erfgoedobject

Trimpontbos en omgeving

landschappelijk geheel
ID
308983
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/308983

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd cultuurhistorisch landschap Trimpontbos en omgeving
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

Fysische geografie

Geologie en bodem

Het uitgesproken reliëf van de Vlaamse Ardennen wordt gekenmerkt door de west-oost gerichte heuvelrij die in het zuiden van de provincie Oost-Vlaanderen loopt. Tot deze heuvelrij behoren onder andere de Kluisberg, Muziekberg en Pottelberg. Enkel deze toppen weerstonden gedurende miljoenen jaren erosie, en zijn zo getuigen van een heel oude toestand. Buiten de Vlaamse Ardennen loopt deze lijn verder naar het westen en naar het oosten door. De restheuvels maken deel uit van de Vlaamse Heuvelstreek. De heuvelrij kent nogal wat ijzerzandsteen nabij de top. Ter hoogte van Brakel zijn dit de Pottelberg en Modderode (Mont de Rhodes). De datering van de restheuvels is nog hypothetisch maar worden nu gedateerd als boven-Eoceen (37 tot 34 miljoen jaar geleden) aan de hand van zand vuursteenkeien, die verband houden met Pyreneese tektonische fase. Een zandige, kustnabije afzetting vormt een langgerekt zandlichaam met een wat grovere zandsamenstelling dan de omgevende sedimenten. Deze interne opbouw zou aan de oorsprong liggen van de heuvellijn. Het regenwater zinkt makkelijker in de bodem wanneer die zandig is, waardoor die plaatsen minder eroderen. Eenmaal een begin van heuvels gevormd, kan er ook aaneenkitting van het losse zand door limoniet plaatsvinden. De cementatie vormt gelaagde of compacte ijzerzandstenen, die bij verdergaande opheffing en erosie bijdragen tot het behoud van heuvels.

Het gebied van het Trimpontbos en omgeving ligt op de oostelijke flank van de restheuvel waar het Livierenbos-Hayesbos zich op bevindt. De vallei van de Terkleppebeek snijdt het reliëf in. Het hoogste punt van dit boscomplex bevindt zich op 139 m ter hoogte van Motte in Vloesberg.

De steile valleihelling ten zuiden van de Molenbeek tussen Trimpont en Kapellen omvat een gekarteerde grote grondverschuiving met een diep schuifvlak van ongeveer 4 ha. Ten oosten daarvan ligt een complexe grondverschuiving met ondiep schuifvlak van ongeveer 5900 m2.

Bodemkundig hoort het gebied tot het leem- zandleemgebied. De hogere kouters hebben een dik dek van droge leem. De hellende overgangen naar de valleien zijn gekenmerkt door matig droge tot matig natte zandleembodems of leembodems. De bronzones hebben een variatie van textuur, draineringstoestand en profielontwikkeling. De valleibodems bestaan uit (zeer) natte leembodems.

Door de topografie zijn de percelen op de steilste stukken het meest gevoelig voor erosie. De meeste percelen die grenzen aan de bossen zijn zeer hoog of hoog erosiegevoelig.

Topografie en hydrografie

Verschillende bronnen, waarvan de meeste onder bos liggen, voeden de twee waterlopen van de Terkleppebeek-Molenbeek die net ten noorden van de ‘Trimpontboom’ samenvloeien. De beken hebben een natuurlijke loop en meandering. De scherp ingesneden valleien hebben het landschap vorm gegeven.

Het brongebied van de Terkleppebeek bevindt zich ter hoogte van Pevenage op ongeveer 92 m TAW. Het bronamfitheater van de Terkleppebeek ter hoogte van Pevenage gaat over in een vallei met een steile zuidelijke helling met heel wat solifluctie. De noordelijke helling is minder steil en bevat een netwerk aan hoger gelegen bronnen die via kleine waterloopjes de beek voeden.

De bron van de zuidelijk Molenbeek ligt in Wallonië. De zuidelijke Molenbeek ontspringt in het gehucht La Motte op eveneens dezelfde hoogte. Ook hier is de zuidelijke valleiflank steil en de noordelijk valleiflank, die tot bijna aan de waterloop zelf in akker- en weiland ligt, is minder steil.

Ter hoogte van Trimpont vloeien beide beken samen. Deze Molenbeek loopt verder in oostelijke richting om in Geraardsbergen in de Dender uit te monden. De hoogte tussen het Trimpontbos en het Hayesbos is tevens de waterscheidingslijn tussen het Scheldebekken en het Denderbekken.

In de boscomplexen op de steile valleihellingen bevinden zich, net ten zuiden van een opvallend talud, verschillende bronnen. Deze bronnen liggen min of meer op dezelfde hoogte. De kleine waterloopjes takken aan de Terkleppebeek-Molenbeek. De bronbossen hebben een opvallend microreliëf.

Ontginningsgeschiedenis

Ten westen van het Trimpontbos ligt het grotere Bois de la Louvière (Livierenbos), dat reeds vermeld wordt in 1195 (‘silva de louire’). Het is aannemelijk dat het huidige Trimpontbos in de vroege middeleeuwen verbonden was met het Livierenbos en er integraal deel van uitmaakte. Op de kaarten van Villaret (1744-1748) en Ferraris (1771-1778) is te zien dat een uitloper van het Livierenbos nog in verbinding stond met wat later het Trimpontbos genoemd zou worden.

Het Livierenbos behoorde tot het Poodsbergboscomplex, gelegen op de toppen van de Muziekberg, Pottelberg en Mont de Rhodes (Modderodde). Het Poodsbergbos was rond 1250 nog onderdeel was van een groot bos op de oostelijke heuvelkam van de Vlaamse Ardennen. De verbinding tussen het Livierenbos en het Trimpontbos is in de 19de eeuw verdwenen door ontbossingen.

Het Trimpontbos is vernoemd naar het gehucht Trimpont. De plaatsnaam Trimpont komt niet alleen voor in Everbeek maar ook in de naburige Waalse dorpen Papignies en Wannebeq. De oudste attestatie van de plaatsnaam dateert van 1228 (Thiripont). Over de etymologie van ‘Trimpont’ bestaan verschillende hypotheses. Carnoy (1948-49) geeft twee verklaringen op: trinum pontem ‘drievoudige brug’ en trin=tri=tré pontem ‘over de brug’. Van Durme (1996) verklaart de plaatsnaam als ‘Thiery-pont’, de brug van Thiery, en vermoedt dat het moedertoponiem gezocht moet worden in Papignies. De plaatsnaam Trimpont in Everbeek zou dus een migratienaam zijn. Van Trimpont (1996) steunt deze hypothese.

De huidige namen van de Everbeekse bossen (het Steenbergbos, het Hayesbos en het Trimpontbos) zijn vrij jong. Ze gaan niet verder terug dan het begin van de 19de eeuw. In de 18de-eeuwse legger van Everbeek komen de namen van deze bossen niet voor. In plaats daarvan vinden we andere namen, zoals het Hooghbosch en het Abbensbosch. Waar deze bossen precies lagen en of ze samenvielen met de huidige bossen, is niet bekend.

De oudste vermelding van het Trimpontbos dateert uit het tweede kwart van de 19de eeuw (Bois dit Trimpont, Primitief Kadaster). In de 18de-eeuwse legger van de heerlijkheid Everbeek worden weliswaar verschillende bospercelen in het gehucht Trimpont vermeld, maar de naam ‘Trimpontbos’ komt er niet in voor. De legger vermeldt wel het ‘Hoog Trimpontsvelt’ en het ‘Neder Trimpontsvelt’, alsook het gehucht Trimpont. De bospercelen van het gehucht Trimpont hadden geen bijzondere naam. Ze waren vrij klein en behoorden toe aan verschillende eigenaars.

In de tweede helft van de 18de eeuw groeide de bevolking van de Oostenrijkse Nederlanden sterk aan. Hierdoor stegen de prijzen van graan en andere levensmiddelen. Het landbouwareaal werd uitgebreid ten koste van het bos. Ook in Everbeek werden verschillende bossen en bospercelen ontgonnen. Zo besloot graaf de Fourneau de Cruquembourg in 1780 een van zijn bossen in Everbeek, het ‘Bois du Cauroit’, te kappen en om te vormen tot landbouwgrond. Alvorens de bomen te kappen, liet de baljuw van de graaf de waarde van de bomen schatten door drie houthandelaars. Zij schatten de waarde van het bos op 8000 Henegouwse ponden, en ze telden er 344 bomen van verschillende soorten ‘exceptés les petits arbres sur grain qui pourront être transplantés ailleurs’.

Uit de 18de-eeuwse legger van Everbeek blijkt dat de bospercelen in het gehucht Trimpont toebehoorden aan verschillende eigenaars. De meeste bospercelen waren kleiner dan 150 vierkante roeden (ca. 0,5 ha). In Everbeek lagen verschillende akkers en moestuinen die voorheen bos waren. Dit wijst erop dat heel wat bospercelen in de loop van de 18de eeuw zijn ontgonnen. Ondanks deze ontginningen bleef Everbeek een bosrijke gemeente. In 1833 was 10 procent van de oppervlakte van Everbeek nog steeds bebost, zoals Vandermaelen (1833) vermeldt (zie verder).

Tijdens de landbouwcrisis van 1845-1850 werd een groot deel van het Trimpontbos gerooid en omgevormd tot akkerland, zoals blijkt uit de kadastrale legger van Everbeek, gepubliceerd door P.C. Popp. In het noordelijke deel werd beduidend meer bos ontgonnen dan in het zuidelijke deel. Het Trimpontbos was niet het enige bos dat in de jaren 1845-1855 grotendeels ontgonnen werd. Ook het Bos t’Ename onderging in die jaren hetzelfde lot. Toen de landbouwcrisis voorbij was, werden de meeste gerooide percelen weer bebost. De herbebossing verliep vrij snel, zoals te zien is op de topografische kaart van 1864. Sommige gerooide percelen bleven echter in gebruik als akkerland.

In het laatste kwart van de 19de eeuw en het eerste kwart van de 20ste eeuw werden verschillende akkers en tuinen aan de rand van het Trimpontbos bebost, waardoor de beboste oppervlakte verder toenam. Ten minste drie boerderijtjes of boerenarbeidershuizen aan de rand van het bos werden gesloopt. Deze percelen zijn nu bos.

Vandermaelen (1833) vermeldt dat een tiende van de oppervlakte van de gemeente Everbeek bestond uit hakhout met overstaanders (bois taillis) en hooghout (futaie). Het hakhout bestond uit haagbeuk, hazelaar, els en berk; de overstaanders en het hooghout bestonden voornamelijk uit eik, ‘bois blanc’ (witte of grauwe abeel en esp) en populier. Er waren ook enkele slechte grienden (quelques mauvaises oseraies). De bodem in Everbeek was niet van de beste kwaliteit. Veel percelen werden niet geploegd maar gespit. Bijna alle percelen werden door kleine boeren bewerkt. Er waren weinig woeste gronden.

Houtige beplantingen

Op de bosgrens van het Trimpontbos en Lobesbos staan kaphagen van haagbeuk, wat mogelijk wijst op het markeren van oude eigendoms- of gebruiksgrenzen. Op verschillende perceelsgrenzen en langs (voet)wegen staan knotbomenrijen van haagbeuk, wilg en gewone es. Het erf Pevenage 10 en Trimpont 14 zijn afgeboord door een kaphaag van haagbeuk. Een opgaande notelaar staat centraal op het erf van Trimpont 14, een hoeve met bakhuis. De mooi gevormde notelaar staat tussen het boerenhuis en het bakhuis.

Langs Trimpont staat op een talud in een bocht een grote houtkant bestaande uit essenhakhoutstoven. In de vallei van de Terkleppebeek staat een herdenkingsboom met houten kruis op het talud van de weg Trimpont. De zomereik 'Trimpontboom' staat op de hoek van een wandelpad dat langs het Trimpontbos omhoog loopt.

Langs Pevenage staat een rij opgaande Marilandica-populieren. Bij Trimpont 10 staat een omvangrijke linde als hoekboom of schermboom.

Perceelsrandbeplantingen van geschoren (gemengde) hagen boorden de erven of de hoogstamboomgaarden af. Verschillende geschoren meidoornhagen langs de weg Trimpont zijn nog relatief jong maar passen mooi in het landschap.

Wegenpatroon

Op de Atlas der Buurtwegen (1841) is er een dicht stelsel aan voetwegen gekarteerd. Een groot deel daarvan zijn niet meer toegankelijk en nog moeilijk in het landschap afleesbaar. Deze onverharde paden gaven korte verbindingen naar de grotere straten Kapellen, Kremerstraat, Trimpont, Lobe en Pevenage. Een aantal voetwegen zijn wel nog bewaard. Ze krijgen op OpenStreetMap namen zoals De Watté, Cauchie, Lobé, Baptiste Bonne, Vandermotten, Voslier, ...

Bouwkundig erfgoed

In het gebied komen enkele gehuchten voor zoals Pevenage, Lobé, Trimpont en Kapellen. Deze gehuchten werden gekenmerkt door verspreide kleinschalige agrarische bebouwing bestaande uit hoevetjes of boerenburgerhuizen met bijhorende huisweide, (nuts)tuinen en hoogstamboomgaarden. Deze landelijke bebouwing dateert hoofdzakelijk uit de 19de en eerste helft van de 20ste eeuw. Sommige staan reeds op de kaart van Villaret (1745-1748) en de Ferrariskaart (1771-1778), en evolueerden later.

Kapellen is een landelijke straat in de zuidwestelijke hoek van de deelgemeente Everbeek, grenzend aan de Waalse gemeente Vloesberg (Flobecq). De weg verbindt de Waalse straten Commune en Motte met het kruispunt Trimpont, Hemelrijk en Kremerstraat nabij en grenzend aan het Trimpontbos. De straat is al aanwezig op de Villaretkaart van 1745-1748 als ‘Marais del Capelle’ en de Ferrariskaart van 1771-1778 als ‘Ha(meau) Cappellen’, waarnaar de huidige benaming verwijst. Op het einde van de 18de eeuw is er al verspreide schaarse bebouwing langsheen het wegtracé. Nu is er nog steeds verspreide landelijke bebouwing aanwezig, evenals een kleine wegkapel en oude Calvarie, net buiten het gebied. Kapellen 10 is een gesloten hoeve in kern opklimmend tot de 19de eeuw, waarvan de configuratie tot stand kwam vóór 1939.

De Kremerstraat is een smalle, geasfalteerde straat nabij de Waalse gemeente Vloesberg (Flobecq) in het zuidwesten van de deelgemeente Everbeek (Brakel). Deze oude verbindingsweg met verspreide kleinschalige bewoning wordt reeds afgebeeld op de Villaretkaart van circa 1745-1748. De Ferrariskaart van 1771-1778 identificeert de straat als een deel van het gehucht ‘Cappellen’. Het Primitief Plan van 1830-1833 introduceert het gehucht ‘Kremerstraet’ waaraan de huidige straatnaam ontleend is. Kremerstraat 2 is een dieper gelegen, vrijstaand, in kern 19de-eeuws boerenburgerhuis, dat van straat gescheiden is door een hoge bakstenen straatmuur, bereikbaar via een gekasseide oprit. Kremerstraat 16 is een boerenburgerhuis uit het begin van de 20ste eeuw, met decoratief metselwerk met kenmerken uit het neotraditionalisme. Kremerstraat 18 is een vrijstaande boerenburgerwoning. Het dubbelhuis bestaat uit twee bouwlagen uit verzorgde baksteenbouw. Haaks hierop staat een landgebouw met ten oosten ervan hoogstamboomgaard.

Volgens de topografische kaart van 1904 refereert de huidige straatnaam Lobe naar het gelijknamige gehucht ‘Lobé’. Een kleine bewoningskern klimt minstens op tot de tweede helft van de 18de eeuw. Zo wordt het gehucht op de kaart van Villaret geïdentificeerd als ‘Le Biec’ en op de kaart van Ferraris (1771-1777) als ‘Ham (hameau) Lobets’ waarvan het latere Lobé is afgeleid.

Pevenage is een bochtige straat die de straat Lobe met de Maandagstraat verbindt. De straatnaam is ontleend aan de oude gehuchtsnaam die reeds voorkomt op de Villaretkaart van 1745-1748 als ‘le Pivenech’ en evolueerde tot ‘Ha(meau) Pevenage’ op de Ferrariskaart van 1771-1778. Het tracé gaat minstens terug tot de tweede helft van de 18de eeuw. Op dat moment was er nog een extra doorsteek ter hoogte van Pevenage 10 over de beboste heuvelkam leidende naar het lager gelegen Trimpont op de Atlas der Buurtwegen gekend als ‘Chemin nr. 24’. Pevenage 10 is een hoevesite, in jaarankers “1803” gedateerd, bestaande uit een zuidoostelijk georiënteerd boerenhuis met een haaks schuur- of stalvolume.

De huidige bochtige straat Trimpont verbindt het kruispunt Kapellen, Kremerstraat, Hemelrijk met de naar het dorpscentrum leidende Maandagstraat en loopt langsheen het Trimpontbos. De plaatsnaam ‘Le Trimpon’ wordt al op de 18de-eeuwse kaart van Villaret (1745-1748)weergegeven. Trimpont komt nu onder meer terug in het zogenaamde Trimpontbos, de Trimpont- of Kruiskapel en het 19de-eeuwse Trimpontkruis op de Trimpontboom opgericht ter nagedachtenis van ene Joseph van Trimpont. Trimpont 5 is een hoevesite waarvan de site minimaal teruggaat tot de 18de eeuw en, in de 19de en 20ste eeuw uitgebreid tot een U-vormig baksteenbouw, van één tot anderhalve bouwlaag. Het sobere metselwerk, de getoogde muuropeningen en muurankers van ‘double Fleurs de lis’ wijzen op een agrarische functie.

De Kruiskapel, ook wel ‘Trimpontkapel’ genoemd, is schuin ingeplant aan de straatbocht van Trimpont, en ligt op de hoek met een voetweg. De huidige kapel is opgericht in 1884 ter vervanging van een wegkruis. Dit wegkruis staat niet gekarteerd op de historische topografisch kaarten.

Het Christusbeeld van de kapel werd in 1973 overgebracht naar de Sint-Jozefkerk van Everbeek-Boven. De rechthoekige bakstenen wegkapel met driezijdige sluiting onder zadeldak met kunstleien werd hersteld in de jaren 1990. De decoratief uitgewerkte voorpuntgevel met hardstenen topaflijning is bekroond door een hardstenen kruis. In de voorgevel zit een laag ijzeren toegangshek. In elke zijgevel zit een klein spitsboogvenster met roedeverdeling. Het interieur bestaat uit geschilderde gecementeerde binnenwanden met schijnvoegen, een blauwgeschilderde overwelving op omlopende lijst en een duif in stucreliëf boven het kruisbeeld. Een gepolychromeerd Heilig Hartbeeld staat op nieuw altaartje. Op de wanden zitten houten wandsokkels met gepolychromeerd heiligenbeelden.

De hoeve met bakhuis, Trimpont 14, is in kern 19de-eeuws. De hoevesite met losse bestanddelen is van de straat afgescheiden door een houtkant en een bakstenen muur met ijzeren hekwerk. De boerenwoning in oorsprong teruggaand op twee aanpalende boerenarbeiderswoningen. Achteraan op het erf, vlakbij een oude notelaar, staat een langgestrekte bakoven van het samengestelde type, deels uit vakwerkbouw opgetrokken, vermoedelijk daterend uit de 19de eeuw.

Archeologie

Binnen dit gebied zijn er geen vondstlocaties of waarnemingen in de centraal archeologische inventaris (CAI). De vondstlocaties in de omgeving situeren zich op de rug ten noorden/noordoosten van Trimpontbos en omgeving. Er zijn prospectievondsten van Romeins materiaal. Deze wordt aangeduid als mogelijk een Romeinse villa omwille van de aanwezigheid van concentratie bouwpuin (dakpanfragmenten, ijzerzandsteen en glauconiethoudende kiezelzandsteen). Ook zijn er in de omgeving prospectievondsten met een concentratie aan Romeinse dakpannen of bouwmateriaal.

Huidig bodemgebruik

Het huidige landschap bestaat uit kleine boskernen die verspreid liggen in het gebied. De boskernen situeren zich voornamelijk op de steilere hellingen van de Terkleppebeek. De bossen zijn oost-west georiënteerd, en volgen de richting van de hoogtelijnen. De noordelijke boskern langs de Terkleppebeek heeft op de noordelijke helling een stelsel van bronnen die afwateren naar de beek. In het bos ten zuiden van Trimpont is het bronstelsel op de zuidelijk helling gesitueerd. De bosgrens is overal erg scherp. Vaak is er op de overhang van bos naar grasland- of akkerland een uitgesproken natuurlijk talud aanwezig.

De bosjes op rond de Terkleppebeek zijn botanisch zeer waardevol. Het betreft oud bosvegetaties met een uitbundige voorjaarsvegetatie met onder meer bosanemoon, wilde hyacint, wilde narcis, daslook, paarbladig goudveil,...

Het overgrote deel van de omliggende percelen zijn graslanden, het grootste deel betreft historisch permanente graslanden. De weinige akkerlanden bevinden zich op de hogere en minder steile delen van het gebied, bijvoorbeeld in het zuiden van het landschap ter hoogte van Kapellen, waar de aanzet van de kouter in de afbakening is opgenomen. Een tweede blok akkerland bevindt zich aan de oostzijde, in de driehoek tussen de straat Lobe en Sentier nr 143 (Atlas der Buurtwegen) / het Vandesandenwandelpad (OpenStreetMap). In het noorden, nabij de Maandagstraat, is er een akkerperceel.

  • Villaretkaart 1745-1748: Carte topographique de la partie de la Belgique comprise entre Gand et Tournay, Maestricht et Liège, schaal 1:14.400.
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Atlas van de Buurtwegen, opgesteld naar aanleiding van de wet op de buurtwegen van 10 april 1841, schaal 1:2.500 (overzichtsplannen schaal 1:10.000).
  • Gereduceerde Kadasterkaart van België, Dépôt de la Guerre, uitgegeven in 1845-1855, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven in 1846-1854, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaarten van België, Eerste editie, Krijgsdepot, uitgegeven in 1865-1880, schaal 1:20.000.
  • Topografische kaarten van België, Tweede editie, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1880-1884, schaal 1:20.000.
  • Kaart van België, Militair Cartografisch Instituut, uitgegeven in 1928-1950, schaal 1:20.000.
  • Topografische basiskaart numerieke reeks, Nationaal Geografisch Instituut, uitgegeven in 2009, schaal 1:10.000.
  • Agentschap voor Landbouw en Visserij, Landbouwgebruikspercelen ALV, 2022, [online], http://www.geopunt.be/catalogus/datasetfolder/a5b317f2-1a4c-47df-9b14-bf0cb09de770
  • AGIV, Digitaal Terreinmodel Vlaanderen II, DTM, raster, 1m, [online], https://download.agiv.be/Producten/Detail?id=939&title=Digitaal_Hoogtemodel_Vlaanderen_II_DTM_raster_1_m.
  • Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Biologische waarderingskaart, versie 2, BWK2 Versie 2.2 – Toestand 2010 [online], http://www.geopunt.be/catalogus/datasetfolder/5d89dd1e-5c44-11dc-8314-0800200c9a66.
  • CARNOY A. 1948-1949 : Origines des noms des communes de Belgique, y compris les noms des rivières et principaux hameaux, 2 delen, Louvain
  • DECAMPS G. 1908 : Les communes de l’arrondissement d’Ath. Particularités onomastiques et étymologiques, Mons, 97-102
  • DECLEENE M. & LEJEUNE M.C. 2000: Compendium van Rituele Planten in Europa, Gent, 785-804
  • DE LANGE S. 1995: Everbeek, een unieke deelgemeente van Brakel, in: Triverius, 1995/3, 30-31
  • GYSSELING M. 1960: Toponymisch Woordenboek van België, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en West-Duitsland (vóór 1226), 2 delen
  • HASQUIN H. 1980 (red.): Gemeenten van België. Geschiedkundig en administratief-geografisch woordenboek, 2 delen, Brussel
  • HOEBEKE M. 1972: Een toponymisch uitstapje naar Flobecq, in: Naamkunde, jaargang 4, 71-82
  • SMALLEGANGE G. 2001: Op t ’Hof, Boerderijen en boerenerven in Zeeland, Goes, p. 30
  • TACK G., BLONDE P., VAN DEN BREMT P., HERMY M. & VANMAELE N. 2021: 12.000 jaar Bos t’Ename. Een hoopvol perspectief voor bos in de Lage Landen, 2 delen, Sterck & De Vreese, 2021
  • VAN DEN EECKHAUT M., POESEN J., VERSTRAETEN G. & GOVERS G., 2005: Verkennende studie met betrekking tot massabewegingen in de Vlaamse Ardennen. Rapport in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap, AMINAL, afdeling Land, steekkaart 50 Brakel 2
  • VANDERMAELEN PH. 1833 : Dictionnaire géographique de la province de Hainaut, Bruxelles
  • VAN DURME L. 1996: Galloromaniae Neerlandicae submersae fragmenta, Gent, Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
  • VAN TRIMPONT M. 1994: De plaatsnaam Trimpont te Everbeek, in: Het Land van Aalst, jaargang XLVI, 1994/3, 203-208
  • VAN TRIMPONT M. 1996: Everbeekse sprokkels uit het Ancien Régime, in: Triverius, XXVI/1, 1996, 29-34

Auteurs: Van Driessche, Thomas; Vanneste, Pol; Vanmaele, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Everbeek

  • Is deel van
    Trimpontbos en Hayesbos

  • Omvat
    Boerenburgerhuis

  • Omvat
    Boerenburgerhuis

  • Omvat
    Boerenburgerhuis

  • Omvat
    Bomenrij van Marilandicapopulieren

  • Omvat
    Geknotte linde

  • Omvat
    Gesloten hoeve

  • Omvat
    Hoeve

  • Omvat
    Hoeve

  • Omvat
    Hoeve met bakhuis

  • Omvat
    Houtkant van gewone es

  • Omvat
    Houtkant van gewone es en haagbeuk

  • Omvat
    Kaphaag van haagbeuk

  • Omvat
    Kaphaag van haagbeuk

  • Omvat
    Kaphaag van haagbeuk

  • Omvat
    Kaphaag van haagbeuk

  • Omvat
    Kaphaag van haagbeuk en gewone es

  • Omvat
    Knotbomenrij van haagbeuk

  • Omvat
    Knotbomenrij van haagbeuk

  • Omvat
    Knotbomenrij van haagbeuk en gewone es

  • Omvat
    Knotbomenrij van haagbeuk en zomereik

  • Omvat
    Knotbomenrij van schietwilg

  • Omvat
    Kruiskapel

  • Omvat
    Notelaar

  • Omvat
    Trimpontboom

  • Omvat
    Zware gekandelaarde zomerlinde als hoekboom


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Trimpontbos en omgeving [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/308983 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.