Van Burg naar Langestraat. Naamgeving, sinds 1305, verwijst naar de hoogte van de Casselberg leidend naar de Molenbrug waar oorspronkelijk een molen stond bij het Vuldersreitje. Eén van Brugges oudste en belangrijkste verkeerswegen, vermoedelijk deel uitmakend van Romeins wegtracé Oudenburg-Aardenburg. Vanouds belangrijke straat met residentiële woonfunctie ten oosten van administratief en religieus centrum (zie Burg). Marcus Gerards (1562) tekent woningen met schermgevels en grote patriciërswoningen onder meer het "Huis de Zeven Torren" ook afgebeeld bij A. Sanderus (1641) en op het schilderij "Septem admirationes civitatis Brugensis" toegeschreven aan P. Claeissens (circa 1550). Grote panden met tuinen reikend tot de Groenerei voorzien van onder meer prieeltjes, tuinpaviljoentjes of achterhuizen aan oever van de rei. Kleinere percelen tussen Mee- en Peerdenstraat resultaat van verkaveling tussen 1170 en 1183 met als doelstelling het gebied optimaal als woonzone te gebruiken. Belangrijke woonwijk met burgerwoningen verdergezet in de 19de eeuw, zie herenhuizen met bepleisterde en beschilderde lijstgevels. Thans diverse functies onder meer horeca-, woon- en handelsfunctie, laatst genoemde ingezet in de 19de eeuw leidt tot opeenvolgende verbouwingen van de begane gronden tot winkelpui.
Gekasseide straat met nagenoeg recht tracé. Gietijzeren ophangingspunten van kabels aan gevels verwijzen naar voormalige tramlijn nummer 3, van 1913 tot 1951 in gebruik. Straat eindigt bij Molenbrug, reeds in 1291 vermeld. Bij het uitgraven van de Coupure in 1751 werd de stenen brug vervangen door een houten en nadien door een ijzeren draaibrug. De huidige brug dateert van 1976.
Basisbebouwing van zowel diep- als breedhuizen van respectievelijk twee à vier traveeën en vier à twaalf traveeën en twee à twee en een halve bouwlaag onder schild- of al dan niet afgewolfd zadeldak. Oudste kern opklimmend tot de 13de eeuw. Aan het 16de- tot 17de-eeuwse straatbeeld beantwoorden onder meer nog enkele diephuizen met trapgevel zie nummers 26, 31, 33 en 42; doch weinig oorspronkelijke elementen onder meer ten gevolge van verfraaiende historiserende restauraties. Opvallend aantal recent gekaleide/beschilderde trapgevels onder meer ossenbloedrood links van nummer 13, 31, geel nummer 33, grijs nummer 26. In de loop van de 19de eeuw verbouwen van diephuizen waarvan punt- en trapgevels vervangen worden door lijstgevels zie nummers 23 (1834), 30, 32, 39, 44, 45, 46, 47, 48. Voorts nieuwbouw geïnspireerd op enerzijds 16de-eeuwse uitzichten, onder meer nummer 24 van 1922, nummer 43 van 1906 opgetrokken als "Kunstige Herstelling", en anderzijds op 18de-eeuwse uitzichten zie nummer 22 klokgevel van 1967 naar ontwerp van architect G. Maene (Brugge) met behouden zijgevel voorzien van gedrukte rondboogfries op kraagstenen; nummer 38 van 1954 en nummer 40 van 1957.
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 43/1834, nummer 291/1906, nummer 28/1922, nummer 835/1954, nummer 896/1954, nummer 35/1957, nummer 114/1967.
- DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 124-136.
- RYCKAERT M., Historische stedenatlas van België. Brugge, Tielt, 1991, p. 68.