Collectief

BARO

ID
229
URI
https://id.erfgoed.net/personen/229

Beschrijving

Het Gentse Bureau voor Architectuur en Ruimtelijke Ordening (BARO) realiseerde in de periode 1967-1978 een uitgebreid oeuvre, dat vooral gekarakteriseerd wordt door realisaties in een brutalistische stijl. Het oeuvre van BARO vormt één van de meest toonaangevende en representatieve oeuvres uit de Gentse regio in die periode.

Historiek van het bureau

BARO ontstond omstreeks 1967 vanuit een samenwerkingsverband tussen architecten Eric Balliu (1936-2012) en Johan Baele (1943). Balliu en Baele hadden beiden architectuur gestudeerd aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent, en studeerden er respectievelijk af in 1959 en 1966. Eric Balliu had in de jaren 1960 al een zekere reputatie opgebouwd met een dertigtal woningen, restauratieprojecten en ook ontwerpen voor congres- en kantoorruimtes en een school (het Trappenhuis in Gent, 1966-1984). Johan Baele was een net afgestudeerd maar veelbelovend architect. Zo won hij in 1969 zowel de Godecharleprijs als de Grote Prijs van Rome.

Hun samenwerking werd omgedoopt tot het Bureau voor Architectuur en Ruimtelijke Ordening, kortweg BARO. Het bureau had een uitgesproken multidisciplinair karakter en er werd frequent samengewerkt met interieurarchitecten en beeldend kunstenaars. Rond 1970 vervoegde Louis Hagen het bureau als stagiair en vervolgens als medewerker en hoofd van de afdeling woningbouw. Anno 1971 bestond het bureau behalve Balliu, Baele en Hagen uit: Herman Van de Velde, Piet Bekaert, Marc Van Hoeteghem, Francine Bodderez en Yvan De Beule.

Het jonge bureau kende een grote productiviteit, zowel in binnen- als buitenland, en nam ook deel aan verschillende wedstrijden. Johan Baele bleef werkzaam bij BARO tot in 1975. In 1978 verlieten ook Eric Balliu en Louis Hagen het bureau. Alle drie bouwden ze een belangrijke carrière uit als docent, voornamelijk aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent. Balliu en Baele hielden zich in de periode na BARO slechts in beperktere mate bezig met de architecturale praktijk. Baele was actief als medewerker van onder andere Abscis, Balliu had vanaf 1988 een eigen bureau AAROS. BARO werd in 1979 overgenomen door André Bauwens. Sinds 2010 werden de activiteiten verder gezet in twee architectenvennootschappen, namelijk Architectenbureau Baro Consulting en Architectenbureau Baro Architectuur. Het bureau is tot vandaag actief en wordt geleid door André Bauwens, Geert Willemyns, Klaas Van de Sompel en Feije Gijsen.

Ontwerpprincipes en -filosofie

BARO streefde ernaar om door middel van kwaliteitsarchitectuur een maatschappelijk en politiek statement te maken binnen de veranderende toenmalige context. Hun ontwerpfilosofie steunde op vijf belangrijke punten:

  1. Standpunt: de sociaal-filosofische situering van een gegeven binnen het maatschappelijke gebeuren.
  2. Functie: objectief en kritisch benaderen van de programmagegevens van de opdrachtgever en deze met aandacht voor de onderlinge relaties samenbrengen tot een optimaal functioneel gedachte entiteit.
  3. Vorm: het ontlede programma wordt uitgedrukt in een (be)leefbare vorm, die in haar architecturale gestalte de objectieven van BARO representeert en goedgekeurd wordt door het volledige team.
  4. Structuur: deze zal volledig het logische gevolg zijn van gemaakte keuzes en zal het karakter van de definitieve vormgeving duidelijk maken.
  5. Tijd: het streven om de financiële planning en budgettering na te komen en de juiste keuzes op het vlak van materialen vast te leggen, gezien hun bepalende rol voor de structuur en de kostprijs.

De sociaal-maatschappelijke ambities van BARO pasten volledig in de toenmalige geest in navolging van het revolutiejaar 1968. Er ontstond een tendens onder architecten om zich af te zetten tegen het materialisme en het kapitalisme. Architectuur en keuzes op het vlak van materialen werden ingezet als een manifest en om een maatschappelijke visie te verkondigen, volledig in de lijn met de toenmalige tijdsgeest. Louis Hagen stelde in 1988: “Het jaar 1968 heeft bij sommigen een magische bijklank: door de jonge generatie werd gevochten om het resoluut herordenen van bestaande en nieuwe sociale en culturele waarden. Het zou al te flatterend zijn te beweren dat deze datum een diepe stempel op de architectuur in het Gentse zou hebben gedrukt. Niettemin moet worden opgemerkt dat zich in deze periode in en om Gent een impuls van architectonische vitaliteit heeft voorgedaan.” Deze vitaliteit beperkte zich tot opdrachtgevers en bewoners die eenzelfde visie deelden en de architect de kans gaven om zich te manifesteren als een dwarsligger.

Het oeuvre van BARO wordt vaak getypeerd als brutalistisch, hoewel het diverse invloeden en inspiratiebronnen verraadt. Brutalisme wordt vaak in verband gebracht met het typische, zichtbare materiaalgebruik van baksteen en beton(steen), en de aanwezige contrasten tussen de gebruikte materialen. Met dat ‘eerlijke’ en ruwe materiaalgebruik zetten de ontwerpers zich ook af tegen het toenmalige burgerlijke bouwen en de opkomst van fermettes, waarbij dure materialen werden ingezet als statussymbool. Het brutalistische aspect werd echter ook doorgetrokken in de algemene vorm en compositie van hun ontwerpen. Dit leidde vaak tot een architecturale plasticiteit die afweek van traditionele gevelcomposities. De realisaties verkregen zo een sculpturale kwaliteit, en kunnen beschouwd worden als totaalkunstwerken, soms zelfs als kunstobjecten an sich.

Toch was het brutalisme voor Baele en Balliu niet louter een vormelijke spielerei. BARO gebruikte het brutalisme en in het bijzonder een contrastrijk, zintuigelijk materiaalgebruik (ruw en glad beton, bakstenen en witte muren, marmer en hoogpolige wollen vloerbekleding) om het modernisme te verzoenen met de traditionele architectuur en om zo aansluiting te zoeken met de bewoners. Een ontwerp vertrok voor hen altijd vanuit het leven zelf en de bewoners. In dit centraal stellen van de mens en de maatschappij sluit BARO aan bij het structuralisme met architecten zoals de Nederlanders Aldo Van Eyck, Herman Herzberger en Piet Blom. Die laatste omschreven Balliu en Baele zelf trouwens al in 1971 als meest verwante architect.

BARO verduidelijkte het in 1971 als volgt: “(…) we bouwen altijd voor een familie. In het huis moeten alle gezinsleden zich op hun eigen wijze kunnen ontplooien. We streven daarom naar een kontinue, polivalente woning, samengesteld uit verschillende ruimten, die elk een eigen sfeer hebben. Men moet er referentie mee hebben, het kunnen beschrijven, zich er in kunnen verliezen en terug vinden. Het mag tot niets verplichten en moet alles mogelijk maken.”

Dit resulteerde in een verhoging van de ruimtelijke complexiteit en in het maximaliseren van de bewoonbare oppervlakte binnen een relatief beperkte grondoppervlakte. In dit aspect was ook een invloed merkbaar van het modernisme uit het interbellum en in het bijzonder Gaston Eysselincks eigen woning in Gent uit 1931. Voorbeelden hiervan zijn het gebruik van inpandige binnenruimtes, de aanwezigheid van een buitentrap, opgehoogde volumes rustend op pilotis en een vloeiende ruimte, onder andere door het aantal binnendeuren te reduceren tot een uiterst minimum.

Ook het werk van tijdgenoten getuigt van deze ruimtelijke dynamiek, zoals het bevriende Gentse architectenbureau van Johan Raman (1940-2016) en Fritz Schaffrath (1944). Gemeenschappelijke karakteristieken zijn de creatie van ruimtelijke variatie en tussengebieden, onder andere door het gebruik van splitlevels, een overwogen lichtinval, trappen en wisselende niveauhoogtes, en een sculpturale uitwerking van de haard. Daarbij aansluitend werd sterk ingezet op de beleving van de ruimtes en de circulatie binnen de woning, in de lijn van Le Corbusiers promenade architecturale. BARO had aandacht voor een spel tussen spanning en ontspanning, en voor contrasten tussen vernauwing, afscherming en intimitiet, ten opzichte van openheid en doorzichten.

De aanwezigheid van verschillende sferen en gradaties op het vlak van beleving, functie en privacy liet zich niet enkel voelen in het interieurontwerp, maar evenzeer in de tuinaanleg. Bij sommige ontwerpen, zoals de architectenwoning van Louis Hagen was deze in handen van de progressieve landschapsarchitect Christian Vermander (°1945) van het Studieburo voor Vrije Ruimten en Groenvoorziening. In diverse andere ontwerpen van BARO was deze aandacht ook aanwezig in de integratie van binnentuinen en terrassen binnen het bouwvolume, plantenbakken en subtiele, weloverwogen zichten tot de buitenruimte en terrassen.

Hoogtepunten van het oeuvre

Het bureau BARO realiseerde tussen 1967 en 1975 een 50-tal woningen in België en Italië, winkelcomplexen, schoolgebouwen en een vakantiedorp in Sardinië. Een aantal van deze realisaties kwam tot stand in samenwerking met de Sardijnse architect Romano Antico die een blijvende invloed zou uitoefenen, met name op Balliu. De hoogtepunten van het bureau zijn representatief voor de Gentse brutalistische architectuur van die periode, maar het bureau oversteeg het lokale belang ruimschoots. Zo werd BARO bijvoorbeeld opgenomen in het referentiewerk, het Repertorium van de architectuur in België van 1830 tot heden.

In het Repertorium omschrijft Norbert Poulain de Woning Goethals (1968-1969) in Ledeberg, als één van de bekendste en meeste representatieve realisaties van BARO. Ook volgens Geert Bekaert is dit de meest toonaangevende woning omwille van de gedurfde brutalistische vormentaal. Marc Dubois omschrijft ze als hun eerste belangrijke realisatie (1985) en hun meest brutalistische (1988) en sterkste woningproject (2008). Woning Goethals is een representatief voorbeeld van de tientallen woningen die BARO eind jaren zestig en begin jaren zeventig realiseerde. En ook voor het ruimere kader van de naoorlogse architectuur in Gent is de Woning Goethals van betekenis. De sculpturale, dynamische vormgeving met een betonnen buitentrap, een vooruitspringend terras, een kruising van balken en ruw baksteenwerk, vormt een belangrijke blikvanger. Zo namen Jo Raman en Fritz Schaffrath hun cliënten eind jaren zestig mee naar deze woning om hen te overtuigen van de toenmalige vernieuwingen in de architectuur.

Marc Dubois’ publicaties vermelden ook steeds de Woning Gardelein (1967-1968) in Sint-Amandsberg, maar deze woning werd recent verbouwd. Andere realisaties ondergingen eveneens ingrijpende verbouwingen. Voorbeelden hiervan, die in mindere of meerdere mate zijn verbouwd, zijn de fabriek Meca-Pneumatics (1968-1969) in Wondelgem, Woning en winkel Floralis (1970) in Ledeberg en de school Het Trappenhuis (1966-1984) in Gent. Poulain vermeldt eveneens een winkelcentrum (1967) in Muravera (Sardinië) als een interessante realisatie.

Het bureau ontving verschillende onderscheidingen voor hun realisaties. Eén daarvan was de tweejaarlijkse Internationale Prijs voor Architectuur Eternit, die er sinds 1970 naar streefde om “bouwwerken met bijzondere architektonische kwaliteiten, zowel op estetisch, funktioneel als technisch gebied te onderscheiden”. BARO won in 1972 de tweede prijs met het ontwerp van een eengezinswoning te Lovendegem. In 1974 werd de omvorming van de Dokter Verdurmenschool in Sint-Niklaas tot Woning Wymeersch bekroond met de speciale prijs Project using Eternit products. De beschrijving van de ruimtelijkheid van dit project zou in feite perfect getransponeerd kunnen worden naar diverse andere realisaties van BARO: “De aard van de intermenselijke relaties in het gezin leidde tot openheid in het plan, alhoewel toch de mogelijkheid tot keuze bleef bestaan voor het verblijf in gezins- of individueel verband. Deze keuzevrijheid in geborgenheid herhaalt zich in de woonfunctie die is uitgesplitst in gedifferentieerde sferen met echter het behoud van de onderling visuele relaties: intiem samen rond een houtvuur in een halfverstopt hoekje onder trap, het buiten-maar-toch-binnenzitten in de namiddagzon met de voelbare aanwezigheid van de andere bewoners”.

  • BEKAERT G. en STRAUVEN F. 1971: Bouwen in België 1945-1970, Brussel, 258-259.
  • BEKAERT G. 1995: Hedendaagse architectuur in België, Tielt.
  • BOSSCHEM J. en VIAENE P. (red.) 2001: 1751-2001, 250 jaar architecten van de Academie Gent, Gent.
  • DUBOIS M. 1985: Van stad tot regio, van rijwoning tot villa, in: POULAIN N., DESEYN G., DUBOIS M., FREDERICQ-LILAR M., LALEMAN M.C., VAN CLEVEN J. en VAN TYGHEM F. (red.), Gent & architectuur, trots, schande en herwaardering in een overzicht, Brugge, 109-126.
  • DUBOIS M. 1996: De rijwoning. Een woningtype met een rijk verleden en een toekomst, Vlaanderen1, 8-32.
  • DUBOIS M. 2008: De burgerwoning in Gent na 1945, in: VERHOFSTE A-M. (ed.), Stadsmussen onder dak. Wonen in Gent van 1914 tot 2000, Gent, 52-69.
  • DE KOONING M. (red.) 1988: Architectuur als Buur. Panorama van Gent en omstreken 1968-1988, Gent.
  • GROOSMAN J. 1996: Erik H. Balliu, architect : een interview/portret, Gent.
  • KDK A. 1971: Woningen in het Gentse, Baksteen 3, 1-5.
  • POULAIN N. 2003: BARO, in: VAN LOO A. e.a., Repertorium van de architectuur in België van 1830 tot heden, Antwerpen, 139.
  • N. 1971: Habitation. Hundelgemsesteenweg 502 à Ledeberg, Environnement 3, 125-126.
  • N. 1973: Internationale Tweejaarlijkse Architectuurprijs Eternit 1972, Wonen 57, 36.
  • N. 1974: Dossier Internationale prijs voor architectuur 1974 Eternit, A+ 8, 17.
  • Mondelinge informatie verkregen van architect Louis Hagen (5 oktober 2018).

Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/44021/143.1, Woning Goethals., Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/44021/145.1, Architectenwoning Louis Hagen.
Auteurs: Verhelst, Julie; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Erfgoedobjecten

Ontwerper van

Architectenwoning Louis Hagen

Nijverheidskaai 43 (Gent)
De architectenwoning van Louis Hagen is gebouwd volgens een bouwaanvraag van 1974. Het ensemble wordt bijkomend versterkt door het weloverwogen tuinontwerp van Christian Vermander, Buro voor Vrije Ruimten en Groenvoorziening, later Buro voor Vrije Ruimte.


Bedrijfsgebouw Meca Pneumatics

Liefkensstraat 35, 35A-G (Gent)
Bedrijfsgebouw van MECA pneumatics, gebouwd naar een ontwerp van architecten Eric Balliu en Johan Baele uit 1969 in hun kenmerkende, brutalistische baksteenstijl. Het gebouw is opgevat als een dynamisch volume van hoofdzakelijk één bouwlaag onder een plat dak, voorzien van een gedeeltelijke bovenverdieping onder een lessenaarsdak en van geometrische volumes en sculpturale accenten.


Directeurswoning Van den Hove

Liefkensstraat (Gent)
Villa, ontworpen in 1969 in opdracht van M. Van den Hove naar plannen van het architectenbureau BARO, ondertekend door Eric Balliu. De woning was de directeurswoning van het industrieel complex van Meca Pneumatics, dat gelijktijdig tot stand kwam ten noordoosten van de woning. Woning Van den Hove is opgevat als een dynamische compositie van strakke bakstenen volumes van één en twee bouwlagen onder platte daken, verlevendigd met betonelementen.


Feestpaleis - Volkshuis - De Verbroedering

Stationsstraat 21 (Ronse)
Imposant complex met café, feestzaal en burelen van de socialistische coöperatieve "De Verbroedering - La Fraternelle" opgericht 28.12.1896 in de Beukenlaan. Sinds 1907 in de zogenaamde "oude Verbroedering" in de Joseph Ferrantstraat met danszaal, café en bakkerij, in 1925 verhuisd naar huidige locatie.


Kindertuin met dagverblijf en lagere school Het Trappenhuis

Lucas Munichstraat 29, Schoolkaai 23 (Gent)
Kindertuin met dagverblijf en lagere school, volgens de bouwplannen van 1974 gebouwd in twee fases naar ontwerp van het Gentse architectenbureau BARO in opdracht van de stad Gent.


Villa De Geyter-Stocké

Belgiëlaan 35 (Gent)
Vrijstaande woning in brutalistische stijl, in 1968 ontworpen door het bekende, vooruitstrevende architectenbureau BARO. Kenmerkend voor het brutalisme van BARO zijn de expressieve volumewerking en de combinatie van zichtbare baksteen in combinatie met een aantal elementen uit zichtbeton.


Woning Bracke-Cornelis

Gustaaf Carelshof 65 (Gent)
Villa gebouwd omstreeks 1968 in opdracht van Jan Bracke-Cornelis, naar een ontwerp van het 'Bureel Balliu – Baele – architecten'. De woning is vandaag bewaard als een uiterst herkenbaar ontwerp. Dynamisch vormgegeven, bakstenen villa van twee bouwlagen onder een plat dak, verlevendigd door uitbouwen en uitkragende, betonnen waterspuwers.


Woning Bruyneel

Boesbeeklaan 22 (Gent)
Bel-etagewoning naar ontwerp van het vooruitstrevende architectenbureau BARO, hier vertegenwoordigd door Eric Balliu, uit april 1971. De modernistische rijwoning met brutalistische inslag heeft een bakstenen straatgevel, voorzien van een beperkt aandeel zichtbeton en wordt gemarkeerd door een gevelhoge smalle insprong aan de rechterzijde.


Woning De Clercq

Luchterenkerkweg 173 (Gent)
Woning gebouwd in opdracht van Joseph De Clercq, naar een ontwerp uit 1967 van architecten Eric Balliu en Johan Baele. In 1969 ontwierp het architectenbureau van Balliu en Baele, BARO, een uitbreiding van de woning met een achterliggend magazijn. Woning De Clercq is een representatieve en vroege realisatie van BARO en getuigt van hun kenmerkende brutalistische stijl.


Woning De Deken met privé-kunstgalerij

Rijvisschepark 1 (Gent)
Eengezinswoning met privé-kunstgalerij, volgens de bouwaanvraag van 1970 ontworpen door het Gentse architectenbureau BARO, in opdracht van Maurice en Lucienne De Deken. Het gepensioneerde koppel De Deken beoefende en verzamelde kunst en wenste in hun eigen woning een ruimte om hun kunstobjecten te integreren.


Woning Elewaut

Atletiekplein 7 (Gent)
Halfopen bebouwing, gerealiseerd in opdracht van Etienne Elewaut naar een ontwerp van het Gentse architectenbureau BARO uit 1973. De woning is representatief voor de brutalistische baksteenarchitectuur van dit bureau. Het bakstenen volume omhult een dynamische inwendige structuur van zeven splitlevels.


Woning Gardelein

Isidoor De Vosstraat 106 (Gent)
Onderkelderde eengezinswoning, in 1968 ontworpen door het Gentse architectenbureau BARO dat in 1967 werd opgericht door architecten Eric Balliu en Johan Baele. De woning werd gebouwd in opdracht van de familie Gardelein – Francoys.


Woning Goethals met winkel

Hundelgemsesteenweg 220 (Gent)
Halfopen woning met winkelruimte en bureau in een brutalistische stijl, in 1968 ontworpen door het architectenbureau BARO. De bouwheer, Aimé Goethals, was zaakvoerder van de winkel Deurop, gespecialiseerd in de verkoop van binnendeuren. BARO ontwierp voor hem een woning met een toonzaal en een bureau, afgescheiden van de woongelegenheid.


Woning Mariën

Koekoeklaan 54 (Gent)
Woning, gebouwd in opdracht van de heer en mevrouw Mariën naar een ontwerp van BARO. De plannen dateren van juli 1973, werden getekend door Louis Hagen, maar nagezien en ondertekend door Eric Balliu. Het ontwerp sluit aan bij de brutalistische baksteenarchitectuur van BARO en valt voornamelijk op door de dynamische vormgeving en dito planindeling.


Woning Steyaert

Atletiekplein 8 (Gent)
Halfopen bebouwing, gerealiseerd in opdracht van Dirk Steyaert naar een ontwerp van het Gentse architectenbureau BARO uit 1976. De woning is representatief voor de brutalistische baksteenarchitectuur van dit bureau. Het volume onder een half schilddak omhult een structuur met zeven verspringende niveaus en een open planindeling.


Woning Van der Plaetsen

Melkweide 36 (Gent)
Villa gebouwd voor de heer en mevrouw Jozef Van der Plaetsen-Maertens, volgens bouwplannen van architectenbureau BARO uit 1970. De plannen waren uitgewerkt en ondertekend door Johan Baele en nagezien door Herman Van de Velde. De villa is opgebouwd uit een dynamische schakeling van verspringende, strakke, een- en tweelaagse volumes onder platte daken.


Woning Van Massenhove

Sierheesterlaan 14 (Gent)
Vrijstaande woning van twee bouwlagen, in 1969 ontworpen door het Gentse architectenbureau BARO. De villa werd ontworpen in opdracht van Fernand Van Massenhove en is gelegen vlakbij het Roelandpark, een boszone die aansluit bij het park van het kasteel Van Tieghem de ten Berghe.


Woning Van Rompaey

Botestraat 103 (Gent)
Woning naar een ontwerp uit 1972 van Louis Hagen, die werkzaam was binnen het Gentse architectenvennootschap BARO, Buro voor architektuur en ruimtelijke ordening. Woning Van Rompaey getuigt van een grote eenheid tussen interieur en exterieur, en van een dialoog met de tuin en de oriëntatie.



Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: BARO [online], https://id.erfgoed.net/personen/229 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.