van in- en uitzwenkende gevelvlakken door middel van erkers, balkons en verdiepte portieken draagt bij tot de afwisseling en reliëfwerking. Ook versieringen met alternatieve metselwerkverbanden, bekledingen met kunststeen of ceramische tegels, gekleurde beglazingen of smeedwerk, differentiëren de gevels.
Het nr. 1 (architect Leo Dierickx, 1949) heeft in de bovenbouw een volledig verheven gevelvlak met bandvensters die afgeboord en opgedeeld worden door zuiltjes bekleed met bruine keramiektegels en versierd met vergulde mozaïekbanden. In het nr. 17 (architect Georges Decock, 1937), een subtiel spel van licht verheven borstweringen en licht verdiepte vensterpartijen. Georges Decock ontwierp ook het nr. 18 (1937), van twee traveeën en drie bouwlagen, waaraan, omwille van de berging en garage op de begane grond, een mansardeverdieping werd toegevoegd, en dat opvalt door een bakstenen pijler tussen beide verheven traveeën. In het nr. 21 van architect Leo Dierickx uit 1939 worden vensteropeningen en verheven borstweringen symmetrisch geplaatst rond een centrale afgeronde bakstenen pijler en gevat tussen zware, geprofileerde hardstenen onder- en bovendorpels. Door de specifieke hoekoplossingen (nr. 23, architect Georges Decock, 1938) met afgeschuinde en afgeronde hoeken waarbij de verheven geveldelen, boven- en onderdorpels horizontaal doorlopen worden verschillende straten met mekaar in verbinding gebracht. Verder nog voorbeelden van halfronde erkervolumes in nrs. 22, 24, en 32 van architect Georges Decock, 1936-1938. Het nr. 34 (architect Georges Decock, 1935) heeft dan weer een driezijdige erkeruitbouw uitlopend op een balkon met smeedwerk balustrade in de venstertravee, verticaal geleed door getrapte bakstenen pilasters en horizontaal door kunststenen muurbanden.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Bel-etagewoning
Omvat
Bel-etagewoning
Omvat
Bel-etagewoning
Omvat
Burgerhuis
Omvat
Burgerwoning
Omvat
Modernistisch burgerhuis
Omvat
Modernistisch woonhuis
Is deel van
Leuven
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Emile Mathieustraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/8123 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Leuven
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.