De Bosmanslei loopt van de Arthur Goemaerelei naar de Jan Van Rijswijcklaan. De straat werd in 1904 aangelegd, in het kader van een nieuwe verkaveling op de gronden van de Maatschappij Belpaire & C°. Deze vastgoedoperatie, had de creatie van een voorname residentiële wijk tot doel, als uitbreiding van het Leikwartier en bestemd voor de hogere burgerij. Het aanlegplan omvatte twee parallelle lanen, de geknikte Arthur Goemaerelei en de rechtlijnige Van Putlei, verbonden door een dwarse laan, de Bosmanslei. Het 'rond punt' op de kruising van de Bosmanslei en de Van Putlei vormde het centrum van de nieuwe wijk, die in 1911 werd aangesloten op de nieuw aangelegde Jan Van Rijswijcklaan. Mede door haar ligging in het voorname Leikwartier, en de royale perceelstructuur, groeide de wijk al snel uit tot de zuidelijke tegenhanger van Zurenborg. Dit wordt weerspiegelt in het profiel van de bouwheren, die de hogere geledingen van de maatschappij vertegenwoordigden. Tot de bewoners behoorden zakenlui en bedrijfsleiders onder meer uit de maritieme sector, bankiers, consuls, magistraten, hoge militairen en de gebruikelijke renteniers. Een aparte categorie vormen de kunstenaars die zich in de wijk vestigden, waaronder zowel schilders, musici als letterkundigen, naast de hoofdredacteuren van enkele Antwerpse kranten. Van de architecten die zelf in de wijk actief waren, bouwden Richard en Florent Vaes, Joan Coninck Westenberg, Daniël Rosseels, Hendrik Delvaux, Michel De Braey en Laurent Duvivier, hier ook hun eigen woning. Dat de Franse zusterorde 'Dames de Sion' in de Arthur Goemaerelei een pensionaat voor meisjes van stand oprichtte, wijst eveneens op de bevoorrechtte status van de wijk.
De straat is genoemd naar René Bosmans (1850-1903), advocaat en liberaal Schepen van Openbare Werken in opvolging van de overleden Arthur Goemaere. De kavels hadden verplichte voortuinen afgesloten door een smeedijzeren sierhek, en kwamen zowel in aanmerking voor aaneengesloten rijbebouwing als voor halfopen bebouwing. Waar nog vóór het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog zowat alle van de vijfendertig beschikbare percelen bebouwd waren, werden de laatste drie kavels ongeveer gelijktijdig ingevuld in 1922. De bebouwing bestaat uit voorname burgerhuizen, afgewisseld met riante, halfvrijstaande herenwoningen, waarvan de meest imposante panden zich centraal in de omgeving van het ‘rond punt’ bevonden. Uitgerekend daar sloeg de slopershamer in de jaren 1960 ongenadig toe, voor de bouw van flatgebouwen van hoge standing. De oostflank van het 'rond punt', tot dan dominant ingenomen door de gekoppelde cottagevilla's van de familie Belpaire, de vroegere eigenaars van de gronden, ging als eerste tegen de vlakte, later gevolgd door de aansluitende percelen van de onpare zijde richting Jan Van Rijswijcklaan.
De eerste bouwaanvragen voor de Bosmanslei dateren van 1905-1906, maar het gros van de bebouwing kwam omstreeks 1910 tot stand. Ook vandaag wordt het straatbeeld nog in grote mate bepaald door pittoreske, op de 'Old English'-stijl geïnspireerde cottagevilla’s, vooral dan deze van de architecten Richard Vaes en zijn zoon en schoonzoon Florent Vaes en Joan Coninck Westenberg, zoals de huizen Marsily, Magée en van der Groen. In het eerste en laatste straatgedeelte is de densiteit van aaneengesloten rijbebouwing groter, met vooral conventionele eclectische burgerhuizen van klassieke inspiratie, naast enkele meer eigentijdse art-nouveaupanden. Opmerkelijk is het veralgemeend gebruik van natuursteen of baksteen als gevelbekleding, vanwege een verbod op gevelbepleistering in het bouwreglement. Naast het gevarieerde en kleurrijke materiaalgebruik, en het levendige profiel van de architectuur, is het belangrijkste kenmerk de decoratieve gevelbehandeling, vaak in een asymmetrische compositie, met erkers of bow-windows, smeedijzeren balkons, risalieten en geveltoppen. Tot de meest opmerkelijke residenties behoort verder het hotel Villinger in neo-Lodewijk XVI-stijl, een ontwerp van de Duitse society-architect Paul Schulze-Naumburg. Opvallend is ook de groepsbebouwing in art-nouveaustijl aan de westflank van het 'rond punt', een gezamenlijke realisatie van Daniël Rosseels en het bureau Vaes en Westenberg. Gesloopt werden de reeds vermelde gekoppelde cottagevilla’s Belpaire door Richard Vaes op nummers 17-19 uit 1907, de verwante cottagevilla van scheepsbouwer Robert Murdoch door Jan Jacobs op nummer 21 uit 1905, en de gekoppelde cottages Béliard en Laroche door Vincent Cols en Jules De Roeck op nummers 23-25 uit 1922. De flatgebouwen die hier voor in de plaats kwamen zijn het werk van François Hertoghe in opdracht van bouwpromotor Entreprises Amelinckx uit 1962-1965 (nummers 17-19), Albert van Loon uit 1965 (nummer 21) en Jos. W. Van Noten uit 1968 (nummers 23-25).
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1907#793 (nr. 17-19), 1905#1357 (nr. 21), 1922#13552 en 1922#13517 (nummer 23-25), 18#44206 en 18#48159 (huidig nummer 17-19), 18#48239 (huidig nummer 21), 18#51239 (huidig nummers 23-35).