Als Vlaamse gemeente sinds 1963, na het vastleggen van de taalgrens, overgeheveld van de provincie Henegouwen (arrondissement Ath) naar de provincie Oost-Vlaanderen. Vanaf 1977 een deelgemeente van Brakel. Ten noorden grenzend aan de Brakelse deelgemeenten Opbrakel, Nederbrakel en Parike; ten oosten aan Geraardsbergen (Zarlardinge), ten zuiden en ten westen respectievelijk grenzend aan Lessines (Ghoy) en Vloesberg in Henegouwen. Oude grenswijziging in het zuiden, namelijk de wijk klooster in de Franse periode deels overgedragen aan Ghoy. Telt met een oppervlakte van 1.348 ha 1915 inwoners (30.12.2000).
Landschappelijk aansluitend bij het Heuvelland vertoont het golvend leemlandschap afgeronde heuvelruggen afwisselend met beekdepressies; zuidelijke helft van het grondgebied tussen de brede west-oost-verlopende beekvallei van de Terkleppebeek en de parallel lopende Binchebeek, die naar de Dender vloeien; noordelijk grondgebied hydrografisch tot de Zwalmvallei behorend. Op de steilere hellingen in het noorden en westen bleven bosgebieden bewaard van vroeger uitgestrekte bossen (Hayesbos aansluitend bij het Bos de la Louvière op Vloesberg).
De vondst van een silo uit de Metaaltijden op de wijk Maandag getuigt van vroege bewoning te Everbeek. Op de zuidoostelijke hellingen van heuvelruggen van beide beekvalleien op Everbeek-Beneden zouden er in de Romeinse tijd agrarische nederzettingen geweest zijn. Op de wijk Steenberg werden zowel Romeinse dakpannen als ceramiek aangetroffen. Gemeentenaam reeds in de 11de eeuw voorkomend, afkomstig van een Germaans hydroniem. Bewoningsevolutie, sterk bepaald door de geografische kenmerken van het grondgebied, leidde tot de ontwikkeling van twee afzonderlijke dorpskernen: de laag gelegen oude dorpskern van Everbeek-Beneden in de zuidoosthoek van de gemeente, in de vallei van de Terkleppebeek; de jongere dorpskern van Everbeek-Boven op een hoge heuvelrug in het noordwesten, mogelijk teruggaand op een oude dries-nederzetting (zie toponiem Muytteryendries). Toponymische aanwijzingen dat de Sint-Pietersabdij van Lobbes (Henegouwen) in de 9de eeuw te Everbeek een landbouwdomein bezat verwijderd van beide voornoemde woonkernen in het zuidwesten Sint-Mariakerk van Everbeek in 1136-1138 door de bisschop van Kamerijk geschonken aan de abdij van Sint-Amands aan de Scarpe (Noord-Frankrijk). Melding van de Sint-Mariekerk als parochiekerk in 1366. Tweede oude bidplaats toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw ter Engelen en bekend als kapel te Koroot of Korootkapel, gesticht in 1632 op het gelijknamig leengoed in de zuidoostelijke grenshoek van Everbeek, afgeschaft bij het eind van het Ancien Régime.
Everbeek behoorde in de feodale tijd tot het Land van Lessen en Vloesberg waarvan het bezit in 1294 nog betwist werd tussen de graven van Vlaanderen en Henegouwen; sinds overeenkomst van 1333 deel uitmakend van het graafschap Henegouwen. Naast de hoofdheerlijkheid Everbeek waren de heerlijkheden van Hazoten en van Ter Walle de voornaamste lenen; andere minder belangrijke lenen zoals Blaasveld, Liedekerke, Steenkerke, Ten Berghe; in het zuiden op de wijk "Klooster" lag een enclave van het graafschap Vlaanderen. Meerdere abdijen en andere religieuze instellingen hadden er bezittingen: de Sint-Adriaansabdij van Geraardsbergen, de abdij van Ghislenghien, het kapittel van Kamerijk, de hospitalen van Lessines en Geraardsbergen.
Na de bouw van een kerk voor de wijk Boven Kwartier in het noordelijk deel van Everbeek, volgde in 1873 de oprichting van een tweede parochie door afscheiding van Everbeek-Boven van de Sint-Mariaparochie in Everbeek-Beneden. Sindsdien sprake van Everbeek-Boven voor de jonge parochie en Everbeek-Beneden voor het zuidelijk deel waarvan de oude dorpskern enigszins een verstedelijkt karakter bezit. Geen enkele verbindingsweg van enig belang doet het grondgebied van Everbeek aan; de oude weg Oudenaarde-Geraardsbergen ligt ten oosten van de gemeentegrens. Everbeek telde voorheen meerdere sites met walgrachten; de meeste thans volledig verdwenen, enkele nog localiseerbaar door bebouwingsresten. Talrijke veldkruisen en wegkapellen op het grondgebied van Everbeek, de meeste met een oude standplaats; meerdere echter recent nog vervangen of vernieuwd zoals het veldkruis aan de Priemstraat.
- DE LANGE S., Everbeek, in Land van Aalst, XXI, 6, 1969, p. 245-270.
- DE MULDER G. - VELGHE M., Brakel - Everbeek. Een silo uit de metaaltijden nabij het gehucht Maandag, Jaarverslag van de provincie Oost-Vlaanderen 1996, Monumentenzorg en Cultuurpatrimonium, Gent, 1997, p. 162-163.
- DEVOS P. met medewerking van BAUTERS L. en VAN DURME L., De Sinte-Mariekerk van Everbeek, verborgen rijkdom in de Vlaamse Ardennen, Gent, 1998.
- DE TEMMERMAN L. - DENDAUW F. - PREMEREUR A. - ERACHTEN L., Everbeek, Opbrakel, Parike en Zegelsem in oude prentkaarten, Zaltbommel/Nederland, 1995
- VAN ISTERDAEL H., Archief van het Land van Aalst, Brussel, 1994, p. 37.